Tekstweergave van EC_1897_08_08_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
i No. 94. Acht en Twintigste Jaargang. 1897. ENKHUIZER COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- voor HOLLANDS bondag Dit blad wordt DINSDAG-, DONDERDAG- en ZATERDAG¬ AVOND uitgegeven. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ j. Franco per post door het geheele Rijk voor 3 maanden . 1.20 Naar N. Amerika, Transvaal, Indie, enz., f 6.60 per jaar. Men abonneert zich bij allo Boekhandelaren en Postadministraties of rechtstreeks bij den uitgever A. EGMOND. EN ADVERTENTIEBLAD NOORDERKWARTIER. 8 Augustus. is 50 cents, voor Afzonderlijke Ns. dezer Courant 5 Cents, de 3 >NSi 10 "Cent*. De prijs der Advertentiën van 1 5 eiken regel me'e'r 10 cents. Groote letters en randen worden naar plaatsruimte berekend bewijsnummers gratis. u' mil7 Omsdag-, Donderdag- en Zaterdagmorgen 10 uur gelieve men ue Ailvertciitien m te zenden. Ingezonden stukken minstens e'e'n dag vroeger. Bij bestelling van de ENKHUIZER COURANT in den loop van een'kwartaal betaalt men slechts de Ns. die nog verschijnen Publicatie. Burgemeester en "Wethouders der gemeente Eukhuizen brengen ter kennis van de inge¬ zetenen, dat de Gemeenterekening over bet dienstj'aar 1896 van af 6 dezer gedurende veertien dagen op de Secretarie ter inzage is uedergelegd en tegen betaling der kosten een afschrift daarvan te verkrijgen is. Enkhuizen den 6 Augustus 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, HARTKAMP. De Secretaris, H. VLASVELD. Geen strijd maar een tijdvraag. Het landhuishoudkundig congres is dit jaar op 9 en 10 Juni te Hoorn gehouden. Daarop zou de heer N. Sluis van Enkhui¬ zen optreden als inleider omtrent de vraag: „Is arbitrale uitspraak gewenscht, om bij voorkomende kwesties, hetzij tussehen boeren onderling, hetzij tussehen boeren en handelaars, onmiddellijk uitspraak te kunnnen doen voordat er dikwijls bederf ingetreden is van het artikel, waarover het geschil loopt ?" Of de heer Sluis gelegenheid heeft gehad, om de gronden voor of' tegen het geuite denkbeeld te ontwikkelen, weten we niet, en evenmin weten we dus wat hij er voor of tegen heeft aangevoerd, maar ons dunkt, dat het antwoord op de gestelde vraag wel niet anders dan toestemmend luiden kon. Het ligt niet in ons plan om op de voor¬ gestelde vraag in te gaan en ons toestem¬ mend antwoord met voorbeelden op te helderen en met redenen te omkleeden ; wellicht dat de pers ons in de gelegenheid stelt om het voornaamste er van te ver¬ nemen ; ') Alleen hebben wij er aanleiding in gevonden, om voor ons zelf en anderen nog eens de klacht te herhalen, dat onze rechtspraak veel te omslachtig en te duur is, vooral met betrekking tot zaken van geringere beteekenis. En die omslag is oorzaak van langzaamheid, waarvan geen recht allicht het gevolg is. Jammer dat ouze Wetgevers nimmer den tijd kunnen vinden en den lust en den wil in zich voelen opkomen, om hun aandacht aan een zaak van zooveel belang te wijden. Of vasthoudendheid aau het bestaande of gebrek aan kennis van de behoeften der samenleving als de oorzaak met worden aangemerkt, wie zal 't zeggen. Maar dit is zeker, dat behoefte aan ver¬ betering moet erkend worden, zullen man¬ nen in dien geest aan het werk worden gesteld, mannen, die met de eischen en behoeften van het leven in de maatschapij bekend zijn. En of die mannen onder de ') Daarnaar zagen wij echter tevergeefs rechtsgeleerden van beroep moeten gezocht worden, mag twijfelachtig worden genoemd, zij het ook al, dat rechtsgeleerden bij het ontwerpen van een nieuwe regeling ter verkrijging van snel en goedkoop recht, niet geheel konden gemist worden. Hoe grooter uitbreiding aan Kantons en Arrondissementen gegeven wordt, teneinde door besparing aan die zijde de tracte- menten der rechters te kunnen verhoogen, hoe meer, vooral op het platteland en in de kleinere steden, de behoefte aan sneller ! en goedkooper recht gevoeld wordt, ook al neemt men niet eens in aanmerking de onaangenaamheid en het tijdverlies ver¬ bonden aan de noodzakelijkheid om vaak uren gaans van zijne woonplaats een recht¬ zitting bij te wonen. Is het wonder dat bij het plegen van een strafbaar feit velen zich verwijderen en algeheele onbekendheid met de zaak voorwenden, teneinde het gevaar te ont¬ gaan van als getuige te zullen worden op¬ geroepen ? „Dek toe, dek toe", zei iemand tot zijn nevenman, die mede getuige was van een strafbaar feit, „dek toe, weet wel, dat Alkmaar ver van hier ligt en datje kunt worden opgeroepen tegen een tijd als't je zeer slecht voegt ? Arbitrale uitspraak waarover de heer Sluis zou spreken (of misschien heeft ge¬ sproken) is wel een mooi, een aantrekke¬ lijk denkbeeld, maar zij mist alle rechts¬ grond, indien partijen vooraf niet zijn overeen gekomen, dat zij zich aan zulk een uitspraak zullen onderwerpen. Daarom hebben wij juist behoefte aan een wettelijk erkend arbitraal collegie, waardoor alle kleine plaatselijke en per¬ soonlijke geschillen worden behandeld. Er zijn b. v. van die menschen, die al- tjjd naar zich toe rekenen, of die er een studie van maken om op genieperige wijze anderen iets te ontfutselen. De grens¬ scheiding tussehen wederzijdsche erven schenkt hiertoe wel eens gelegenheid en de kwesties die dienaangaande ontstaan, zijn vele. Of nu het verlies of de last van dengene die benadeeld wordt, klein is misschien, doet weinig ter zake; hij ge¬ voelt zich in zijn recht gekrenkt, en dat is voor vele karakters moeieljjk te ver¬ dragen. Maar hoe en tot welken prijs zal de benadeelde aan zijn recht komen ? Een klacht bij de justitie is het eenige middel, een middel dat duur en waarvaD de uitslag onzeker is. Onzeker, want de Rechter moet oor- deelen over een zaak, met de praktijk en geschiedenis waarvan hij niet bekend is. Ilij hangt af van het oordeel van getuigen, die niet altijd in staat zijn om hunne meening duidelijk uit te spreken. Hij moet oordeelen naar ontvangen indrukken, waardoor het wel eens is gebeurd, dat de uitspraak van het reeht eigenlijk onrecht was. Met alle recht mag gezegd worden dat dit afschrikt, en daardoor blijven tal van kwesties bestaan, wier oplossing door der FEUILLETON. Een rijke Vrouw, Roman van P. F. Brunings, Schrijver van „De Gouverneur," 20 „De Gouvernante", enz. zake kundigen niet moeielijk zijn zou. En bij kwesties en kwade of naijverige buren blijft het niet; op den duur toch wordt de onrechtmatige toestand bestendigd, waarvan het gevolg is, dat het onrecht¬ matig eigenbelang over hetgeen recht is zegeviert. Het is schoon, dat wij ons er op kunnen beroemen, dat in ons land het recht on¬ kreukbaar is en voor allen gelijk, maar niet schoon is het, dat de weg om recht te verkrijgen zoo omslachtig is en daardoor lang en duur, al zou men dan ook willen