Tekstweergave van EC_1902_03_07_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
jHBbml
...
\
>onlijke
n
op
de
ustrieë-
der
fir-
;ie
der
kregen
ns
be¬
et
oude
deken-
lke
op
it
jaar
op
de
is
aan
ver
op
ff
ver-
nieuwe
11,
als
an
het
feest-
No,
29.
Drie
en
Dertigste
Jaargang,
Interc.
Telephoon
:
Lett.
A.
1992
ENKHUIZER
COURANT.
ALGEMEEN
NIEUWS-
voor
HOI
LANDS
Vrifd
f.
«r
Dit
blad
wordt
DINSDAG-,
DONDERDAG-
en
ZATERDAG¬
AVOND
uitgegeven
Abonnementsprijs
voor
3
maanden
.
.
/'
1.—
Franco
per
post
door
het
geheele
Rid,
voor
3
maanden
„
1.20
Naar
N.-Amerika,
Transvaal,
Indé.
enz.,
ƒ
6.60
per
jaar.
Men
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postadmini¬
straties
of
rechtstreeks
bij
den
uitgever
A.
EGMOND.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
7
flflurt
Ëpf'-igl
y.
J
1i:x:
De
prijs
der
Advert
en
tiëri
van
1-5
regels
is
50
cents,
voor
eiken
regel
méér
10
cents.
Afzonderlijke
Ms.
uezer
Courant
5
Cent--,
de
3
Ns.
10
Cents.
Groote
letters
en
randen
worden
naar
plaatsruimte
berekend.
Bewijsnummers
gratis.
Vóór
Dinsdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
uur
gelieve
;
sen
de
Advertentiën
in
te
zenden.
Ingezonden
stukken
minstens
één
dag
vroeger.
Bij
bestelling
van
de
ENKHUIZER
COURANT
in
den
loop
van
een
kwartaal
betaalt
men
slechts
de
Ns.
die
nog
verschijnen.''
I«
wliryvii!
yf
van
leerlingen
voor
de
MIJtttiftttSCHOOL
voor
JONGENS
en
MEISJES,
TUSSCHENSCHOOL.
SCHOOL
voor
KOSTELOOS
ONDERWIJS,
en
TT'SSCHEN
BEW
AARSCHOOL.
Burgemeester
en
Weth.
van
ENKHUI¬
ZEN,
brengen
ter
kennis
van
belanghebben¬
den,
dat
van
den
10—17en
Maart
1902,
van
des
voormiddags
10
tot
des
namiddags
2
uur
ter
gemeente-Secretarie
gelegenheid
bestaat
om
kinderen
te
doen
inschrijven
als
leerlingen
:
1
van
de
Burgerschool
voor
Jongens
en
Meisjes
2
van
de
Tusscbensckool,
3
van
de
School
voor
kosteloos
Onderwijs,
en
4
van
de
Tussehenbewaarscliool.
De
leerlingen
over
de
drie
eerstgenoem¬
de
scholen
moeten
6
jaar
oud
zijn
of
dien
leeftijd
bereiken
voor
de
Burgerschool
op
1
NOVEMBER
en
voor
de
Tusschen-
en
Kostelooze
school
op
1
AUGUSTUS
a.s.
Voor
de
Tussehenbewaarscliool
moeten
de
kinderen
3
jaar
oud
zijn.
Enkhuizen
5
Maart
1902.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Secretaris,
H.
VLASVELD.
Hit
de
HeïoMë-flapn.
i.
In
de
achttiende
eeuw
stonden
de
dor¬
pen
in
West-Friesland
onder
„de
politieke
en
crimineele
jurisdictie"
der
steden.
Krach¬
tens
de
politieke
jurisdictie
benoemden
de
stedelijke
regeeringen
het
gemeentebestuur
op
de
dorpen,
de
„regenten"
of
„vredema-
kers"
zooals
ze
werden
genoemd.
Als
ge¬
volg
van
de
crimineele
jurisdictie
moesten
de
dorpsbewoners
terecht
staan
in
de
stad,
onder
wier
jurisdictie
zij
stonden.
Het
was
een
oud
privilegie
van
den
ste¬
deling,
dat
hij
zijne
eigen
regeeringsmannen
benoemen
kon
en
slechts
voor
zijne
mede¬
burgers
behoefde
terecht
te
staan.
