Tekstweergave van EC_1892_01_01_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
i.
Drie
du
Twintigste
Jiaargau#.
1«92.
ENKHUIZER
COURANT
1LBEMEEN
IIEÏÏVS
voor
HOLLANDS
Vrijdag
Du
blad
verschijnt
WOl
VSDAGS,
VRIJDAGS
en
ZONDAGS
Abüimeruemsprijs
voor
maandeu
.
;
!
—
I
rand?,
per
j,osi
„
a
„
....
'
*
/
j|g,,
Men
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postdirecteuren,
'jt
rechtstreeks
bij
den
uitgever
A,
KGMOiVD.
H
OFIBIEITiElLO
NOORDERKWARTIER
1
Januari.
Afzonderlijke
Ns.
dezer
Courant
aan
het
Bureau
afgehaald
5
Cents.
inbezrin'van
th
AdTerle,;tiën
ïan
-
"
regels
is"
65
cents,
met
X
rv
i
bewijsnummer,
voor
eiken
regel
niée'r
10
cents.
ïiisdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
uur
gelieve
men
de
Advertentiën
in
te
zenden.
gelieve
Ingezonden
stukken
minstens
één
dag
vroeger.
'=i'
d»
ENKKmzcn
OOURART
i„
d,„
1,„„
y,„
ee„
Ir
wartaal
betale
„„„
»Wbt,
de
di„
Mg
Moge
't
alle
ineuschen
we
lgaan
!
Moge
reders
geldzak
gevuld
gereed
staan,
Om
zonder
morren
ol
klagen
De
pretenties
te
voldoen,
daar
't
nieuwe
jaar
[mee
aan
komt
dragen,
En
is
daar
iemand
die
tegen
hopen
en
wenschen
In
t
oude
jaar
behoorde
tot
de
onfortuinige
[menschen,
I)an
vinde
hij
troost
bij
een
ruim
crediet,
Niet
tegen
woeker
ot'
renten,
maar
om
niet,
En
zulken
vooral
wensch
ik
een
dubbelen
zegen
En
-—
bij
vergelijking
—
een
zilveren
regen.
Dat
influenza,
pokken
en
koorts,
^Podegra,
jicht,
rheumatiek
en
zoo
voorts
Naar
een
onbewoond
eiland
verbuizen,
I
In
gezelschap
van
alle
ratten
en
muizen,
ji
Dat
mazelen
en
kinkhoest
onze
kleinea
niet
[kwellen
En
de
grootoreu
door
bun
gedrag
niets
dan
[goeds
voorspellen.
Dat
ieder
het
ouderwijs
hoog
waardeer'
En
ijverige
onderwijzers
steune
en
eer',
Eu
wijl
de
duivel
altijd
om
een
boek
staat,
Ook
bij
hem
die
als
braaf
te
boek
staat;
En
tot
allerlei
kwaad
en
inhaligheid
Ons
door
zijn
lokkeu
en
vleien
verleidt,
Zoodat
wij
zoo
licht
van
't
rechte
pad
afdwalen,
Waardoor
wjj
bij
de
uitkomst
leelijk
zouden
faleu,
Zoo
wensch
ik
den
eerwaarden
Geestelijken
—
[stand
In
dorp
c;i
in
stad,
ja
in
't
gausche
land
Gezondheid
en
kracht,
om
de
menschen
[te
sterken,
Om
t
kwade
te
laten
en
't
goede
te
werken,
FEUILLETON.
De
profetie
eener
Kaartlegster.
Eeue
Novelle
naar
het
Duitsch
van
SOPHIE
BERENA.
DOOR
P.
B.
4.
Vol
ijver
en
trouw
eu
met
hart
en
verstand,
Tot
eere
van
God
en
tot
heil
vau
het
land.
Dat
in
ieder
dorp
en
stad
een
bron
ga
wellen
Van
Sequah-olie,
opdat
kwalen,
niet
te
tellen,
En
daar
thans
zoo
menig
lijder
onder
zucht,
Verdwijnen
mogen
als
rook
in
de
lucht.