voorbijzien, dat het, met opzicht tot som¬ mige burgerlijke kwesties onzeker is, zoo¬ dat, wat in den grond der zaak recht is, weieens niet tot zijn recht komt. Daar is b.v. op het platteland iemand, die een woning heeft verhuurd. Een huurcontract is in behoorlijken vorm op¬ gemaakt en de dag van het eindigen der huur is daarin duidelijk omschreven. De huurder moet dus, zeg 1 Mei verhuizen, tenzij hij weder inhuurt. De verhuurder heeft hen echter vroeg genoeg gewaar¬ schuwd, dat van weder inhuur geen sprake zijn kan. Misschien heeft hij er zijne redenen voor om de woning aan een ander te verhuren. Op den verhuisdag echter weigert de huurder te vertrekken, zoodat de nieuwe huurder is teleurgesteld, waar¬ door soms een reeks van teleurstellingen volgt, en tal van versehikkingen moeten plaats hebben waaruit vele onaangenaam¬ heden geboren worden. En nu „moet het recht zijn loop" hebben. En 't heeft zijn loop. Na een veertien dagen wordt de woning „gerechtelijk" ontruimd, maar behalve tijdverlies komt het grapje den verhuurder op een dertig gulden te staan. Men vraagt zich at of dat dure recht nu eigenlijk recht is, of het recht is, dat tal van menschen op den verhuisdag de dupe worden van één onwillige. Op de plaats zelf behoorde immers een macht te bestaan die, na zich overtuigd te hebben dat ont¬ ruiming werkelijk verplichtend is, gerech¬ tigd was, om terstond na twaalf ure op den middag handen aan het werk te slaan. Allerlei ergerlijke middeltjes tot tijdelijke onbewoonbaarmaking van een perceel heeft men wel eens zien aanwenden, ergerlijk, zoowel wat de strekking als de gevolgen betreft, en waarvan de oorzaak ligt bij het te langwijlige en te dure recht. „Snel en goedkoop recht" staat (of stond) op het program van sommige Kiesveree- nigingen ; en omdat dit een zaak is, niet alleen van practisch maar ook van zedelijk belang, mag de voldoening aan de ge¬ noemde eisch als een urgente zaak wor¬ den beschouwd. Men mag toch aannemen dat in de natie een levendig gevoel voor recht en rechtvaardigheid aanwezig is, en dat gevoel mag niet beleedigd of verzwakt worden ; en dat wordt het, indien, wat wij het recht noemen, zoo ergerlijk omslachtig en langzaam is en als het ware voor hoo- gen prijs moet gekocht worden. Snel en goedkoop recht. Zie, een paar overmoedige, baldadige knapen smijten bij iemand dien zij reeds meermalen van hun spotzucht lieten blijken, eenige glasruiten in. Op den duur zijn zulke jongens niet altijd de siechtsten of minst bruikbaren, maar toch, die overmoed behoort beteugeld te worden. De gewone gang van zulke zaken en misdrijven is, dat de beleedigde en benadeelde eene klacht indient, dat procesverbaal wordt opgemaakt en de Rechter na dagen, weken of maanden de jongens tot eenige dagen hechtenis ver¬ oordeelt en betaling der gerechtskosten die toch oninbaar zijn. Indruk met be¬ trekking tot het gepleegde feit maakt zoo iets bij de jongens niet, en de glasruiten van klager worden er niet heel door. An¬ ders zou dit zijn, indien de jongens direct in een gemeentelijke bewaarplaats werden opgesloten en op water en brood gezet tot de ouders de glasruiten hadden betaald, die in den regel zouden zorgen, dat dit spoedig genoeg plaats had ; zoo niet, dan kon een maximum dagen voor de opslui¬ ting bepaald worden. De ontvangen in¬ druk zou dan een meer blijvende zijn en aan het rechtsgevoel van het publiek werd