Nu
de
revolutie,
„de
gezegende
omwenteling
van
zaken,"
zooals
men
toen
zei,
„gelijkheid"
had
gebracht,
maakten
de
dorpen
zich
uit
het
jurisdictie-verband
los.
De
burgers
zelf,
allen
ter
vergadering
op¬
geroepen,
benoemden
hunne
eigene
„Muni-
cipaliteit"
of
plaatselijke
regeering.
FEUILLETON.
Geschiedenis
,
.
.
o
.
can
een
Ventje.
24.
Naar
het
Fransch.
Na
een
wandeling
van
vijf
uur
overman¬
den
hem
vermoeidheid
en
verlatenheid.
Hij
gevoelde
zich
ellendig,
leunde
tegen
een
deur,
terwijl
hij
nauwelijks
de
snikken
kon
onderdrukken,
die
uit
zijn
borst
op¬
stegen.
„Ja,
grootvader,
ge
hadt
gelijk,
ik
had
u
no
At
moeten
verlaten
!
Als
ge
wist,
waar
ik
ben
en
waarom
ik
hier
ben
!
Tante
Ag-
nite,
Trees,
lief
zusje
!
Jacob
!...
waar
zijn
zij,
die
mij
liefhebben
?...
Welnu!
ik
ga
naar
u
terug,
als
de
verloren
zoon,
ik
zal
als
hij
vergiffenis
vragen
en
wever
worden
te
La
Marlette."
De
gedachte
aan
de
politie-agenteu
en
de
rechtbank
deed
opnieuw
zijn
lichaam
van
het
hoofd
tot
de
voeten
schokken.
Neen,
neen
!
helaas,
hij
kon
nog
niet
in
Frankrijk
terugkeeren.
Meneer
Prosper
Brusse
had
het
hem
op
vreeselijke
wijze,
met
woorden
en
daden
op
het
hart
ge¬
drukt
;
want
dat
hij
zelfs
uit
Londen
ge¬
vlucht
was,
was
bepaald
om
nog
meer
afstand
te
brengen
tusschen
hem
en
de
justitie.
Ach,
dat
verzegelde
pakje!
Dat
was
bepaald
de
misdaad,
de
diefstal!
Hij
ging
verder
en
hernam
met
moeite
zijn
wandeling
door
het
oneindige
van
deze
huizenzee
;
de
honger
begon
hem
te
kwellen.
Plotseling
troffen
zijn
oogen,
die
een
bak-
Men
wilde
nu
ook
alleen
door
eigen
burgers
geoordeeld
worden.
In
het
dorp,
uit
welks
plaatselijke
ge¬
schiedenis
wij
putten,
werd
den
11
Dec.
1795
een
der
Burgers
„verkoren"
tot
Cri-
mineelen
Schout.
Reeds
den
8
Jan.
1796
kon
hij
overleggen
„zijne
Acte
van
Appro¬
batie
in
die
qualiteit
van
de
prov.
repre¬
sentanten
van
't
volk
van
Holland."
Hem
werden
nu
zeven
Burgers
als
„scheepenen"
toegevoegd.
Beide
voorrechten
(die
van
zelfbestuur
en
dat
van
eigen
rechtspraak),
waarvan
men
zich
in
de
revolutiedagen
par
droit
de
con-
quête"
had
meester
gemaakt,
gingen
echter
spoedig
weer
verloren.
Weldra
werd
het
stemrecht
beperkt;
de
plaatselijke
Recht¬
banken
opgeheven
;
de
„Municipaliteiten"
benoemd
van
„bovenaf".
En,
zooals
we
we¬
ten,
het
duurde
tot
1848,
voor
het
platte¬
land
ten
opzichte
van
zijne
inwendige
aan¬
gelegenheden
gelijk
gesteld
werd
met
de
stedeD.
Het
volk
was
ook
nog
niet
rijp
voor
deze
dingen.
Het
gevoelde
meer
voor
kleine
„directe"
voordeelen,
dan
voor
de
groote
breede
beginselen
der
omwenteling.
Deze
omwenteling
bracht
de
gelijkstel¬
ling
van
alle
godsdienstige
gezindten
voor
de
wet.
