Tekstweergave van EC_1897_08_08_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
i
No.
94.
Acht
en
Twintigste
Jaargang.
1897.
ENKHUIZER
COURANT.
ALGEMEEN
NIEUWS-
voor
HOLLANDS
bondag
Dit
blad
wordt
DINSDAG-,
DONDERDAG-
en
ZATERDAG¬
AVOND
uitgegeven.
Abonnementsprijs
voor
3
maanden
ƒ
j.
Franco
per
post
door
het
geheele
Rijk
voor
3
maanden
.
„
1.20
Naar
N.
Amerika,
Transvaal,
Indie,
enz.,
f
6.60
per
jaar.
Men
abonneert
zich
bij
allo
Boekhandelaren
en
Postadministraties
of
rechtstreeks
bij
den
uitgever
A.
EGMOND.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
8
Augustus.
is
50
cents,
voor
Afzonderlijke
Ns.
dezer
Courant
5
Cents,
de
3
>NSi
10
"Cent*.
De
prijs
der
Advertentiën
van
1
5
eiken
regel
me'e'r
10
cents.
Groote
letters
en
randen
worden
naar
plaatsruimte
berekend
bewijsnummers
gratis.
u'
mil7
Omsdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
uur
gelieve
men
ue
Ailvertciitien
m
te
zenden.
Ingezonden
stukken
minstens
e'e'n
dag
vroeger.
Bij
bestelling
van
de
ENKHUIZER
COURANT
in
den
loop
van
een'kwartaal
betaalt
men
slechts
de
Ns.
die
nog
verschijnen
Publicatie.
Burgemeester
en
"Wethouders
der
gemeente
Eukhuizen
brengen
ter
kennis
van
de
inge¬
zetenen,
dat
de
Gemeenterekening
over
bet
dienstj'aar
1896
van
af
6
dezer
gedurende
veertien
dagen
op
de
Secretarie
ter
inzage
is
uedergelegd
en
tegen
betaling
der
kosten
een
afschrift
daarvan
te
verkrijgen
is.
Enkhuizen
den
6
Augustus
1897.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Secretaris,
H.
VLASVELD.
Geen
strijd
maar
een
tijdvraag.
Het
landhuishoudkundig
congres
is
dit
jaar
op
9
en
10
Juni
te
Hoorn
gehouden.
Daarop
zou
de
heer
N.
Sluis
van
Enkhui¬
zen
optreden
als
inleider
omtrent
de
vraag:
„Is
arbitrale
uitspraak
gewenscht,
om
bij
voorkomende
kwesties,
hetzij
tussehen
boeren
onderling,
hetzij
tussehen
boeren
en
handelaars,
onmiddellijk
uitspraak
te
kunnnen
doen
voordat
er
dikwijls
bederf
ingetreden
is
van
het
artikel,
waarover
het
geschil
loopt
?"
Of
de
heer
Sluis
gelegenheid
heeft
gehad,
om
de
gronden
voor
of'
tegen
het
geuite
denkbeeld
te
ontwikkelen,
weten
we
niet,
en
evenmin
weten
we
dus
wat
hij
er
voor
of
tegen
heeft
aangevoerd,
maar
ons
dunkt,
dat
het
antwoord
op
de
gestelde
vraag
wel
niet
anders
dan
toestemmend
luiden
kon.
Het
ligt
niet
in
ons
plan
om
op
de
voor¬
gestelde
vraag
in
te
gaan
en
ons
toestem¬
mend
antwoord
met
voorbeelden
op
te
helderen
en
met
redenen
te
omkleeden
;
wellicht
dat
de
pers
ons
in
de
gelegenheid
stelt
om
het
voornaamste
er
van
te
ver¬
nemen
;
')
Alleen
hebben
wij
er
aanleiding
in
gevonden,
om
voor
ons
zelf
en
anderen
nog
eens
de
klacht
te
herhalen,
dat
onze
rechtspraak
veel
te
omslachtig
en
te
duur
is,
vooral
met
betrekking
tot
zaken
van
geringere
beteekenis.