beter, ook door het onmiddellijk toepassen van rechtvaardige straf voldaan. Tevens zou het er veel toe bijdragen, dat de baldadigheid zich intoomde. Zoolang de tijd nog verre verwijderd is, dat de liefde in 't algemeen en overal „alle dingen bedekt, hoopt en verdraagt" | zoo lang zal 't noodig zijn, dat over som¬ mige zaken, daden en kwesties recht ge¬ sproken wordt; 's lands ingezetenen heb¬ ben er beboette aan en aanspraak op Maar al kunnen wij er ons op beroemen dat het recht onkreukbaar is, aan dien roem hebben wij niet genoeg zoolang de wet in de inrichting van het rechtswezen geene belangrijke wijzigingen heeft gebracht. Wij hebben eenige voorbeelden genoemd, die met zeer velen zouden kunnen worden vermeerderd, maar genoeg om te doen uitkomen: lo. Dat het recht en de gelegenheid om recht te verkrijgen omslachtig is en duur, waardoor sommige feiten niet met den mantel der liefde maar met dien van haat en wraakzucht worden bedekt. 2o. Dat de Rechter soms oordeelen moet over zaken waarvan hij geen de minste kennis heeft, zoodat hij moet af¬ gaan op indrukken bij de verhooren ont¬ vangen en een gladde tong en beschaafde vormen vaak de overwinning behalen, waardoor de uitspraak van het recht met rechtvaardigheid in strijd zijn kan. 3o. Dat snel recht het beste zoo niet het eenige middel is om, vooral jeugdige menschen in den lust tot kwaaddoen te stuiten, het rechtsgevoel van het publiek te bevredigen en de achting voor recht en rechtvaardigheid in algemeenen zin te verhoogen. CONATUS buitenland. , ~ 1116,1 U1t Trier meldt zijn te Pohl- bach 42 huizen afgebrand. Een meisje van 2b jaar kwam in de vlammen om. Ie Laibach heeft den 4den dezer te kwart vóór drieën een hevige aardbeving plaats gehad, welke ettelijke seconden duurde. Drie jaar geleden vierden te Chapelle- ies-Herlaimont, een Henegouwsch plaatsje van 2600 inwoners, zes paren op denzelfden dag hun gouden bruiloft. Gisteren deden er drie paren hetzelfde. Dinsdagavond is een heer van 25 jaren, o 'J1' met Z1jn even ouden knecht Gendre, te Monteaux (Puy-de-Döme) voor een onweêr m een schuur gevlucht, door den bliksem gedood. Volgens Dalziel woeden sedert meer dan eene week uitgestrekte boschbranden in ielagh (Gran), welke vruchteloos door 1500 man van het vreemdenlegioen worden be- kampt. Verscheidene Arabieren, verdacht van den brand in het bout gestoken te heb¬ ben, zijn in hechtenis. De papegaaien te New-York stijgen zeer in prijs, zegt men. De oorzaak daarvan zou zijn, dat een bekend wielrijder sedert eenige dagen een papegaai op zijn stuurstang heeft zitten, welke, zoodra hij in het gedrang komt, uitroept: »Pas op 1" en iedereen wijkt daarop terug en maakt plaats voor den wiel¬ rijder. Bis, de witte poes van wijlen de we¬ duwe Lelièvre te Parijs, is overleden. De weduwe bad 10 000 frcs. voor de gemeente¬ scholen in een der arrondissementen ver¬ maakt, ouder beding dat het gemeentebestuur baar toen elfjarigen kater zou onderhouden. Het gemeentebestuur had een formeel con¬ tract daartoe gesloten met eene concierge die zich verbond dagelijks voor 5 centimes lever en voor 25 centimes melk te zullen zorgen en daarvoor 55 frcs. in de drie maan¬ den ontving. Het lijk van den rentenieren¬ den kater is smadelijk aan den vuilnisman meêgegeven. De jonge Koning van Spanje heeft een eigenhandigen brief geschreven aan Koningin Victoria, waarin bij H. M. dank zegt voor de