Evenals
in
Brabant
was
men
daar¬
om
in
die
dorpen,
wier
bevolking
voor
een
aanzienlijk
deel
niet
tot
de
staatskerk
be¬
hoorde,
zeer
revolutionair.
Men
verge¬
noegde
er
zich
niet
mee,
dat
nu
voortaan
ieder
tot
ambten
en
bedieningen
kon
wor¬
den
geroepen,
maar
men
wilde
de
„gelijk¬
heid
en
de
broederschap"
ook
uitstrekken
tot
de
kerkgebouwen,
de
goederen
en
de
fondsen
der
„voormaals
heerschende
kerk."
De
leden
van
dit
kerkgenootschap
echter,
hetzij
dan
overigens
al
dan
niet
met
de
nieuwere
beginselen
eens,
reserveerden
voor
zich
in
ieder
geval
de
„vrijheid',
om
te
be¬
houden
wat
ze
nu
eenmaal
hadden,
en
waar
ze
rechtmatige
aanspraken
konden
doen
gelden.
Alweer
werd
er
een
„comité"
be¬
noemd,
dat
tot
.
taxatie
der
kerkgebouwen
enz.
overging
;
de
disputen
en
de
wisseling
van
stukken
met
gewestelijke
„comité's"
duurden
voort
tot
in
de
dagen
van
Lode-
wijk
Napoleon
(1806—1810);
gevolgen
had¬
den
zij
echter
niet.
De
Fransche
overheer-
sching
en
de
daarop
gevolgde
restauratie
maakten
aan
een
en
ander
een
einde.
Het
beginsel
van
gelijkheid
voor
alle
godsdien¬
stige
gezindten
is
evenwel
een
der
groote,
blijvende
uitkomsten
der
Fransche
revolutie
geweest.
Zeker
is
er
op
de
dorpen
nog
nooit
zoo
kerij
zochten,
een
wonderlijk
schouwspel.
Een
groot,
rood
aanplakbiljet
wandelde
naar
hem
toe.
Een
zwart
hoedje
en
een
groot
wit
gezicht
stonden
boven
op
het
aanplakbiljet,
dat
ook
voeten
had,
groote
voeten
in
neergetrapte
schoenen.
Op
een
pas
van
hem
af
stond
het
stil,
draaide
zich
om
en
toonde
hem
een
rug»,
die
even
helrood
was,
als
de
voorzij.
„Halloh,
Sandwich
!"
schreewde
een
dikke
koetsier
van
af
een
rijtuig,
dat
pijlsnel
aankwam.
Het
aanplakbiljet
sprong
op
het
trottoir
om
zich
te
redden;
daarna
naar
Etienne
terugkomend
ging
het
opnieuw
zeer
ernstig
voor
hem
staan
en
bewoog
zich
niet
meer.
Etienne,
die
dit
alles
voortdurend
nieuws¬
gierig
bekeek,
sprong
plotseling
een
eind
van
den
grond.
In
een
mengelmoes
van
Fransche
namen
en
onverstaanbare
woorden
las
hij":
Cabarratte.
En
daaronder:
Princess'
Theatre.
Dat
leek
hem
toe
„Theater
van
de
Prin¬
ces"
te
beteekenen.
Cabarratte!...
Cabar¬
ratte
was
te
Londen
!
Die
groote
zwarte
letters
op
den
rooden
achtergrond
gaven
hem
zoo
iets
als
de
vreugde,
die
Robinson
Crusoë
gevoelde,
toen
hij
in
het
zand
van
zijn
verlaten
eiland
sporen
van
menschenvoeten
ontdekte
;
maar
evenals
Robinson,
die,
toen
de
eerste
opwinding
voorbij
was,
begon
te
vreezen,
dat
die
wezens
menscheneters
konden
zijn,
herinnerde
de
kleine
zwerveling
zich
de
Porte-Saint-Martin,
de
ongelukkige
kaart-
'
partij
te
Melun
en
vroeg
zich
een
oogenblik
af,
of
deze
derde
ontmoeting
met
den
too-
druk
„vergaderd,"
als
in
die
dagen,
en
geen
wonder
is
het,
dat
de
opkomst
wel
eens
te
wenschen
overliet.
