Tekstweergave van EC_1892_01_15_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No.
7
Drie
en
Twintigste
Jaargang.
It
92.
ENKHUIZER
COURANT.
IUEMEEJ
SIïlIlS
'oor
HOLLANDS
V
rijt
Ia
S
Dn
blail
verschijnt
WOKNSRAUS,
VHMDA
GS
en
ZONDAGS
AuuuDeirientsprijss
voor
H
uiaautjeo
.
f>
ÏY&iico
j.er
post
„3
„
Jf
,"2o
'f
w?htstrZrh«2if
bij-t*"°
»»«kU.,ieUreo'en
P^tdirecteur^,
'
recntstreeltf
bij
den
uitgever
A.
MOND.
Eï
1ITEBTEITIS1LO
NOORDERKWARTIER
15
Januari.
Afzonderlijke
Ns.
dezer
Courant
aan
het
Bureau
afgehaald
5
Cents.
De
prijs
der
Advertentiën
van
1—6
regels
is
65
cents
met
inbegrip
van
1
bewijsnummer,
voor
eiken
regel
me'e'r
10
cenü
n,j
7
P!nsda^"'...Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
nor
gelieve
men
de
Ad
verten
tien
in
te
zenden.
Ingezonden
stukken
minstens
één
dag
vroeger.
B.)
bestelling
„„
rCKlinzn,COURANT
i.
de„
,„,p
.en
W.r^l
Wn
M
»lech„
de
Ns.
die
„„g
„„ebijnet,
Verkwisten
en
vernietigen
en
groote
kapitalen.
In
de
groote
menschenmaatschappij
worden
ve
e
uitdrukkingen
gehoord,
van
vader
of
groot¬
vader
overgaande
tot
zoon
en
kleinzoon,
klakke-
oos
als
waar
erkend,
en
die
toch
volstrekt
geene
waar
leid
bevatten.
Zelfs
menschen
van
ontwik¬
keling
gebruiken
ze
en
't
heeft
heel
wat
moeite
in,
ze
te
overtuigen,
dat
ze
zich
met
al
die
over¬
geërfde
wetenschap
op
geheel
verkeerd
terrein
bevinden.
,,.Pe.
,n.ens°h
ziet
aan,
wat
voor
oogen
is.
Zijn
bhk
!s
in
den
regel
bekrompen.
Hij
strekt
zich
uit
tot
een
beperkten
kring,
de
omgeving,
en
denkt
verder
niet
dieper
door.
Van
daar
dit
verschijnsel.
Daar
waait
b.v.
een
hevige
storm.
Onze
dak¬
pannen
moeten
't
ontgelden,
schoorsteenen
storten
naar
heneden,
glasramen
worden
verbrijzeld,..
bravo
voor
den
timmerman
en
den
glazenmaker
:
ec
komt
weer
werk!
Hoe
jammer,
zucht
er
ginds
een
werkman,
dat
de
dijken
zoo
stevig
zijn!
Hier
en
daar
een
ferm
gat,
ee»
rij
ot
wat
palen
weg¬
geslagen,
een
aantal
steenen
verzet,
—
't
zou
een
heele
opknapper
zijn.
Ziet,
er
kwam
weer
werk
en
met
het
werk
komt
brood.
'f
a?eD
,8cb'P
wor
uit
zijn
koers
gedreven,
t
Strandt,
öoddank
!
de
menschen
worden
ge¬
red.
Vu
moge
't
fraaie
vaartuig
uit
elkander
slaan
en
zijne
kostbare
lading
her
en
derwaarts
stuiven,
wat
nood
?
De
scheepstimmerman
leeft
en
volgaarne
is
hij
bereid
een
nieuw
vaartuig
te
leveren.
En
wat
de
koopwaren
aanbelangt,
er
Z1J"
®r
meeG
de
handel
moet
toch
ook
leven
!
Elders
stijgen
vlammen
omhoog.
Ze
vernielen
een
flinke
woning
met
pakhuis,
schuur
en
stal-
ln8'
P°k
hier
worden
de
bewoners
gered.
En
gelukkig,
de
panden
en
do
inboedel,
't
was
alles
verzekerd
en
ook
nog
al
goed
verzekerd,
de
men¬
sehen
wisten
de
„waarde"
te
houden,
wie
spreekt
er
nu
nog
van
een
ongeval
?
De
bouwmeester
staat
onmiddelijk
weer
gereed,
ieder
is
in
de
weer
2.
