Tekstweergave van EC_1902_03_07_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
jHBbml ... \ >onlijke n op de ustrieë- der fir- ;ie der kregen ns be¬ et oude deken- lke op it jaar op de is aan ver op ff ver- nieuwe 11, als an het feest- No, 29. Drie en Dertigste Jaargang, Interc. Telephoon : Lett. A. 1992 ENKHUIZER COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- voor HOI LANDS Vrifd f. «r Dit blad wordt DINSDAG-, DONDERDAG- en ZATERDAG¬ AVOND uitgegeven Abonnementsprijs voor 3 maanden . . /' 1.— Franco per post door het geheele Rid, voor 3 maanden 1.20 Naar N.-Amerika, Transvaal, Indé. enz., ƒ 6.60 per jaar. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postadmini¬ straties of rechtstreeks bij den uitgever A. EGMOND. EN ADVERTENTIEBLAD NOORDERKWARTIER. 7 flflurt Ëpf'-igl y. J 1i:x: De prijs der Advert en tiëri van 1-5 regels is 50 cents, voor eiken regel méér 10 cents. Afzonderlijke Ms. uezer Courant 5 Cent--, de 3 Ns. 10 Cents. Groote letters en randen worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers gratis. Vóór Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmorgen 10 uur gelieve ; sen de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Bij bestelling van de ENKHUIZER COURANT in den loop van een kwartaal betaalt men slechts de Ns. die nog verschijnen.'' wliryvii! yf van leerlingen voor de MIJtttiftttSCHOOL voor JONGENS en MEISJES, TUSSCHENSCHOOL. SCHOOL voor KOSTELOOS ONDERWIJS, en TT'SSCHEN BEW AARSCHOOL. Burgemeester en Weth. van ENKHUI¬ ZEN, brengen ter kennis van belanghebben¬ den, dat van den 10—17en Maart 1902, van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 uur ter gemeente-Secretarie gelegenheid bestaat om kinderen te doen inschrijven als leerlingen : 1 van de Burgerschool voor Jongens en Meisjes 2 van de Tusscbensckool, 3 van de School voor kosteloos Onderwijs, en 4 van de Tussehenbewaarscliool. De leerlingen over de drie eerstgenoem¬ de scholen moeten 6 jaar oud zijn of dien leeftijd bereiken voor de Burgerschool op 1 NOVEMBER en voor de Tusschen- en Kostelooze school op 1 AUGUSTUS a.s. Voor de Tussehenbewaarscliool moeten de kinderen 3 jaar oud zijn. Enkhuizen 5 Maart 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, HARTKAMP. De Secretaris, H. VLASVELD. Hit de HeïoMë-flapn. i. In de achttiende eeuw stonden de dor¬ pen in West-Friesland onder „de politieke en crimineele jurisdictie" der steden. Krach¬ tens de politieke jurisdictie benoemden de stedelijke regeeringen het gemeentebestuur op de dorpen, de „regenten" of „vredema- kers" zooals ze werden genoemd. Als ge¬ volg van de crimineele jurisdictie moesten de dorpsbewoners terecht staan in de stad, onder wier jurisdictie zij stonden. Het was een oud privilegie van den ste¬ deling, dat hij zijne eigen regeeringsmannen benoemen kon en slechts voor zijne mede¬ burgers behoefde terecht te staan. Nu de revolutie, „de gezegende omwenteling van zaken," zooals men toen zei, „gelijkheid" had gebracht, maakten de dorpen zich uit het jurisdictie-verband los. De burgers zelf, allen ter vergadering op¬ geroepen, benoemden hunne eigene „Muni- cipaliteit" of plaatselijke regeering. FEUILLETON. Geschiedenis , . . o . can een Ventje. 24. Naar het Fransch. Na een wandeling van vijf uur overman¬ den hem vermoeidheid en verlatenheid. Hij gevoelde zich ellendig, leunde tegen een deur, terwijl hij nauwelijks de snikken kon onderdrukken, die uit zijn borst op¬ stegen. „Ja, grootvader, ge hadt gelijk, ik had u no At moeten verlaten ! Als ge wist, waar ik ben en waarom ik hier ben ! Tante Ag- nite, Trees, lief zusje ! Jacob !... waar zijn zij, die mij liefhebben ?... Welnu! ik ga naar u terug, als de verloren zoon, ik zal als hij vergiffenis vragen en wever worden te La Marlette." De gedachte aan de politie-agenteu en de rechtbank deed opnieuw zijn lichaam van het hoofd tot de voeten