En
die
omslag
is
oorzaak
van
langzaamheid,
waarvan
geen
recht
allicht
het
gevolg
is.
Jammer
dat
ouze
Wetgevers
nimmer
den
tijd
kunnen
vinden
en
den
lust
en
den
wil
in
zich
voelen
opkomen,
om
hun
aandacht
aan
een
zaak
van
zooveel
belang
te
wijden.
Of
vasthoudendheid
aau
het
bestaande
of
gebrek
aan
kennis
van
de
behoeften
der
samenleving
als
de
oorzaak
met
worden
aangemerkt,
wie
zal
't
zeggen.
Maar
dit
is
zeker,
dat
behoefte
aan
ver¬
betering
moet
erkend
worden,
zullen
man¬
nen
in
dien
geest
aan
het
werk
worden
gesteld,
mannen,
die
met
de
eischen
en
behoeften
van
het
leven
in
de
maatschapij
bekend
zijn.
En
of
die
mannen
onder
de
')
Daarnaar
zagen
wij
echter
tevergeefs
rechtsgeleerden
van
beroep
moeten
gezocht
worden,
mag
twijfelachtig
worden
genoemd,
zij
het
ook
al,
dat
rechtsgeleerden
bij
het
ontwerpen
van
een
nieuwe
regeling
ter
verkrijging
van
snel
en
goedkoop
recht,
niet
geheel
konden
gemist
worden.
Hoe
grooter
uitbreiding
aan
Kantons
en
Arrondissementen
gegeven
wordt,
teneinde
door
besparing
aan
die
zijde
de
tracte-
menten
der
rechters
te
kunnen
verhoogen,
hoe
meer,
vooral
op
het
platteland
en
in
de
kleinere
steden,
de
behoefte
aan
sneller
!
en
goedkooper
recht
gevoeld
wordt,
ook
al
neemt
men
niet
eens
in
aanmerking
de
onaangenaamheid
en
het
tijdverlies
ver¬
bonden
aan
de
noodzakelijkheid
om
vaak
uren
gaans
van
zijne
woonplaats
een
recht¬
zitting
bij
te
wonen.
Is
het
wonder
dat
bij
het
plegen
van
een
strafbaar
feit
velen
zich
verwijderen
en
algeheele
onbekendheid
met
de
zaak
voorwenden,
teneinde
het
gevaar
te
ont¬
gaan
van
als
getuige
te
zullen
worden
op¬
geroepen
?
„Dek
toe,
dek
toe",
zei
iemand
tot
zijn
nevenman,
die
mede
getuige
was
van
een
strafbaar
feit,
„dek
toe,
weet
wel,
dat
Alkmaar
ver
van
hier
ligt
en
datje
kunt
worden
opgeroepen
tegen
een
tijd
als't
je
zeer
slecht
voegt
?
Arbitrale
uitspraak
waarover
de
heer
Sluis
zou
spreken
(of
misschien
heeft
ge¬
sproken)
is
wel
een
mooi,
een
aantrekke¬
lijk
denkbeeld,
maar
zij
mist
alle
rechts¬
grond,
indien
partijen
vooraf
niet
zijn
overeen
gekomen,
dat
zij
zich
aan
zulk
een
uitspraak
zullen
onderwerpen.
Daarom
hebben
wij
juist
behoefte
aan
een
wettelijk
erkend
arbitraal
collegie,
waardoor
alle
kleine
plaatselijke
en
per¬
soonlijke
geschillen
worden
behandeld.
Er
zijn
b.
v.
van
die
menschen,
die
al-
tjjd
naar
zich
toe
rekenen,
of
die
er
een
studie
van
maken
om
op
genieperige
wijze
anderen
iets
te
ontfutselen.
De
grens¬
scheiding
tussehen
wederzijdsche
erven
schenkt
hiertoe
wel
eens
gelegenheid
en
de
kwesties
die
dienaangaande
ontstaan,
zijn
vele.