FEUILLETON.
lories
de
Strooper.
Een
beeld
uit
het
Volksleven.
Dries
zou
echter
nog
zoo
spoedig
de
denr
niet
nit,
aie
hij
't,
uithoofde
van
het
late
uor,
wel
wenschte,
want
nog
heeft
bij
//'t
goên
avond"
niet
geheel
uit¬
gesproken,
of
nit
den
hoek
van
den
baard
rijst
eene
gedaante
op,
die
de
hand
hem
op
den
schonder
legt
en
eene
wijle
hem
goedig
in
't
gelaat
staart,
't
Was
eene
bejaarde
vronw,
wier
bleek
gelaat
en
ingevallen
wang
schenen
te
getuigen,
dat
zij
eenmaal
rijkelijk
haar
deel
aan
's
levens
leed,
en
als'zoo
velen,
den
last
van
een
krnis
had
ge:orscht,
dat
haar
zwaar
op
de
schooderen
woog.
Reeds
geruimen
tijd
had
zij,
in
gedachten
verzonken
bij
den
baard
nedergezeten,
en
door
niets
hare
tegenwoordigheid
verraden
voor
haar
zoon,
want
dat
die
beide
moeder
en
zoon
waren,
zult
gij,
buiten
onze
verklaring,
zeker
reeds
hebben
vermoed.
De
jonge
man
zag
eenigszins
vreemd
op,
toen
zijne
moeder
op
zoo
zonderlinge
wijze,
gedurende
eea'ige
seconden
hem
aanzag,
en
niet
zonder
dat
eeoige
wrevel
in
zijne
stem
hoorbaar
was
vroeg
hij:
«En
wat
wondt
ge,
moeder?"
"Dat
ge
't
geweer
in
den
hoek
zettet,
en
Bello
op
en
verdient.
Juist,
„zoo
komt
het
geld
onder
de
menschen
!"
Ot
op
een
ander
gebied.
Ginds
woont
een
rijkaard.
Hij
heeft
schatten
volop.
Meent
echter
niet,
dat
hij
een
duitendief
is.
Waarachtig
niet,
hij
durft
er
aan
te
komen,
Wat
maalt
hij
om
wat
zilver
!
Iedereen
weet
er
van
mee
te
praten,
hoezeer
„mijnheer"
een
beste
klant
van
hem
is.
Daar
valt
wat
aan
hem
te
verdienen,
't
Halve
dorp,
de
halve
staat
bestaat
door
hem!
Al
wordt
hij
arm,
zoo
arm
als
een
pier,
men
zal
„mijnheer",
ja,
een
gekke
vent
noemen,
die
't
„zoover"
dreef,
maar
overigens
toch
een
goede
kerel,
die
wat
voor
een
ander
over
had
en
velen
aan
een
broodje
hielp
!
Deze
en
dergelijke
uitingen
en
meeningen
hoort
men
volop
verkondigen
als
waarheden
zoo
dik
als
koeien.
Het
geld
moet
onder
de
menschen
en
zóó
Komt
het
aan
't
rollen,
't
Is
niet
goed
dat
het
op
„hoopen"
zit.
Zou
er
echter
op
die
„dikke
waarheden".niets
zyn
af
te
dingen
?
Laat
ons
zien.
In
het
laatstgenoemde
geval
faalde
de
overi¬
gens
zoo
zekere
uitspraak
reeds.
Ofschoon
onze
verarmde
rijkaard
nog
geprezen
werd,
noemde
men
hem
toch
een
„gekke"
vent,
omdat
hij
't
„zoover
liet
komen.
Er
haperde
dus
wel
iets
aan.
Op
zijn
minst
genomen
zijne
onbekendheid
met
de
grens,
tot
welke
hij
dan
wel
had
mogen
gaan.
Voor
t
overige:
de
leveranciers
zullen
den
goeden
klant
missen.
Zij
hadden
dadelijk
voordeel
bij
hem
en
dat
beteekent
iets.
Zoo
ook
ging
het
den
bouwmeester
van
het
door
storm
of
braud
vernielde.
Vele
menschen
hadden
daardoor
werk
en
brood.
Dit
valt
niet
te
ontkennen.
En
dit
ziet
men
aan
in
kleinen
kring
en
zegent
daar
bij
in
't
stille
de
oorzaken,
daarbij
hopende,
dat
mooprlara
rlonivnlML»
11
T
°!
,^e\dat
uw
kapitaal
in
enkele
weken
verbrast
zij!