schokken. Neen, neen ! helaas, hij kon nog niet in Frankrijk terugkeeren. Meneer Prosper Brusse had het hem op vreeselijke wijze, met woorden en daden op het hart ge¬ drukt ; want dat hij zelfs uit Londen ge¬ vlucht was, was bepaald om nog meer afstand te brengen tusschen hem en de justitie. Ach, dat verzegelde pakje! Dat was bepaald de misdaad, de diefstal! Hij ging verder en hernam met moeite zijn wandeling door het oneindige van deze huizenzee ; de honger begon hem te kwellen. Plotseling troffen zijn oogen, die een bak- Men wilde nu ook alleen door eigen burgers geoordeeld worden. In het dorp, uit welks plaatselijke ge¬ schiedenis wij putten, werd den 11 Dec. 1795 een der Burgers „verkoren" tot Cri- mineelen Schout. Reeds den 8 Jan. 1796 kon hij overleggen „zijne Acte van Appro¬ batie in die qualiteit van de prov. repre¬ sentanten van 't volk van Holland." Hem werden nu zeven Burgers als „scheepenen" toegevoegd. Beide voorrechten (die van zelfbestuur en dat van eigen rechtspraak), waarvan men zich in de revolutiedagen par droit de con- quête" had meester gemaakt, gingen echter spoedig weer verloren. Weldra werd het stemrecht beperkt; de plaatselijke Recht¬ banken opgeheven ; de „Municipaliteiten" benoemd van „bovenaf". En, zooals we we¬ ten, het duurde tot 1848, voor het platte¬ land ten opzichte van zijne inwendige aan¬ gelegenheden gelijk gesteld werd met de stedeD. Het volk was ook nog niet rijp voor deze dingen. Het gevoelde meer voor kleine „directe" voordeelen, dan voor de groote breede beginselen der omwenteling. Deze omwenteling bracht de gelijkstel¬ ling van alle godsdienstige gezindten voor de wet. Evenals in Brabant was men daar¬ om in die dorpen, wier bevolking voor een aanzienlijk deel niet tot de staatskerk be¬ hoorde, zeer revolutionair. Men verge¬ noegde er zich niet mee, dat nu voortaan ieder tot ambten en bedieningen kon wor¬ den geroepen, maar men wilde de „gelijk¬ heid en de broederschap" ook uitstrekken tot de kerkgebouwen, de goederen en de fondsen der „voormaals heerschende kerk." De leden van dit kerkgenootschap echter, hetzij dan overigens al dan niet met de nieuwere beginselen eens, reserveerden voor zich in ieder geval de „vrijheid', om te be¬ houden wat ze nu eenmaal hadden, en waar ze rechtmatige aanspraken konden doen gelden. Alweer werd er een „comité" be¬ noemd, dat tot . taxatie der kerkgebouwen enz. overging ; de disputen en de wisseling van stukken met gewestelijke „comité's" duurden voort tot in de dagen van Lode- wijk Napoleon (1806—1810); gevolgen had¬ den zij echter niet. De Fransche overheer- sching en de daarop gevolgde restauratie maakten aan een en ander een einde. Het beginsel van gelijkheid voor alle godsdien¬ stige gezindten is evenwel een der groote, blijvende uitkomsten der Fransche revolutie geweest. Zeker is er op de dorpen nog nooit zoo kerij zochten, een wonderlijk schouwspel. Een groot, rood aanplakbiljet wandelde naar hem toe. Een zwart hoedje en een groot wit gezicht stonden boven op het aanplakbiljet, dat ook voeten had, groote voeten in neergetrapte schoenen. Op een pas van hem af stond het stil, draaide zich om en toonde hem een rug», die even helrood was, als de voorzij. „Halloh, Sandwich !" schreewde een dikke koetsier van af een rijtuig, dat pijlsnel aankwam. Het aanplakbiljet sprong op het trottoir om zich te redden; daarna naar Etienne terugkomend ging het opnieuw zeer ernstig voor hem staan en bewoog zich niet meer. Etienne, die dit alles voortdurend nieuws¬ gierig bekeek, sprong plotseling een eind van den grond. In een mengelmoes van Fransche namen en onverstaanbare woorden las hij": Cabarratte. En daaronder: Princess' Theatre. Dat leek hem toe „Theater van de Prin¬ ces" te beteekenen. Cabarratte!... Cabar¬ ratte was te Londen ! Die groote zwarte letters op den rooden achtergrond gaven hem zoo iets als de vreugde, die