Of
nu
het
verlies
of
de
last
van
dengene
die
benadeeld
wordt,
klein
is
misschien,
doet
weinig
ter
zake;
hij
ge¬
voelt
zich
in
zijn
recht
gekrenkt,
en
dat
is
voor
vele
karakters
moeieljjk
te
ver¬
dragen.
Maar
hoe
en
tot
welken
prijs
zal
de
benadeelde
aan
zijn
recht
komen
?
Een
klacht
bij
de
justitie
is
het
eenige
middel,
een
middel
dat
duur
en
waarvaD
de
uitslag
onzeker
is.
Onzeker,
want
de
Rechter
moet
oor-
deelen
over
een
zaak,
met
de
praktijk
en
geschiedenis
waarvan
hij
niet
bekend
is.
Ilij
hangt
af
van
het
oordeel
van
getuigen,
die
niet
altijd
in
staat
zijn
om
hunne
meening
duidelijk
uit
te
spreken.
Hij
moet
oordeelen
naar
ontvangen
indrukken,
waardoor
het
wel
eens
is
gebeurd,
dat
de
uitspraak
van
het
reeht
eigenlijk
onrecht
was.
Met
alle
recht
mag
gezegd
worden
dat
dit
afschrikt,
en
daardoor
blijven
tal
van
kwesties
bestaan,
wier
oplossing
door
der
FEUILLETON.
Een
rijke
Vrouw,
Roman
van
P.
F.
Brunings,
Schrijver
van
„De
Gouverneur,"
20
„De
Gouvernante",
enz.
zake
kundigen
niet
moeielijk
zijn
zou.
En
bij
kwesties
en
kwade
of
naijverige
buren
blijft
het
niet;
op
den
duur
toch
wordt
de
onrechtmatige
toestand
bestendigd,
waarvan
het
gevolg
is,
dat
het
onrecht¬
matig
eigenbelang
over
hetgeen
recht
is
zegeviert.
Het
is
schoon,
dat
wij
ons
er
op
kunnen
beroemen,
dat
in
ons
land
het
recht
on¬
kreukbaar
is
en
voor
allen
gelijk,
maar
niet
schoon
is
het,
dat
de
weg
om
recht
te
verkrijgen
zoo
omslachtig
is
en
daardoor
lang
en
duur,
al
zou
men
dan
ook
willen
voorbijzien,
dat
het,
met
opzicht
tot
som¬
mige
burgerlijke
kwesties
onzeker
is,
zoo¬
dat,
wat
in
den
grond
der
zaak
recht
is,
weieens
niet
tot
zijn
recht
komt.
Daar
is
b.v.
op
het
platteland
iemand,
die
een
woning
heeft
verhuurd.
Een
huurcontract
is
in
behoorlijken
vorm
op¬
gemaakt
en
de
dag
van
het
eindigen
der
huur
is
daarin
duidelijk
omschreven.
De
huurder
moet
dus,
zeg
1
Mei
verhuizen,
tenzij
hij
weder
inhuurt.
De
verhuurder
heeft
hen
echter
vroeg
genoeg
gewaar¬
schuwd,
dat
van
weder
inhuur
geen
sprake
zijn
kan.
Misschien
heeft
hij
er
zijne
redenen
voor
om
de
woning
aan
een
ander
te
verhuren.
Op
den
verhuisdag
echter
weigert
de
huurder
te
vertrekken,
zoodat
de
nieuwe
huurder
is
teleurgesteld,
waar¬
door
soms
een
reeks
van
teleurstellingen
volgt,
en
tal
van
versehikkingen
moeten
plaats
hebben
waaruit
vele
onaangenaam¬
heden
geboren
worden.
En
nu
„moet
het
recht
zijn
loop"
hebben.
En
't
heeft
zijn
loop.
Na
een
veertien
dagen
wordt
de
woning
„gerechtelijk"
ontruimd,
maar
behalve
tijdverlies
komt
het
grapje
den
verhuurder
op
een
dertig
gulden
te
staan.