Waarom
gaat
dit
moeielijk?
Och,
men
gevoelt
het
zelve,
't
kan
er
niet
eerlijk
op
door.
JSoch
m
verkwisting,
noch
in
vernieling
is
het
heil
der
maatschappij
gelegen.
Enkelen
mogen
er
even
voordeel
bij
hebben,
veel
meer
anderen
lij¬
den
er
schade
bij.
Ware
het
anders,
waai
op
dan,
o
storm
!
en
woed
door,
gij
vuur
!
en
ver¬
niel,
vernietig
alles,
als
ge
de
menschenlevens
maar
spaart!
Niet
waar,
ge
huivert
reeds
bij
die
gedachte,
en
erkent
dat
het
zóó
uwe
bedoeling
niet
is
ge¬
weest.
Zóó
rolden
de
dubbeltjes
te
ver
!
Er
moe¬
ten
ook
aan
dat
rollen
grenzen
worden
gesteld.
iNeen,
niet
alles
vernietigd
of
verkwist,
zoo
voor
als
na
eens
wat,
enkele
procenten,
ziet
ge,
maar...
Maar
daarmede
bewijst
ge
ook
de
zwakheid
uwer
stelling,
die
inderdaad
onhoudbaar
is.
Alles
wat
verteerd
is,
in
den
bovengenoemden
zin,
doet
geen
nut
meer
en
alle
verkwisting
en
vernieling
is
schadelijk
voor
de
geheele
gemeenschap.
Beide
tinnen,
onmogelijk
de
grondslagen
vormen
voor
het
geheele
gemeenschap.
Beide
kunnen
onmo¬
gelijk
de
grondslagen
vormen
voor
het
geluk
der
maatschappij.
Hare
inrichting
dient
op
andere
en
betere
fundamenten
te
steunen,
die
allen
eigen-
om
zoowel
te
zee
als
te
land
beschermt.
In
die
richting
waren
dan
ook
al
de
voorgeslachten
werkzaam
en
moeten
wij
het
eveneens
zijn.
7
^
^11Gjjv
11Gv,
UilXb
meerdere
dergelijke
gevallen
spoedig
mogen
vol¬
gen.
Let
wel,
men
doet
dit
in
't
stille,
't
Zou
toch
moeielijk
gaan
om
te
zeggen,
't
overluid
te
wenschen
:
„Mijnheer
X,
ik
hoop
werkelijk
in't
algemeen
belang
dat
uw
schip
verga,
of
uw
huis
verbrande,
den
haard
slapen
liet,
Dries,
en
zelf
nog
liever
even
bij
Treesfee
opiiept,
in
plaats
van
de
hei
in
te
gaan."
//Alweer
die
malligheid,"
was
't
antwoord,
dat
lachende
gegeven
werd,
«schaam
n,
moeke,
die
sinds
dertig
jaar
stroopersvrouw
en
stioopersmoeder
is,
om
nog
te
hechten
aan
kraaien
op
't
dak
en
een
omge
vallen
crucifix.
Kom,
ga
heen,
en
laat
me
de
hei
opgaan,
't
is
't
beste
weer
om
ze
te
«nekken"
'k
heb
den
notaris
beloofd,
dat
hij
morgen
ochtend
wild
in
overvloed
hebben
zou
voor
de
bruiloft
van
de
Juffrouw."
En
hij
stootte
haar
zachtkens
van
zich
af,
floot
zijn
hond,
die
vroolijk
tegen
hem
opsprong
en
stak
de
band
uit,
ona
de
klink
van
de
denr
op
te
wippen,
die
de
oude,
zoodra
ze
was
opgerezen,
had
dicht
geworpen.
Maar
vrouw
Volfeerts
hield
niet
af
en
in
luid
snik¬
ken
uitbarsteade,
sloeg
za
haren
arm
om
zijnen
hals,
zoo
innig
en
zoo
vol
liefde
hem
aanstarende,
ais
alleen
eene
moeder
dat
doen
kan.
«Dries,
Dries,"
snikte
ze,
«laat
je
leiden,
mijn
jongen,
door
je
moeder,
die
zooveel
meer
ondervouden
heeft,
als
je
nog
wel
weet.
Ik
heb
deez'
morgen
niet
zonder
reden
gewaarschuwd;
'k
heb
van
nacht
zoo
duidelijk
de
kraaien
op
't
huis
gehoord,
omdat
ze
de
vlerken
schudden
tegen
het
d..k,
en
in
't
riet
pikten
met
den
snavel,
zoo
wilden
zoo
hard,
dat
het
zeker
een
kwaad
voorteeken
moest
wezen.