Robinson Crusoë gevoelde, toen hij in het zand van zijn verlaten eiland sporen van menschenvoeten ontdekte ; maar evenals Robinson, die, toen de eerste opwinding voorbij was, begon te vreezen, dat die wezens menscheneters konden zijn, herinnerde de kleine zwerveling zich de Porte-Saint-Martin, de ongelukkige kaart- ' partij te Melun en vroeg zich een oogenblik af, of deze derde ontmoeting met den too- druk „vergaderd," als in die dagen, en geen wonder is het, dat de opkomst wel eens te wenschen overliet. Den 9 Mei 1796 heeft de Municipaliteit dan ook maar „ge¬ resolveerd om gereguleerd te vergaderen om de 15 dagen, 's Avonds ten 7 uren, zullende die geen, welke dan niet Present is verbeuren 2 St., en die geheel absent blijft 6 st. De lust raakte er blijkbaar hoe langer hoe meer uit, en den „9 Mei 1798, Ao. 4 L. B." (het vierde jaar der Bataafsche Vrij¬ heid) zag men zich zelfs genoodzaakt, om te bepalen, „dat de leden van de Munici¬ paliteit zullen moeten present zijn met klokkeslag 8 uren des avonds op poene van een fles wijn, ten behoeve van de vergade¬ ring te verbeuren. En die geen af geenen welke ten half 9 uren niet precent is, of in 't geheel niet compareerd zal verbeuren 2 flessen wijn, ten behoeve als boven." Men had dan ook wel noodig zich wat op te vroolijken, want het ging maar slecht met „de gezegende omwenteling van za¬ ken." Eigenlijk had het van meet of aan niet goed gewild, met de vaststelling van eene Staatsregeling voor het geheele Rijk kon men niet klaar komen, zooals men weet. Een aanschrijving van de representanten van Holland in dato 8 Jan. 1796 had al aangespoord tot „beraminge van de noodige schikkingen tot het doen bijeenkomen van de Grondvergaderingen den 26sten dezer maand", terwijl men hier tevens eene mis¬ sive ontving van den Raad der Gemeente binnen Enkhuizen in dato 17 Jan. 1.1. ver¬ zoekende, dat er een Lid van de Municipa¬ liteit werde gezonden op aanstaande Woensdach den 20 deser, teneinde de noo¬ dige schikkingen te beraamen tot het ver¬ kiezen van een Representant van de Natio¬ nale vergadering." Wel werd „ingevolge dese aanschrijving den Burger Jacob Jacobsz. tot deze comm. benoemd," maar welke schikkingen er ge¬ troffen zijn en hoe het verloop van deze grondvergadering was, is mij niet gebleken. Bekend is het, hoe de Nationale Verga dering den 1 Maart 1796 onder Voorzitter¬ schap van Pieter Paulus bijeen kwam, en daarmede voor goed een einde was gemaakt aan de oude Republiek der zeven geünieer¬ de Provinciën. Een ontwerp staatsregeling werd den 30 Mei 1797 door de Nationale Vergadering aangenomen, doch den 8 Au¬ gustus met eene aanzienlijke meerderheid in de grondvergaderingen verworpen. Den 1 September vergaderde reeds weer de neelspeler niet tot een of andere nieuwe dwaasheid zou leiden. Intusschen was Cabarratte ondanks alles een braaf mensch, dat voelde hij wel en bovendien was hij hier zijn eenige troost, want hij sprak Fransch ! Maar, waar stond dat „Princess' Thêatre ?" Hij kreeg den goeden inval om met de eene hand deze twee woorden op de roode plank en met de andere de vier windstre¬ ken aan te wijzen. Het aanplakbord begreep dit, want met een stijven arm wees het aan het eind van de straat, naar links, daarna naar rechts. Nadat hij het bedankt had met een heel sierlijke beweging, die niet beantwoord werd, nam hij de aangewezen richting en stond voor den schouwburg. De deuren waren allen gesloten ; de dag duurde trouwens nog lang; een klok in de buurt sloeg vijf uur. Hij bespeurde er naast een soort koffiehuis, waar menschen staande aten en dronken en ging er binnen, om zich te vergasten op een stuk, ham dat op een bord uitgestald lag, een stuk brood en een glas bier, dat hij met gebaren vroeg en dat hem heerlijk smaakte. Daarna ging hij weer voor den schouw¬ burg op de wacht staan en liep er bijna twee uren lang voor heen en weer, terwijl