Den
9
Mei
1796
heeft
de
Municipaliteit
dan
ook
maar
„ge¬
resolveerd
om
gereguleerd
te
vergaderen
om
de
15
dagen,
's
Avonds
ten
7
uren,
zullende
die
geen,
welke
dan
niet
Present
is
verbeuren
2
St.,
en
die
geheel
absent
blijft
6
st.
De
lust
raakte
er
blijkbaar
hoe
langer
hoe
meer
uit,
en
den
„9
Mei
1798,
Ao.
4
L.
B."
(het
vierde
jaar
der
Bataafsche
Vrij¬
heid)
zag
men
zich
zelfs
genoodzaakt,
om
te
bepalen,
„dat
de
leden
van
de
Munici¬
paliteit
zullen
moeten
present
zijn
met
klokkeslag
8
uren
des
avonds
op
poene
van
een
fles
wijn,
ten
behoeve
van
de
vergade¬
ring
te
verbeuren.
En
die
geen
af
geenen
welke
ten
half
9
uren
niet
precent
is,
of
in
't
geheel
niet
compareerd
zal
verbeuren
2
flessen
wijn,
ten
behoeve
als
boven."
Men
had
dan
ook
wel
noodig
zich
wat
op
te
vroolijken,
want
het
ging
maar
slecht
met
„de
gezegende
omwenteling
van
za¬
ken."
Eigenlijk
had
het
van
meet
of
aan
niet
goed
gewild,
met
de
vaststelling
van
eene
Staatsregeling
voor
het
geheele
Rijk
kon
men
niet
klaar
komen,
zooals
men
weet.
Een
aanschrijving
van
de
representanten
van
Holland
in
dato
8
Jan.
1796
had
al
aangespoord
tot
„beraminge
van
de
noodige
schikkingen
tot
het
doen
bijeenkomen
van
de
Grondvergaderingen
den
26sten
dezer
maand",
terwijl
men
hier
tevens
eene
mis¬
sive
ontving
van
den
Raad
der
Gemeente
binnen
Enkhuizen
in
dato
17
Jan.
1.1.
ver¬
zoekende,
dat
er
een
Lid
van
de
Municipa¬
liteit
werde
gezonden
op
aanstaande
Woensdach
den
20
deser,
teneinde
de
noo¬
dige
schikkingen
te
beraamen
tot
het
ver¬
kiezen
van
een
Representant
van
de
Natio¬
nale
vergadering."
Wel
werd
„ingevolge
dese
aanschrijving
den
Burger
Jacob
Jacobsz.
tot
deze
comm.
benoemd,"
maar
welke
schikkingen
er
ge¬
troffen
zijn
en
hoe
het
verloop
van
deze
grondvergadering
was,
is
mij
niet
gebleken.
Bekend
is
het,
hoe
de
Nationale
Verga
dering
den
1
Maart
1796
onder
Voorzitter¬
schap
van
Pieter
Paulus
bijeen
kwam,
en
daarmede
voor
goed
een
einde
was
gemaakt
aan
de
oude
Republiek
der
zeven
geünieer¬
de
Provinciën.
Een
ontwerp
staatsregeling
werd
den
30
Mei
1797
door
de
Nationale
Vergadering
aangenomen,
doch
den
8
Au¬
gustus
met
eene
aanzienlijke
meerderheid
in
de
grondvergaderingen
verworpen.
Den
1
September
vergaderde
reeds
weer
de
neelspeler
niet
tot
een
of
andere
nieuwe
dwaasheid
zou
leiden.
Intusschen
was
Cabarratte
ondanks
alles
een
braaf
mensch,
dat
voelde
hij
wel
en
bovendien
was
hij
hier
zijn
eenige
troost,
want
hij
sprak
Fransch
!
Maar,
waar
stond
dat
„Princess'
Thêatre
?"
Hij
kreeg
den
goeden
inval
om
met
de
eene
hand
deze
twee
woorden
op
de
roode
plank
en
met
de
andere
de
vier
windstre¬
ken
aan
te
wijzen.
Het
aanplakbord
begreep
dit,
want
met
een
stijven
arm
wees
het
aan
het
eind
van
de
straat,
naar
links,
daarna
naar
rechts.
Nadat
hij
het
bedankt
had
met
een
heel
sierlijke
beweging,
die
niet
beantwoord
werd,
nam
hij
de
aangewezen
richting
en
stond
voor
den
schouwburg.