Men
vraagt
zich
at
of
dat
dure
recht
nu
eigenlijk
recht
is,
of
het
recht
is,
dat
tal
van
menschen
op
den
verhuisdag
de
dupe
worden
van
één
onwillige.
Op
de
plaats
zelf
behoorde
immers
een
macht
te
bestaan
die,
na
zich
overtuigd
te
hebben
dat
ont¬
ruiming
werkelijk
verplichtend
is,
gerech¬
tigd
was,
om
terstond
na
twaalf
ure
op
den
middag
handen
aan
het
werk
te
slaan.
Allerlei
ergerlijke
middeltjes
tot
tijdelijke
onbewoonbaarmaking
van
een
perceel
heeft
men
wel
eens
zien
aanwenden,
ergerlijk,
zoowel
wat
de
strekking
als
de
gevolgen
betreft,
en
waarvan
de
oorzaak
ligt
bij
het
te
langwijlige
en
te
dure
recht.
„Snel
en
goedkoop
recht"
staat
(of
stond)
op
het
program
van
sommige
Kiesveree-
nigingen
;
en
omdat
dit
een
zaak
is,
niet
alleen
van
practisch
maar
ook
van
zedelijk
belang,
mag
de
voldoening
aan
de
ge¬
noemde
eisch
als
een
urgente
zaak
wor¬
den
beschouwd.
Men
mag
toch
aannemen
dat
in
de
natie
een
levendig
gevoel
voor
recht
en
rechtvaardigheid
aanwezig
is,
en
dat
gevoel
mag
niet
beleedigd
of
verzwakt
worden
;
en
dat
wordt
het,
indien,
wat
wij
het
recht
noemen,
zoo
ergerlijk
omslachtig
en
langzaam
is
en
als
het
ware
voor
hoo-
gen
prijs
moet
gekocht
worden.
Snel
en
goedkoop
recht.
Zie,
een
paar
overmoedige,
baldadige
knapen
smijten
bij
iemand
dien
zij
reeds
meermalen
van
hun
spotzucht
lieten
blijken,
eenige
glasruiten
in.
Op
den
duur
zijn
zulke
jongens
niet
altijd
de
siechtsten
of
minst
bruikbaren,
maar
toch,
die
overmoed
behoort
beteugeld
te
worden.
De
gewone
gang
van
zulke
zaken
en
misdrijven
is,
dat
de
beleedigde
en
benadeelde
eene
klacht
indient,
dat
procesverbaal
wordt
opgemaakt
en
de
Rechter
na
dagen,
weken
of
maanden
de
jongens
tot
eenige
dagen
hechtenis
ver¬
oordeelt
en
betaling
der
gerechtskosten
die
toch
oninbaar
zijn.
Indruk
met
be¬
trekking
tot
het
gepleegde
feit
maakt
zoo
iets
bij
de
jongens
niet,
en
de
glasruiten
van
klager
worden
er
niet
heel
door.
An¬
ders
zou
dit
zijn,
indien
de
jongens
direct
in
een
gemeentelijke
bewaarplaats
werden
opgesloten
en
op
water
en
brood
gezet
tot
de
ouders
de
glasruiten
hadden
betaald,
die
in
den
regel
zouden
zorgen,
dat
dit
spoedig
genoeg
plaats
had
;
zoo
niet,
dan
kon
een
maximum
dagen
voor
de
opslui¬
ting
bepaald
worden.
De
ontvangen
in¬
druk
zou
dan
een
meer
blijvende
zijn
en
aan
het
rechtsgevoel
van
het
publiek
werd
beter,
ook
door
het
onmiddellijk
toepassen
van
rechtvaardige
straf
voldaan.
Tevens
zou
het
er
veel
toe
bijdragen,
dat
de
baldadigheid
zich
intoomde.