Zoo
moge
ieder
rnensch
een
Sequah
wezen,
Die
zich
zelf
en
anderen
kan
genezen.
Ik
weuBch
dat
in
Friesland
een
mannaregen
Moge
nederdalen
op
velden
en
wegen,
Of
dat
daar
anders
brood
gebrachte
worde
[door
de
raven,
Opdat
arme
sterke
kerels
daar
niet
behoeven
[te
slooven
en
te
graven
Voor
veertig
centen
daags,
tot
schande
Voor
heel
de
provincie
en
voor
den
lande.
Ik
wensch
den
beoefenaars
van
kunst
Veel
succes
eu
bij
't
publier
veel
gnnst.
Op
zijn
tijd
zonneschijn
en
regen
Zij
den
landbouw
tot
voordeel,
allen
ten
zegen.
Ik
wensch
o
ja,
wat
heb
ik
niet
te
wenschen
!
Zoo
gaarne
zou
ik
alle
groote
en
kleine
menschen
Gelukkig
zien,
dankbaar
en
tevreê,
Ook,
door
dat
ieder
zijn
plicht
als
rnensch
[kende
en
deê.
Ik
wensch
dan
dat
alle
misverstand
en
voor¬
foordeel
verdwijne
En
't
zonnetje
van
liefde
en
deugd
recht
[helder
schjjne.
Maar
'k
wensch
ook,
dat
iedereen
zeggen
moog':
„Dat
zonnetje
rijst
niet
van
zelf
omhoog;
„
Wij
moeten
'c
met
alleman
naar
boven
trekken,
„Zal
't
warmte
geven
en
leven
wekken.
„Komt,
groot
en
klein,
alle
handen
uit
de
[mouwen,
„Gelijk
getrokken
aan
alle
touwen
!
„En
ziet,
weldra
juichen
we:
daar
gaat
ie,
„Om
later
te
jubelen
:
daar
staat
ie
!
En
moge
het
dan
heel
ons
leven
daar
staan,
Ja,
nimmer
weer
dalen
of
ondergaan
!
Moge
't
oorlogswapen,
bevreesd
voor
zich
zeiven
Zijn
graf
door
zijn
eigen
voortreffelijkheid
delven,
De
welvaart
vermeere,
bij
vriendschap
en
vree,
Bij
„handen
aan
den
arbeid,"
het
zwaard
in
[de
schee.
Ik
ga
allen
menschen
Veel
zegen
toewenschen,
Gezondheid
en
welvaart
en
vreugd,
Een
schat
in
't
gemoed
door
veel
deugd,
Maar,
niemand
noeme
het
slecht
of
wonder
Den
lezers
van
de
Enkhuizer
in
't
bizonder!
En
als
ik
van
hen
voor
mij
zelf
iets
wensch
Dan
is
het:
bedenkt,
Conatus
is
een
rnensch,'
Die,
schoon
bejaard
reeds,
altijd
nog
moet
leeren
De
pen
steeds
beter
te
hanteeren.
Zij
spat
wel
eens,
is
den
een
te
scherp
en
[den
ander
te
stomp,
n
T
eeü
te
»geIeerdu
en
den
ander
te
plomp.
Bedenkt:
al
kon
ik
met
mijn
pen
de
wolken
m
,
,
[raken,
loch
zou
ik
tmet
ieder
naar
den
zin
kun-
w
i
i-
[ntn
maken.
welaan,
lieve
lezers,
neemt
mij
en
mijn
pen
[zooals
zij
is,
En
doet
aan
uwe
vrienden
de
groetenis.
CONATUS.
Toen
de
kaartlegster
geëindigd
had,
stond
Charlotte
op,
rn
nadat
zij
een
geldstuk
op
de
kaarten
had
ge¬
legd,
zeide
zij
vriendelijk
:
.Het
heeft
u
zeker
veel
leed
gedaan,
dat
gij
als
werktuig
eener
htogere
macht,
mij
zoo
veel
onbeil
verkondigd
hebt;
doch
wees
niet
bezorgd,
het
zal
toch
strekken
tot
mijn
geluk.