De
deuren
waren
allen
gesloten
;
de
dag
duurde
trouwens
nog
lang;
een
klok
in
de
buurt
sloeg
vijf
uur.
Hij
bespeurde
er
naast
een
soort
koffiehuis,
waar
menschen
staande
aten
en
dronken
en
ging
er
binnen,
om
zich
te
vergasten
op
een
stuk,
ham
dat
op
een
bord
uitgestald
lag,
een
stuk
brood
en
een
glas
bier,
dat
hij
met
gebaren
vroeg
en
dat
hem
heerlijk
smaakte.
Daarna
ging
hij
weer
voor
den
schouw¬
burg
op
de
wacht
staan
en
liep
er
bijna
twee
uren
lang
voor
heen
en
weer,
terwijl
hij
zich
met
schrik
wijs
maakte,
dat
Caba-
ratte
door
een
van
die
toevalligheden,
die
gewoonlijk
bet
spelletje
in
den
war
sturen,
misschien
niet
terugkwam...
En
als
't
eens
een
andere
Cabaratte
was
!
Want
hoeveel
menschen
op
de
wereld
dragen
denzelfden
naam
!
Toen
hij
bijna
den
moed
verloor,
ging
de
deur
van
een
huis,
dat
een
deel
scheen
uit
te
maken
van
den
schouwburg,
open
nieuwe
Nationale
Vergadering
onder
voor¬
zitterschap
van
Pasteur
;
dezelfde
strijd
ont¬
brandde
als
in
de
vorige.
Een
nieuw
ont¬
werp
zou
iu
Februari
1798
in
behandeling
komen
;
doch
reeds
den
22
Januari
maak¬
ten
de
besliste
Revolutionairen
door
een
staatsgreep
aan
alle
aarzeling
een
einde
;
zij,
die
tegen
de
beginselen
van
het
nieuwe
ontwerp
gekant
waren,
werden
in
bewaring
gesteld.
In
Maart
werd
nu
het
ontwerp
Staatsregeling
aangenomen
en
in
April
in
de
gezuiverde
grondvergaderingen
goedge¬
keurd.
Van
deze
zuivering
zien
we
weer
de
spo¬
ren
in
onze
notulen.
In
1796
werd
de
uitoefening
van
het
stemrecht
nog
als
het
criterium
van
wel¬
gezindheid
beschouwd.
Een
missive
van
het
Prov.
bestuur
van
Holland
in
dato
5
April
1796
gelastte,
„dat
van
van
nu
voor¬
taan
geen
Ampten
of
bedieningen
mogen
worden
begeven
dan
aan
zulke
Burgers,
welke
hun
stemrecht
in
de
wettig
opge'
roepen
grond-
of
wijkvergaderingen
hunner
woonplaatsen
hebben
uitgeoefend."
Na
den
coup
d'état
van
22
Jan.
1798
nam
men
andere
maatregelen.
Den
5
April
1798
,,'t
4
jaar
der
Bat.
vrijheid"
kreeg
men
van
„het
administratief
bestuur
van
het
voormalige
gewest
van
Holland
last,
om
dadelijk
te
vernietigen
alle
oranjegezinde
Sociteiten,
alsmede
alle
zoogenaamde
ge-
meenebestgezinde
sociteiten,
en
voorts
alle
andere
sociteiten,
om
't
even
of
zij
tot
tijdverdrijf
of
tot
het
behandelen
van
poli-
tieque
zaken
zijn
opgericht,
waarvan
men
zoo
uit
de
daar
gehoudene
gesprekken
of
voordragten,
moet
verwachten,
dat
zij
strek¬
kende
zijn,
om
de
gelukkige
omwenteling,
die
den
22
Jan.
11.
ons
heeft
aangebragt,
tegen
te
werken."
En
verder,
„om
op
de¬
ze
heimelijke
als
openbare
handelingen
der
Leden
van
alle
zoodanige
vernietigde
soci¬
teiten
een
wakend
oog
te
houden."
Den
volgenden
dag
deelde
de
„commissie
van
Superintendanten
over
de
regeling
en
zuivering
van
de
grondvergaderingen
mee,
dat
voor
„ons
District"
tot
„Agenten"
voor
die
zuivering
waren
benoemd
de
Burgers
J.
van
Leuven,
E.