En
lag
het
crnsifix
niet
omgevallen
in
het
kabinet,
en
heb
ik
je
niet
gezien
in
den
droom,
toen
ik
eindelijk
tegen
den
morgen
in
slaap
viel,
met
den
Nog
iets.
Men
hoopte,
men
wenschte
wel
niet
zoo
bepaald
een
schipbreuk,
een
dijkbreuk
ofwel
«ohi
Th
T
a!!orrT8t
het
orgaan
van
dat
schip
of
het
verbranden
van
die
woning.
Och
neen,
de
hoop,
de
wensen
strekte
zich
alleen
maar
uit
tot
werk,
tot
brood.
Het
geld
moet
zitten
!
men8chen'
er
te
™>1
«P
hoopen
Ziet,
zoo
komen
we
op
meer
zuiver
terrein
De
wensch
naar
werk
en
brood
is
eene
allezins'
re-
delijke
en
hare
vervulling
moet
door
iederen
wel¬
denkende
zoo
krachtig
mogelijk
worden
bevorderd
t
is
maar
de
vraag
langs
welken
weg.
Niet
kogel
dwars
door
het
hart,
dien
de
nijdige
ianêTvan
heiïigeneIw°lP
jS
g6fkt
had?
Dries-
Dries,
om
aller
h
ihgen
wil,
ga
niet,
ga
van
avond
niet
uit.
't
Zal
je
bei
ouwen,
heel
je
leven
lang."
tnnDr!est.sto.nd
e?n
«ogenblik
in
gedachten.
Hij
mocht
Wn^nrrj
JOngj!r
dan
zijne
moeder,
het
bijgeloof
oefende
ook
op
hem
invloed
uit,
en
al
mocht
als
aan
™orte®!lenen
al
zooveel
gewicht
niet
hechten
de
.grijze,
die
ze
oh
voorwaardelijk
aannam,
toch
Tcb
h*H
V6n
i
eeDOeg
°m
de
gedachte,
dat
ze
zich
hadaen
voorgedaan,
zich
geheel
uit
het
hoofd
te
kunnen
zetten.
Maar
daarnevens
kwam
een
denkbeeld
bij
hem
op,
dat
hij
lichtelijk
de
gunst
van
de!
nota¬
ris
verbeuren
kon
wanneer
hg
mevrouw
met
hare
partij
in
den
brand
liet,
en
hij
wilde
zoo
gaarne
met
f"Z\g°nVLie^
bl8vell>
omdat
hij
een
plannetje
in
zijn
hoofd
had,
waar
deze
hem
het
best
bij
belpeo
]nüVB,
waan,
®en
e,g0D
huisje
en
een
eigen
vrouwtje
L
L
I
e*?
?6
VOornaam8te
'ol
speelden.
De
vrees
om
het
laatste
te
moeten
opgeven,
wanneer
hij
mis¬
schien
me.
die
autoriteit
in
onmin
raakte,
hield
de
overhand
op
zijn
bijgeloof,
dat
nu
in
het
'duister,
dat
&
dSder
viei-hem
het
hart
toch
J?'
°!
'*■
daag
allen
van
den
booze
bezeten
zijt,
riep
hij
ten
laatste
op
harder
toon,
dan
hij
pacht
te
bezigen,
«eerst
van
morgen
gij,
toen
Trees
die
me
ook
kakelde
van
het
breken
van
haar
ring'
die
k
op
Bossche
markt
voor
haar
kocht,
zonder
dat
I
langs
dien
van
verkwisting
of
vernieling,
dat
we¬
ten
we
reeds.
Langs
welken
dan
?
Langs
dien
van
afbreking
der
groote
kapitalen
?
Bekend
is
het,
hoe
vooral
tegenwoordig
op
het
kapitaal
wordt
gescholden,
zijne
uitroeiing
zal
dus
onge¬
twijfeld
der
wereld
ten
goede
komen.
Wel
ja
zulke
vrekken
en
gierigaards,
wat
nut
doen
ze?'
Ze
durven
er
niet
eens
het
„noodige"
van
te
ne¬
men,
bijna
niemand,
die
een
duit
aan
hen
ver¬
dient!
En
toch,
zij
zijn
de
bezitters,
bezitters
van
zooveel,
waarnaar
door
honderden
wordt
ge¬
smacht.