Zoolang
de
tijd
nog
verre
verwijderd
is,
dat
de
liefde
in
't
algemeen
en
overal
„alle
dingen
bedekt,
hoopt
en
verdraagt"
|
zoo
lang
zal
't
noodig
zijn,
dat
over
som¬
mige
zaken,
daden
en
kwesties
recht
ge¬
sproken
wordt;
's
lands
ingezetenen
heb¬
ben
er
beboette
aan
en
aanspraak
op
Maar
al
kunnen
wij
er
ons
op
beroemen
dat
het
recht
onkreukbaar
is,
aan
dien
roem
hebben
wij
niet
genoeg
zoolang
de
wet
in
de
inrichting
van
het
rechtswezen
geene
belangrijke
wijzigingen
heeft
gebracht.
Wij
hebben
eenige
voorbeelden
genoemd,
die
met
zeer
velen
zouden
kunnen
worden
vermeerderd,
maar
genoeg
om
te
doen
uitkomen:
lo.
Dat
het
recht
en
de
gelegenheid
om
recht
te
verkrijgen
omslachtig
is
en
duur,
waardoor
sommige
feiten
niet
met
den
mantel
der
liefde
maar
met
dien
van
haat
en
wraakzucht
worden
bedekt.
2o.
Dat
de
Rechter
soms
oordeelen
moet
over
zaken
waarvan
hij
geen
de
minste
kennis
heeft,
zoodat
hij
moet
af¬
gaan
op
indrukken
bij
de
verhooren
ont¬
vangen
en
een
gladde
tong
en
beschaafde
vormen
vaak
de
overwinning
behalen,
waardoor
de
uitspraak
van
het
recht
met
rechtvaardigheid
in
strijd
zijn
kan.
3o.
Dat
snel
recht
het
beste
zoo
niet
het
eenige
middel
is
om,
vooral
jeugdige
menschen
in
den
lust
tot
kwaaddoen
te
stuiten,
het
rechtsgevoel
van
het
publiek
te
bevredigen
en
de
achting
voor
recht
en
rechtvaardigheid
in
algemeenen
zin
te
verhoogen.
CONATUS
buitenland.
,
~
1116,1
U1t
Trier
meldt
zijn
te
Pohl-
bach
42
huizen
afgebrand.
Een
meisje
van
2b
jaar
kwam
in
de
vlammen
om.
Ie
Laibach
heeft
den
4den
dezer
te
kwart
vóór
drieën
een
hevige
aardbeving
plaats
gehad,
welke
ettelijke
seconden
duurde.
—
Drie
jaar
geleden
vierden
te
Chapelle-
ies-Herlaimont,
een
Henegouwsch
plaatsje
van
2600
inwoners,
zes
paren
op
denzelfden
dag
hun
gouden
bruiloft.
Gisteren
deden
er
drie
paren
hetzelfde.
—
Dinsdagavond
is
een
heer
van
25
jaren,
o
'J1'
met
Z1jn
even
ouden
knecht
Gendre,
te
Monteaux
(Puy-de-Döme)
voor
een
onweêr
m
een
schuur
gevlucht,
door
den
bliksem
gedood.
—
Volgens
Dalziel
woeden
sedert
meer
dan
eene
week
uitgestrekte
boschbranden
in
ielagh
(Gran),
welke
vruchteloos
door
1500
man
van
het
vreemdenlegioen
worden
be-
kampt.
Verscheidene
Arabieren,
verdacht
van
den
brand
in
het
bout
gestoken
te
heb¬
ben,
zijn
in
hechtenis.
—
De
papegaaien
te
New-York
stijgen
zeer
in
prijs,
zegt
men.
De
oorzaak
daarvan
zou
zijn,
dat
een
bekend
wielrijder
sedert
eenige
dagen
een
papegaai
op
zijn
stuurstang
heeft
zitten,
welke,
zoodra
hij
in
het
gedrang
komt,
uitroept:
»Pas
op
1"
en
iedereen
wijkt
daarop
terug
en
maakt
plaats
voor
den
wiel¬
rijder.
Bis,
de
witte
poes
van
wijlen
de
we¬
duwe
Lelièvre
te
Parijs,
is
overleden.