Hellinga
en
K.
Simons
„met
verzoek
en
des
noodsLast
om
deselve
in
die
qualiteit
te
erkennen,
en
alle
nodige
ouvertures
te
geeven
welke
zij
mogten
vor¬
deren."
De
Agenten
zelve
hadden
een
missive
ingezonden,
„houdende
verzoek
dat
op
den
11
April
eerstkomende
op
't
Huis
der
Ge¬
meente
Enkhuizen
zal
compareeren
een
commissie
van
2
Persoonen
uit
de
Leden
en
een
net
gekleed
heer
verscheen.
Deze
bleef
eenige
minuten
op
de
stoep
van
drie
treden
staan,
in
de
houding
van
de
houten
poppen,
die
in
de
torens
van
oude
kerken
uit
hun
kastje
te
voorschijn
komen,
om
het
unr
aan
te
geven.
„Dat
is
bepaald
de
directeur!"
dacht
Etienne
Hij
trad
vooruit
met
den
hoed
in
de
hand,
wat
dadelijk
verried
uit
welk
land
hij
kwam,
zelfs
zonder
het
even
verwarde
als
beleefde
gesprek,
waarmee
hij
naar
Ca¬
barratte
vroeg
en
naar
bet
uur
waarop
de
tooneelspelers
hier
kwamen.
Zonder
een
duim
van
plaats
te
verande¬
ren,
zonder
zijn
gezicht
te
vertrekken
hoor¬
de
de
Engelschman
hem
ten
einde
toe
aan
en
riep
daarna,
terwijl
hij
zich
naar
de
deur
wendde:
„Lottie!"
Een
meisje
van
tien,
elf
jaar,
frisch
als
een
rozeknop,
met
lange
blonde
haren,
die
tot
op
de
schouders
golfden,
kwam.
De
heer
zei
haar
eenige
woorden
en
strekte
toen
den
arm
naar
Etienne
uit
met
een
bevelend
gebaar,
dat
zeer
duidelijk
zei:
„Begin
je
gesprek
nog
eens;
nu
zul
je
begrepen
worden."
Etienne
groette
het
meisje.
„Goeddag,"
antwoordde
zij,
„goeddag!"
Het
ventje
zuchtte
vergenoegd:
miss
Rozeknopje
verstond
Fransch
!
f„Zou
u
mij
kunnen
zeggen,
jongejuf¬
frouw,
hoe
laat
de
voorstelling
hedenavond
begint?"
vroeg
hij,
terwijl
hij
zorgvuldig
iedere
lettergreep
uitsprak.
„Aho",
antwoordde
het
kind
met
een
vriendelijk
gezicht,
terwjjl
zij
aandachtig
luisterde,
„aho,
wee-niet!
van
onze
Municipaliteit,
geadsisteert
met
den
Secretaris,
medebrengende
een
Lijst
van
de
apparente
Stemgerechtigde
Burgers
van
onze
plaats."
Van
de
„apparente
stemgerechtigde
Bur¬
gers"
werden
er
toen
door
de
„Agenten"
te
Enkhuizen
3
van
de
lijst
geschrapt.
Van
de
overige
kwamen
er
den
13den
vier
en-
zeventig
op,
om
de
bekende
verklaring
af
te
leggen,
dat
ze
hadden
„een
onverander-
lijken
afkeer
van
het
stadhouderschap,
de
Aristocratie,
het
Federalisme
en
de
Regee-
ringloosheid,"
die
daarop
„een
bewijs
van
stembevoegdheid"
hebben
ontvangen.
Iets
later
verklaarden
de
Agenten,
dat
2
van
de
3
gesehrapten
stembevoegdheid
zouden
heb¬
ben,
mits
ze
de
„bewuste
verklaring"
af¬
legden,
hetgeen
althans
één
van
de
2
heeft
gedaan
;
want
bij
den
stemming
op
den
23
April
fungeerde
hij
als
voorzitter:
alle
69
opgekomenen
verklaarden
zich
vóór
het
ontwerp
van
„Staatregeling
voor
het
Ba¬
taafsche
Volk."
Het
is
echter
de
vraag,
hoevelen
er
van
geweten
hebben,
waór
ze
nu
eigenlijk
vóór
stemden.