De
voorspelling
der
kaart¬
legster
zal
hare
goede
gevolgen
hebben.
Ik
dank
u
voor
uwe
moeite."
De
vrouw
staarde
de
spreekster
aan;
zoo
iets
was
baar
nog
nooit
overkomen.
De
kinderlijke
toon
in
de
piaais
van
bespotting
en
geringschatting,
de
dank
voor
hare
kwaadwilligheid
en
dan
nog
een
geldstuk
bovendien
1
Het
deed
haar
bijna
leed,
dat
zij
haar
wrok
had
fe
kennen
gegeven;
en
hoewel
de
kaarten
toch
profetisch
moesten
zijn,
had
zij
deze
niet
eens
goed
verklaard.
In
de
lijnen
der
fraaie
hand
en
in
de
kaarten
stond
veel
goeds
vermeld.
Bij
die
kleine
blonde
dame,
ja,
daar
lagen
het
geluk
nog
vele
steenen
io
den
weg.
Maar
die
scheen
tevreden
te
zijn,
en
(dat
troostte
de
vrouw.
Toen
de
beide
jonge
dames
zich
weder
op
de
straat
bevonden,
zagen
zij
angstig
in
't
rond;
er
was
geen
rijtuig
te
zien;
zij
hadden
gedacht
dat
men
die
overal
wel
zou
kunnen
vinden.
En
wat
brandden
de
lantarens
dof
.
dat
was
hier
geheel
andera
dan
in
een
ander
ge¬
deelte
der
hoofdstad
1
Op
een
nabijzijnden
toren
sloeg
het
zeven
nren,
en
de
arbeiders
der
fabrieken,
waarvan
er
in
dien
omtrek
veel
waren,
kwamen
bij
troepjes,
tamelijk
luidruchtig
opdagen.
Lili
sidderde
aan
Char¬
lotte's
arm
en
ook
deze
gevoelde
zich
niet
op
haar
ge¬
mak,
toen
eenigen
der
voorbijgaanden
haar
lachend
aankeken.
Plotseling
stond
er
een
slanke
mannengestalte,
in
een
militairen
mantel
gehold,
groetend
voor
haar,
en
Lili.
die
zich
nu
bevrijd
gevoelde,
riep
vroolijk
uit:
"Beste
neef
Erich,
nooit
zijt
gij
mij
meer
welkom
gewrest
dan
op
dit
oogenblik
\«
"Waarlijk,
beer
luitenant,
gij
verschijnt
ais
een
red¬
der
in
den
nood,"
voegde
Charlotte
er
bij,
terwijl
zij
den
haar
aangeboden
arm
van
den
militair
aannam.
"Hier
mag
een
der
dames
wel
door
een
heer
geleid
worden,
en
dat
voorrecht
komt
mij
als
vreemde
en
als
de
ondste
toe.
Ge
zijt
toch
niet
boos,
Lili
?
vroeg
zij
schertsend.
„Ik
boos?
integendeel,
ik
gevoel
me
zeer,
zeer
ge¬
lukkig
1"
antwoordde
het
jonge
meisje
vroolijk.
"Maar
zeg
eens,
Erich,
hoe
kom
je
hier?Wat
heb
je
hier
te
zoeken
?«
Voordat
de
luitenant
kon
antwoorden,
sprak
Char¬
lotte
lachend
:
"Ik
meen
dat
je
neef
die
vraag
met
meer
recht
tot
□
kon
richten,
en
hij
deed
het
niet
uit
bescheidenheid
;
ik
wed,
dat
hij
van
verlangen
brandt
om
te
weten
met
welk
doel
wij
ons
op
deze
plek
en
op
dit
uur,
bevonden.
Vertel
het
hem
eens,
kleintje
1»
"Ik
—
wij
—
wij
waren
—
wij
wilden
—
wij
ko¬
men"
sprak
Lili
aarzelend.