Weg
dus
met
de
kapitalen,
in
de
eerste
plaate
met
de
gierigaards!
Zacht
wat
....
Een
gierigaard
is
te
beklagen,
evenzeer
als
een
verkwister,
maar
—
de
gierigaard
doet
voor
de
maatschappij
meer
nut
dan
de
verkwister
en
het
kapitaal
is
geen
vijand
van
den
werkman,
inte¬
gendeel
t
is
zijn
vriend.
Hoe
dit
in
elkander
zit?
Willen
we
er
een
volgende
maal
over
keuvelen
?
Eriso.
jj
IS*
J
ITKiN
1
,AN1
>.
r
7
Prie
Zwb8firsch®
schilders,
fingène
Bnrnand,
'lon
h
H
en
\Ur8t'
t9
PariJ8'
z9n
voor
rekening
van
den
heer
Hen"eberg
t-
G
bezig
san
een
rena-
achtig
panorama
van
d,
betner
Alpen,
bestemd
voor
de
tentoonstelling
te
Chicago.
Zij
beloven
zi.h
dar¬
mede
eene
volkanen
i'lnsia
v8n
de
we'keüikhe
d
te
eeven.
Zijn
de
?cw
ne
pa-o-a
o-V
ew
12
f
14
,ne»e«
g
»it
ongeveer
ld
M.
toreiken,
op
eene
lengte
v»i
li*
me
er.
b
,
~
N;enw
Y»-k
roeïdt
is
dPn
9d*n
ez
r
e
C-iurobo
het
io.flg
bou*
re-
8
a»ts
Univer-
8
eit
ï-Geb'-'-nd.
De
schade
wo-dt
.p
4O0000
d.dura
Beraamd.
Eene
botke<8
van
40
0n0
deeien
is
g«beel
vernietigd.
6
i„7
Vr*T-
TT
b8ricbten
aanspande
het
onheil
m
de
mijn
bij
Krebs
(Indianengebied)
«chijnt
men
het
getal
bg
de
ontploffing
omgekomen
personen
definitief
op
70
te
kannen
stellen.
Men
vreesde
echter,
dat
velen
van
de
gekwetsten
nog
zonden
bezwijken.
li
Wi8f-
H06
!
nU
W,6der
göTTTon
mooi
Ttkomen,
als
ge
iederen
nacht
van
die
gekheden
je
door
het
hoofd
haaldet,
dan
konden
we
de
keel
wel
toebinden,
want
zonder
het
wild,
waar
'k
evenveel
recht
op
heb
?'8
de
befen
van
het
kasteel,
a!
paalden
ze
ook
de
jacht
af,
dan
zou
er
noch
van
mijn
trouwen
in
het
voorjaar,
noch
van
het
huishonden
aan
den
gang
te
houden,
iets
komen
'k
Zou
een
mooie
heiboer
wezen,
ik,
voegde
hij
er
lachende
by
en
met
sloeg
hij
de
hand
weer
aan
de
klink
van
de
deur.
',D'r1,6®'
Urief1'"
k,reet
de
moeder
nog
eenmaal,
«ver-
zoek
God
en
zijne
heiligen
niet,
jongen,
het
mocht
je
eenmaai
berouwen,
dat
ge
niet
hebt
willen
luiste-
t6U
.
rBJ?0aar
hÖs8Ch,e6n
niet
meer
willen
te
hooren,
want
reeds
was
de
deur
open,
de
hond
hem
op
zijde
en
hLuflT
h6"
A°rsel
'®
overschrijden,
toen
een
nieuw
beletsel
zich
opdeed,
en
wel
in
de
gedaante
van
een
jong
meisje,
dat
hijgende
en
als
t
uifen
adem
gel!open
sr™t?.irs!"posdie
h,j
den
Lt»"
heiL^i
66,1
8Ch°0n'
een
,leftallig
blond
kind
der
heide,
dat
zoo
onverwachts
aan
de
borst
van
den
z
eHofl!
nh|derzot,k-
Wat
8Prak
c
eene
liefde
uit
dat
!n
eriii
!
h
°°e;
Wal
^tuigde
die
omarming
zoo
spoedig
ze
hem
zag,
van
eene
overgegevenheid
des
harten
en
welk
eene
vreeze
was
niet
te
bespeuren
uit
toen
Thl
Vrre
Van,
°iet
'e
ZDllen
worden
verhoord,
toen
ze
bevende
en
als
op
gejaagden
toon
woorden