hij zich met schrik wijs maakte, dat Caba- ratte door een van die toevalligheden, die gewoonlijk bet spelletje in den war sturen, misschien niet terugkwam... En als 't eens een andere Cabaratte was ! Want hoeveel menschen op de wereld dragen denzelfden naam ! Toen hij bijna den moed verloor, ging de deur van een huis, dat een deel scheen uit te maken van den schouwburg, open nieuwe Nationale Vergadering onder voor¬ zitterschap van Pasteur ; dezelfde strijd ont¬ brandde als in de vorige. Een nieuw ont¬ werp zou iu Februari 1798 in behandeling komen ; doch reeds den 22 Januari maak¬ ten de besliste Revolutionairen door een staatsgreep aan alle aarzeling een einde ; zij, die tegen de beginselen van het nieuwe ontwerp gekant waren, werden in bewaring gesteld. In Maart werd nu het ontwerp Staatsregeling aangenomen en in April in de gezuiverde grondvergaderingen goedge¬ keurd. Van deze zuivering zien we weer de spo¬ ren in onze notulen. In 1796 werd de uitoefening van het stemrecht nog als het criterium van wel¬ gezindheid beschouwd. Een missive van het Prov. bestuur van Holland in dato 5 April 1796 gelastte, „dat van van nu voor¬ taan geen Ampten of bedieningen mogen worden begeven dan aan zulke Burgers, welke hun stemrecht in de wettig opge' roepen grond- of wijkvergaderingen hunner woonplaatsen hebben uitgeoefend." Na den coup d'état van 22 Jan. 1798 nam men andere maatregelen. Den 5 April 1798 ,,'t 4 jaar der Bat. vrijheid" kreeg men van „het administratief bestuur van het voormalige gewest van Holland last, om dadelijk te vernietigen alle oranjegezinde Sociteiten, alsmede alle zoogenaamde ge- meenebestgezinde sociteiten, en voorts alle andere sociteiten, om 't even of zij tot tijdverdrijf of tot het behandelen van poli- tieque zaken zijn opgericht, waarvan men zoo uit de daar gehoudene gesprekken of voordragten, moet verwachten, dat zij strek¬ kende zijn, om de gelukkige omwenteling, die den 22 Jan. 11. ons heeft aangebragt, tegen te werken." En verder, „om op de¬ ze heimelijke als openbare handelingen der Leden van alle zoodanige vernietigde soci¬ teiten een wakend oog te houden." Den volgenden dag deelde de „commissie van Superintendanten over de regeling en zuivering van de grondvergaderingen mee, dat voor „ons District" tot „Agenten" voor die zuivering waren benoemd de Burgers J. van Leuven, E. Hellinga en K. Simons „met verzoek en des noodsLast om deselve in die qualiteit te erkennen, en alle nodige ouvertures te geeven welke zij mogten vor¬ deren." De Agenten zelve hadden een missive ingezonden, „houdende verzoek dat op den 11 April eerstkomende op 't Huis der Ge¬ meente Enkhuizen zal compareeren een commissie van 2 Persoonen uit de Leden en een net gekleed heer verscheen. Deze bleef eenige minuten op de stoep van drie treden staan, in de houding van de houten poppen, die in de torens van oude kerken uit hun kastje te voorschijn komen, om het unr aan te geven. „Dat is bepaald de directeur!" dacht Etienne Hij trad vooruit met den hoed in de hand, wat dadelijk verried uit welk land hij kwam, zelfs zonder het even verwarde als beleefde gesprek, waarmee hij naar Ca¬ barratte vroeg en naar bet uur waarop de tooneelspelers hier kwamen. Zonder een duim van plaats te verande¬ ren, zonder zijn gezicht te vertrekken hoor¬ de de Engelschman hem ten einde toe aan en riep daarna, terwijl hij zich naar de deur wendde: „Lottie!" Een meisje van tien, elf jaar, frisch als een rozeknop, met lange blonde haren, die tot op de schouders golfden, kwam. De heer zei haar eenige woorden en strekte toen den arm naar Etienne uit met een bevelend gebaar, dat zeer duidelijk zei: „Begin je gesprek nog eens; nu zul je begrepen worden." Etienne groette het meisje. „Goeddag," antwoordde zij, „goeddag!" Het ventje zuchtte vergenoegd: miss Rozeknopje verstond Fransch ! f„Zou u mij kunnen zeggen, jongejuf¬ frouw, hoe laat de voorstelling hedenavond begint?" vroeg hij, terwijl hij zorgvuldig iedere lettergreep uitsprak. „Aho", antwoordde het kind met een vriendelijk gezicht, terwjjl zij aandachtig luisterde, „aho, wee-niet! van onze Municipaliteit, geadsisteert met den Secretaris, medebrengende een Lijst van de apparente Stemgerechtigde Burgers van onze plaats." Van de „apparente stemgerechtigde Bur¬ gers" werden er toen door de „Agenten" te Enkhuizen 3 van de lijst geschrapt. Van de overige kwamen er den 13den vier en- zeventig op, om de bekende verklaring af te leggen, dat ze hadden „een onverander- lijken afkeer van het stadhouderschap, de Aristocratie, het Federalisme en de Regee- ringloosheid," die daarop „een bewijs van stembevoegdheid" hebben ontvangen. Iets later verklaarden de Agenten, dat 2 van de 3 gesehrapten stembevoegdheid zouden heb¬ ben, mits ze de „bewuste verklaring" af¬ legden, hetgeen althans één van de 2 heeft gedaan ; want bij den stemming op den 23 April fungeerde hij als voorzitter: alle 69 opgekomenen verklaarden zich vóór het ontwerp van „Staatregeling voor het Ba¬ taafsche Volk." Het is echter de vraag, hoevelen er van geweten hebben, waór ze nu eigenlijk vóór stemden. In het algemeen scheen het wel, of men de gebeurtenissen slechts uit de verte volgde. Nog in 1799, toen er na de overwinning op de vijandelijke troepen zou worden gevlagd, had men op den toren te plaatsen geen andere dan ... de oranje¬ vlag. Doch gelukkig! de belasting gaarder leende de zijne en dit bezorgde hem later eene eervolle vermelding. Toen n.l. de „Finan- tieële Com. zich nieuwsgierig betoonde, „be¬ trekkelijk het gedrag der Landsambtenaren vóór de invasie der vijanden, gedurende deszelfs verblijf en na deszelfs vertrek," kon men met trots melden, dat „de collec¬ teur toen de oranjevlag alhier op den toorn geplaatst zou worden, zijn eigen vlag voor- loopig heeft geleend om op den toorn te zetten tot der tijd dat er een nieuwe vlag van Medemblik werd gehaald," terwijl de secretaris „de victorie mede heeft bijge¬ woond." Het geschiedde bij missive van „27 Nov. 1799, het vijfde jaar der Batav. Vrijheid." Weldra zou de Staatregeling van 1798 plaats maken voor die van 1801. Den 16 October 1801 werd er eene Proclamatie öan het Volk uitgevaardigd, waarbjj het hiervan werd verwittigd. Aan het hoofd dezer Proclamatie stond voor het laatst het motto der revolutie : Vrijheid, gelijkheid, broe¬ derschap !", en aan het slot, eveneens voor het laatst: „het jaar VII der Bataafsche Vrijheid." B. „O, neem mij niet kwallijk, ik dacht dat dit huis een deel van den schouwburg was ; dan vejrgis ik mi) misschien!" „Aho, wee-niet..." Al lachende voegde zij er met een ver¬ genoegd gezichtje bij : „Doe je spreekt Fransch ?" Etienne vroeg zich ontsteld af, of hij dan Engelsch grsproken had. „Ja, jongejuffrouw ik kan Fransch spreken." Zij opende haar mond wijd, hield dien een oogenblik zoo en hernam toen : „Ik joe bedank." „Tot uw dienst, mejuffrouw!" Zij opende den mond weer: „Aho... wee niet!" Intusschen klaarde het onbeweeglijke, doffe gelaat van den heer op van vaderlij¬ ken trots, nu hij zijn kind zoo'n lang ge¬ sprek zag voeren met den eersten den besten in een vreemde taal. Etienne ging voort, zonder te vermoeden, dat de kleine met veel vuur de eerste zin¬ nen uit een Fransch leerboek opzegde : „Maar, u kent misschien mijnheer Ca- bar-ratte ?" Hij scheidde de lettergrepen duidelijk van elkaar, en strekte de hand uit naar den schouwburg: „Cab-ar-rat-te." De oogen van het kind, de beweging dei- hand volgend, vestigde zich op een cab (huurrijtuig) die in snellen draf voorbij ging en richtten zich toen met schrik op den vrager: „Aho, Cab ! rat! ratte ! Cab !" „Cab-ar-ratte, zoo is het!" zei Etienne verheugd. „Aho." Plotseling bang wordende, wendde zjj zich naar den heer en begon vlug Engelsch o Hl ; I j 1 j 1 I