hem oulangs verleende » Royal Victorian"- orde. De Trier heeft een driejarig meisje bij ongel ijk hare moeder vermoord. Het kind stond op een schommel en hield een mes in de band. De moeder, dit bemerkende, liep op den schommel, die in volle beweging was, toe om het scherpe werktuig af te ne¬ men. ^ De schommel kwam tegen haar aan en zij ontving daarbij een stoot met het mes, aan de gevolgen waarvan zij den volgenden nacht overleed. Ik lachte den boodschapper allerminzaamst toe en knikte zoo hoffelijk als 't iemand in burgerkleeding veroorloofd is tegen een man in livrei te doen. De man was nog niet aan het einde zijner missie, want hij boog opnieuw, en zei toen dat we door het park konden wandelen op tweederlei wijze; de eene was rechts en de andere links, zoodra we het hek binnen wa- ren, en beide wegen zouden ons brengen op bet punt waar we wezen moesten, namelijk een brug over de beek, die door het goed iep, en over de brug gaande, kwamen we in bet bosch. »Heel goed; dank-je wel," zei ik en knikte den gedienstigste aller liefbebberijknechten nog eens vriendelijk toe, waarna de man een statige buiging maakte en met majes- £euzen tred naar de adellijke woning terug¬ houden we nu maar niet voortwandelen ?" zei ik tot mijn dames, die den deftigen be¬ diende vol erkentelijkheid en een soort van bewondering naoogden. Ik had den man den rug toegekeerd en wilde den ingeslagen weg vervolgen. •Zouden we dan niet door het bek en over het goed gaan ?" vroeg mijn vrouw verwonderd. Dat kunnen we doen," antwoordde ik; maar we kunnen er ook om heen gaan; een paar honderd passen verder ligt nog een brug, en dan komen we ook in hetbosch." Mijn vrouw vond het heel onbeleefd om de beleefdheid van den baron Van Parelman,die .ons zijn brug aangeboden had, onbeantwoord te laten. We waren zedelijk verplicht, door zijn hek, over zijn goed, over zijn brug en zoo naar zijn bosch te gaan. Louise zei niets, maar ze scheen tot het gevoelen van mama over te hellen. •Komaan, zei ik, »we zullen voor mijnheer Parelman niet- in beleefdheid on¬ derdoen," en we keerden terug. In gepeins wandelde ik met de eene hand op den rug, en met de andere mijn wandel¬ stok in den grond prikkende bij eiken tred dien ik deed, naast mijn dames voort, met het voorgevoel van iemand, die op onveiligen bodem is, waar hij ieder oogenblik in een hinderlaag kan vallen. We vielen er ook in, ten minste ik, want mijn dames schenen het niet als zoo¬ danig te beschouwen, toen de jonge Parel¬ man eensklaps voor ons stond. Ik moet eerlijk zijn; de bekentenis moet me van 't hart: ik was toen hoogst onrecht¬ vaardig; ik beschuldigde de beide onschul¬ dige vrouwen onder mijn hoede van deze voor mij onaang-name ontmoeting. Ik had ze kunnen voorkomeD, maar ik zag dat ze alles behalve onaangenaam verrast waren, toen ik in de hinderlaag viel. De jonker zag er charmant uit in zijn landelijk kostuum, met een breedgeranden stroohoed op 't hoofd en een lange sigaar in den mond, die hij met voorname achteloos¬ heid wegwierp, alvorens hij ons met den hoed in de hand te gemoet kwam. Dèmes, uw dienaar; mijnheer Kérels, uw dienaar 1" zei Parelmannetje. Ik zat in de val; maar ik kreeg terstond een ingeviDg. Mijnheer Van Parelman," zei ik, »ge waart zoo beleefd, ons door een bediende te doen weten, dat we over uw goed naar het bosch konden gaan, en we zijn zoo vrij ge¬ weest, zooals u ziet, van uw