De
weduwe
bad
10
000
frcs.
voor
de
gemeente¬
scholen
in
een
der
arrondissementen
ver¬
maakt,
ouder
beding
dat
het
gemeentebestuur
baar
toen
elfjarigen
kater
zou
onderhouden.
Het
gemeentebestuur
had
een
formeel
con¬
tract
daartoe
gesloten
met
eene
concierge
die
zich
verbond
dagelijks
voor
5
centimes
lever
en
voor
25
centimes
melk
te
zullen
zorgen
en
daarvoor
55
frcs.
in
de
drie
maan¬
den
ontving.
Het
lijk
van
den
rentenieren¬
den
kater
is
smadelijk
aan
den
vuilnisman
meêgegeven.
—
De
jonge
Koning
van
Spanje
heeft
een
eigenhandigen
brief
geschreven
aan
Koningin
Victoria,
waarin
bij
H.
M.
dank
zegt
voor
de
hem
oulangs
verleende
»
Royal
Victorian"-
orde.
—
De
Trier
heeft
een
driejarig
meisje
bij
ongel
ijk
hare
moeder
vermoord.
Het
kind
stond
op
een
schommel
en
hield
een
mes
in
de
band.
De
moeder,
dit
bemerkende,
liep
op
den
schommel,
die
in
volle
beweging
was,
toe
om
het
scherpe
werktuig
af
te
ne¬
men.
^
De
schommel
kwam
tegen
haar
aan
en
zij
ontving
daarbij
een
stoot
met
het
mes,
aan
de
gevolgen
waarvan
zij
den
volgenden
nacht
overleed.
Ik
lachte
den
boodschapper
allerminzaamst
toe
en
knikte
zoo
hoffelijk
als
't
iemand
in
burgerkleeding
veroorloofd
is
tegen
een
man
in
livrei
te
doen.
De
man
was
nog
niet
aan
het
einde
zijner
missie,
want
hij
boog
opnieuw,
en
zei
toen
dat
we
door
het
park
konden
wandelen
op
tweederlei
wijze;
de
eene
was
rechts
en
de
andere
links,
zoodra
we
het
hek
binnen
wa-
ren,
en
beide
wegen
zouden
ons
brengen
op
bet
punt
waar
we
wezen
moesten,
namelijk
een
brug
over
de
beek,
die
door
het
goed
iep,
en
over
de
brug
gaande,
kwamen
we
in
bet
bosch.
»Heel
goed;
dank-je
wel,"
zei
ik
en
knikte
den
gedienstigste
aller
liefbebberijknechten
nog
eens
vriendelijk
toe,
waarna
de
man
een
statige
buiging
maakte
en
met
majes-
£euzen
tred
naar
de
adellijke
woning
terug¬
houden
we
nu
maar
niet
voortwandelen
?"
zei
ik
tot
mijn
dames,
die
den
deftigen
be¬
diende
vol
erkentelijkheid
en
een
soort
van
bewondering
naoogden.
Ik
had
den
man
den
rug
toegekeerd
en
wilde
den
ingeslagen
weg
vervolgen.
•Zouden
we
dan
niet
door
het
bek
en
over
het
goed
gaan
?"
vroeg
mijn
vrouw
verwonderd.
•
Dat
kunnen
we
doen,"
antwoordde
ik;
•
maar
we
kunnen
er
ook
om
heen
gaan;
een
paar
honderd
passen
verder
ligt
nog
een
brug,
en
dan
komen
we
ook
in
hetbosch."
Mijn
vrouw
vond
het
heel
onbeleefd
om
de
beleefdheid
van
den
baron
Van
Parelman,die
.ons
zijn
brug
aangeboden
had,
onbeantwoord
te
laten.
We
waren
zedelijk
verplicht,
door
zijn
hek,
over
zijn
goed,
over
zijn
brug
en
zoo
naar
zijn
bosch
te
gaan.