In
het
algemeen
scheen
het
wel,
of
men
de
gebeurtenissen
slechts
uit
de
verte
volgde.
Nog
in
1799,
toen
er
na
de
overwinning
op
de
vijandelijke
troepen
zou
worden
gevlagd,
had
men
op
den
toren
te
plaatsen
geen
andere
dan
...
de
oranje¬
vlag.
Doch
gelukkig!
de
belasting
gaarder
leende
de
zijne
en
dit
bezorgde
hem
later
eene
eervolle
vermelding.
Toen
n.l.
de
„Finan-
tieële
Com.
zich
nieuwsgierig
betoonde,
„be¬
trekkelijk
het
gedrag
der
Landsambtenaren
vóór
de
invasie
der
vijanden,
gedurende
deszelfs
verblijf
en
na
deszelfs
vertrek,"
kon
men
met
trots
melden,
dat
„de
collec¬
teur
toen
de
oranjevlag
alhier
op
den
toorn
geplaatst
zou
worden,
zijn
eigen
vlag
voor-
loopig
heeft
geleend
om
op
den
toorn
te
zetten
tot
der
tijd
dat
er
een
nieuwe
vlag
van
Medemblik
werd
gehaald,"
terwijl
de
secretaris
„de
victorie
mede
heeft
bijge¬
woond."
Het
geschiedde
bij
missive
van
„27
Nov.
1799,
het
vijfde
jaar
der
Batav.
Vrijheid."
Weldra
zou
de
Staatregeling
van
1798
plaats
maken
voor
die
van
1801.
Den
16
October
1801
werd
er
eene
Proclamatie
öan
het
Volk
uitgevaardigd,
waarbjj
het
hiervan
werd
verwittigd.
Aan
het
hoofd
dezer
Proclamatie
stond
voor
het
laatst
het
motto
der
revolutie
:
„
Vrijheid,
gelijkheid,
broe¬
derschap
!",
en
aan
het
slot,
eveneens
voor
het
laatst:
„het
jaar
VII
der
Bataafsche
Vrijheid."
B.
„O,
neem
mij
niet
kwallijk,
ik
dacht
dat
dit
huis
een
deel
van
den
schouwburg
was
;
dan
vejrgis
ik
mi)
misschien!"
„Aho,
wee-niet..."
Al
lachende
voegde
zij
er
met
een
ver¬
genoegd
gezichtje
bij
:
„Doe
je
spreekt
Fransch
?"
Etienne
vroeg
zich
ontsteld
af,
of
hij
dan
Engelsch
grsproken
had.
„Ja,
jongejuffrouw
ik
kan
Fransch
spreken."
Zij
opende
haar
mond
wijd,
hield
dien
een
oogenblik
zoo
en
hernam
toen
:
„Ik
joe
bedank."
„Tot
uw
dienst,
mejuffrouw!"
Zij
opende
den
mond
weer:
„Aho...
wee
niet!"
Intusschen
klaarde
het
onbeweeglijke,
doffe
gelaat
van
den
heer
op
van
vaderlij¬
ken
trots,
nu
hij
zijn
kind
zoo'n
lang
ge¬
sprek
zag
voeren
met
den
eersten
den
besten
in
een
vreemde
taal.
Etienne
ging
voort,
zonder
te
vermoeden,
dat
de
kleine
met
veel
vuur
de
eerste
zin¬
nen
uit
een
Fransch
leerboek
opzegde
:
„Maar,
u
kent
misschien
mijnheer
Ca-
bar-ratte
?"
Hij
scheidde
de
lettergrepen
duidelijk
van
elkaar,
en
strekte
de
hand
uit
naar
den
schouwburg:
„Cab-ar-rat-te."
De
oogen
van
het
kind,
de
beweging
dei-
hand
volgend,
vestigde
zich
op
een
cab
(huurrijtuig)
die
in
snellen
draf
voorbij
ging
en
richtten
zich
toen
met
schrik
op
den
vrager:
„Aho,
Cab
!
rat!
ratte
!
Cab
!"
„Cab-ar-ratte,
zoo
is
het!"
zei
Etienne
verheugd.
„Aho."
Plotseling
bang
wordende,
wendde
zjj
zich
naar
den
heer
en
begon
vlug
Engelsch
o
Hl
;
I
j
1
j
1
I