beleefd¬ heid gebruik te maken." Uitstekend, mijnbeer Kareis. U kunt hier gerust rondwandelen. Voor 't publiek is de plaats natuurlijk gesloten, maar voor u staat ze altijd open. Hier, dames, hebt u de loopbrug naar het bosch. Dat is de gewone weg; maar we hebben daar ginds nog een andere brug. Die moet ik de da¬ mes ook eens laten zien. Permitteer, mijn¬ heer Kareis ; dames, 't is heel aardig zoo'n bruggetje." Ik wist nu, dat we de beleefdheid aan den jonker hadden te danken. [ Hij ging ons voor en bracht ons bij een kettingbrug, die laag op het water hing. Ik kende die verraderlijke bruggetjes, welke een omzichtig mensch, die er zich op waagt, in groote verlegenheid kunnen bren¬ gen, en zei dat ik maar de liever naar de andere brug terugkeerde; maar de jonker lachte en prees zijn brug, een vinding van hem zelf, verklaarde hij, - zookrachti» aan, dat mijn dames zich alweer lieten be" wegen dezen gids te volgen.., tot in den dood. Ja, tot in den dood ! Hoe verblind zijn toch de vrouwen 1 Lambert wipte vlug over de brug, die golfde en luid rammelde onder zijn"lred; toen kwam hij terug en bood met eene buiging mijn vrouw de hand. Ik durf niet," zei Cateau; maar ze stak toch haar hand uit. De jonker nam een vaart en kletterde met mijn vrouw over de ratelende brug. 't Was aardig om te zien. Cateau was eensklaps twintig jaren jonger. Ze gilde en schaterde onder bet loopje dat de jonker met haar nam, en toen ze aan de overzij was, riep ze uitgelaten; »Hè, hoe prettig! Louisje, doe 't matir gerust 1 Ik doe 't meteen nog eens 1 Je moet niet bang zijn." & »Neen, niet bang zijn!" bevestigde Lam¬ bert. »Nog eens, mevrouw!" En Cateau liet zich weer heel gewillig bij de hand nemen, en rende met jonker Turksche traagheid. Iu 1889 werden de kapelmeester en eenige leden van een Duitsche militaire kapel, die destijds concerten te Konstantinopel heeft gegeven, tot ridders in verschillende orden benoemd, en nu eerst zijn de regeeringsbe- sluiten tot de uitreiking dier orde bekend gemaakt. - De ballon van Andrée. Uit Vardö wordt aan de Berlijnscbe Lokal-Anzeiger ge- Parelman over de brug. Ze had een dolle pret, de goede vrouw. Louise stond te schateren, de lieve engel, 't »Was niet meer dan natuurlijk, dat Louise aan de hand van onzen galanten cicerone ook den tocht ondernam over den Styx naar de Elyseesche velden. Dit kinderspel duurde een heele poos, tot¬ dat mijn lachlust geheel was uitgeput; ik stapte ook over de brug, en toen we een eind hadden voortgewandeld, meende ik mijnheer Parelman voor zijn vriendelijk ge¬ leide te moeten bedanken. Ik deed dit in de meest uitgezochte termen, maar toch zóó dat de jonker afscheid nam, zich aanbeve¬ lende in onze welwillendheid en goede •in¬ tenties". . Ik merkte terstond aan mijn vrouw, dat ze in 't geheel niet gesticht was over mijn houding tegenover den jonker. Ze had blijk¬ baar niets anders verwacht, of ik zou dit beminnelijk jongmensch uit eigen beweging afscheid hebben laten nemen. Louise keek ook al weer effen, en zoo wandelden we, na die uitgelaten pret van zooeven, heel afge¬ meten en met uitgestreken gezichten naast elkander voort. Cateau," zei ik, »verbeel-je eens, dat dit mooie bosch ons toebehoorde; hoe zou-je dat vinden ? Je zoudt je, denk ik, in 't geval wel kunnen schikken, niet-waar ?" Beter, dan in mijn tuintje met de ge¬ palmde perkjes, waarin we met ons tweeën I P iff k I 4