Louise
zei
niets,
maar
ze
scheen
tot
het
gevoelen
van
mama
over
te
hellen.
•Komaan,
zei
ik,
—
»we
zullen
voor
mijnheer
Parelman
niet-
in
beleefdheid
on¬
derdoen,"
en
we
keerden
terug.
In
gepeins
wandelde
ik
met
de
eene
hand
op
den
rug,
en
met
de
andere
mijn
wandel¬
stok
in
den
grond
prikkende
bij
eiken
tred
dien
ik
deed,
naast
mijn
dames
voort,
met
het
voorgevoel
van
iemand,
die
op
onveiligen
bodem
is,
waar
hij
ieder
oogenblik
in
een
hinderlaag
kan
vallen.
We
vielen
er
ook
in,
—
ten
minste
ik,
want
mijn
dames
schenen
het
niet
als
zoo¬
danig
te
beschouwen,
toen
de
jonge
Parel¬
man
eensklaps
voor
ons
stond.
Ik
moet
eerlijk
zijn;
de
bekentenis
moet
me
van
't
hart:
ik
was
toen
hoogst
onrecht¬
vaardig;
ik
beschuldigde
de
beide
onschul¬
dige
vrouwen
onder
mijn
hoede
van
deze
voor
mij
onaang-name
ontmoeting.
Ik
had
ze
kunnen
voorkomeD,
maar
ik
zag
dat
ze
alles
behalve
onaangenaam
verrast
waren,
toen
ik
in
de
hinderlaag
viel.
De
jonker
zag
er
charmant
uit
in
zijn
landelijk
kostuum,
met
een
breedgeranden
stroohoed
op
't
hoofd
en
een
lange
sigaar
in
den
mond,
die
hij
met
voorname
achteloos¬
heid
wegwierp,
alvorens
hij
ons
met
den
hoed
in
de
hand
te
gemoet
kwam.
•
Dèmes,
uw
dienaar;
mijnheer
Kérels,
uw
dienaar
1"
zei
Parelmannetje.
Ik
zat
in
de
val;
maar
ik
kreeg
terstond
een
ingeviDg.
•
Mijnheer
Van
Parelman,"
zei
ik,
»ge
waart
zoo
beleefd,
ons
door
een
bediende
te
doen
weten,
dat
we
over
uw
goed
naar
het
bosch
konden
gaan,
en
we
zijn
zoo
vrij
ge¬
weest,
—
zooals
u
ziet,
—
van
uw
beleefd¬
heid
gebruik
te
maken."
•
Uitstekend,
mijnbeer
Kareis.
U
kunt
hier
gerust
rondwandelen.
Voor
't
publiek
is
de
plaats
natuurlijk
gesloten,
—
maar
voor
u
staat
ze
altijd
open.
Hier,
dames,
hebt
u
de
loopbrug
naar
het
bosch.
Dat
is
de
gewone
weg;
maar
we
hebben
daar
ginds
nog
een
andere
brug.
Die
moet
ik
de
da¬
mes
ook
eens
laten
zien.
Permitteer,
mijn¬
heer
Kareis
;
dames,
—
't
is
heel
aardig
zoo'n
bruggetje."
Ik
wist
nu,
dat
we
de
beleefdheid
aan
den
jonker
hadden
te
danken.
[
Hij
ging
ons
voor
en
bracht
ons
bij
een
kettingbrug,
die
laag
op
het
water
hing.
Ik
kende
die
verraderlijke
bruggetjes,
welke
een
omzichtig
mensch,
die
er
zich
op
waagt,
in
groote
verlegenheid
kunnen
bren¬
gen,
en
zei
dat
ik
maar
de
liever
naar
de
andere
brug
terugkeerde;
maar
de
jonker
lachte
en
prees
zijn
brug,
—
een
vinding
van
hem
zelf,
verklaarde
hij,
-
zookrachti»
aan,
dat
mijn
dames
zich
alweer
lieten
be"
wegen
dezen
gids
te
volgen..,
tot
in
den
dood.
Ja,
tot
in
den
dood
!
Hoe
verblind
zijn
toch
de
vrouwen
1
Lambert
wipte
vlug
over
de
brug,
die
golfde
en
luid
rammelde
onder
zijn"lred;
toen
kwam
hij
terug
en
bood
met
eene
buiging
mijn
vrouw
de
hand.
•
Ik
durf
niet,"
zei
Cateau;
maar
ze
stak
toch
haar
hand
uit.
De
jonker
nam
een
vaart
en
kletterde
met
mijn
vrouw
over
de
ratelende
brug.
't
Was
aardig
om
te
zien.
Cateau
was
eensklaps
twintig
jaren
jonger.
Ze
gilde
en
schaterde
onder
bet
loopje
dat
de
jonker
met
haar
nam,
en
toen
ze
aan
de
overzij
was,
riep
ze
uitgelaten;
»Hè,
hoe
prettig!
Louisje,
doe
't
matir
gerust
1
—
Ik
doe
't
meteen
nog
eens
1
Je
moet
niet
bang
zijn."
&
»Neen,
niet
bang
zijn!"
bevestigde
Lam¬
bert.
»Nog
eens,
mevrouw!"
En
Cateau
liet
zich
weer
heel
gewillig
bij
de
hand
nemen,
en
rende
met
jonker
—
Turksche
traagheid.
Iu
1889
werden
de
kapelmeester
en
eenige
leden
van
een
Duitsche
militaire
kapel,
die
destijds
concerten
te
Konstantinopel
heeft
gegeven,
tot
ridders
in
verschillende
orden
benoemd,
en
nu
eerst
zijn
de
regeeringsbe-
sluiten
tot
de
uitreiking
dier
orde
bekend
gemaakt.
-
De
ballon
van
Andrée.
—
Uit
Vardö
wordt
aan
de
Berlijnscbe
Lokal-Anzeiger
ge-
Parelman
over
de
brug.
Ze
had
een
dolle
pret,
de
goede
vrouw.
Louise
stond
te
schateren,
de
lieve
engel,
't
»Was
niet
meer
dan
natuurlijk,
dat
Louise
aan
de
hand
van
onzen
galanten
cicerone
ook
den
tocht
ondernam
over
den
Styx
naar
de
Elyseesche
velden.
Dit
kinderspel
duurde
een
heele
poos,
tot¬
dat
mijn
lachlust
geheel
was
uitgeput;
ik
stapte
ook
over
de
brug,
en
toen
we
een
eind
hadden
voortgewandeld,
meende
ik
mijnheer
Parelman
voor
zijn
vriendelijk
ge¬
leide
te
moeten
bedanken.
Ik
deed
dit
in
de
meest
uitgezochte
termen,
maar
toch
zóó
dat
de
jonker
afscheid
nam,
zich
aanbeve¬
lende
in
onze
welwillendheid
en
goede
•in¬
tenties".
.
Ik
merkte
terstond
aan
mijn
vrouw,
dat
ze
in
't
geheel
niet
gesticht
was
over
mijn
houding
tegenover
den
jonker.
Ze
had
blijk¬
baar
niets
anders
verwacht,
of
ik
zou
dit
beminnelijk
jongmensch
uit
eigen
beweging
afscheid
hebben
laten
nemen.
Louise
keek
ook
al
weer
effen,
en
zoo
wandelden
we,
na
die
uitgelaten
pret
van
zooeven,
heel
afge¬
meten
en
met
uitgestreken
gezichten
naast
elkander
voort.
•
Cateau,"
zei
ik,
»verbeel-je
eens,
dat
dit
mooie
bosch
ons
toebehoorde;
hoe
zou-je
dat
vinden
?
Je
zoudt
je,
denk
ik,
in
't
geval
wel
kunnen
schikken,
niet-waar
?"
•
Beter,
dan
in
mijn
tuintje
met
de
ge¬
palmde
perkjes,
waarin
we
met
ons
tweeën
I
P
iff
k
I
4