"Van
een
weldadigheidscommisaie,"
viel
Charlotte
haar
in
de
rede,
„slechts
een
edel
doel
kon
ons
op
dezen
tijd
in
deze
voorstad
brengen.
Maar
ik
hoop
dat
het
offer
goede
vruchten
zal
opleveren.
Doch
daar
zie
ik
een
vigelante!«
Erich
had
die
tot
zijn
spijt
ook
opgemerkt.
"Het
dnnkt
me
heter,
daarvan
gebruik
te
maken;
de
sneeuwvlokken
beginnen
steeds
dichter
te
vallen,
zooaat
onze
mantels
reeds
als
met
bont
om¬
zoomd
sch
Linen."
«Goed
voor
onze
sledevaart
op
morgen,"
zeide
Lili
vroolijk.
"Zeg,
Erlch,
ge
kiest
mg
toch
zeker
weer
voor
je
dame,
—
ge
rijdt
zoo
goed,
zoo
voortreffelijk.
Wil
je
niet
met
ons
naar
hnis
rijden
?
Stap
toch
in
l»
Charlotte
sprak
geen
woord,
en
hoe
gaarne
de
officier
ook
aan
die
nitnoodiging
had
willen
voldoen,
toch
scheen
bet
hem
gepaster,
daarvoor
te
bedanken.
S
*
UI
r
Ri>'
ü.
—
Zekere
Sims,
een
befaamde
roover
an
moorde¬
naar,
had
zich
verleden
Vrijdag
met
twee
bloedver¬
wanten
Savage,
eeu
hunner
nog
een
jongen,
in
Chostaw,
Alabama,
aan
eenige
gerechtsdienaars
overgegeven,
toen
dit
bekend
werd
liep
bet
volk
te
hoop,
overwel
üigde
de
gerechtsdienaars
tn
hing
het
drietal
zouder
vorm
van
proces
aan
een
boom
op.
—
Zaterdag
is
in
het
Théatre
Francais
te
Parijs
bij
de
vertooning
van
„De
snibbe
getemd"
het
electrisch'
licht
plotseling
uitgegaan,
Ofschoon
het
20
minuten
duurde
voordat
het
hersteld
werd,
ontstond
er
geene
paniek
ï
Het
ongeval
werd
veroorzaakt
door
het
springen
van
een
ketelpijp
der
machine,
waarbij
een
stoker
ernstig
gekwest
werd.
—
Dezer
dagen
werd
een
gezin
te
Lausanne,
dat
zich
aan
het
avondeten
gezet
had
,verschrikt
doordien
de
electrische
schellen
in
het
hnis
bij
tusschenpoozen
vau
twee
seconden
begonnen
te
luiden.
Door
een
toeval
werd
ontdekt,
dat
zulks
veroorzaakt
was
door
eene
groote
spin,
wier
lange
pooten
twee
draden
met
elkander
in
verbinding
brachten.
—
Cp
een
boerenerf
onder
Luuteu,
een
kwartie.
over
onze
grenzen,
moet,
naar
men
nit
Haaksbergen
meldt,
steenkool
gevonden
ZgU.
Er
zal
een
onderzoek
worden
ingesteld,
om
na
te
gaan
of
er
aanleiding
kan
zyn
om
tot
het
exploiieeren
van
eene
mijn
over
te
gasn.
—
Uit
Napels
komen
berichten
van
sneeuw
en
vorst,
treinen
tnsscheu
Campo
Basso
en
Termini
die
met
verder
kondeD,
openbare
weiken
in
de
provincie
önndisi
eu
larente,
om
gelijke
oorzaak
geschorst.
.
~
djD
Dackt
van
Maandag
op
Dinsdag
is
een
cipier
in
de
gevangenis
te
Montpellier
door
zekeren
onlangs
tot
20
jaar
opsluiting
veroordeelden
Saumade,
geworgd.
Deze
maakte
zich
daarop
van
de
sleutels
meester,
opende
de
cellen
van
vier
anderen
en
ont¬
vluchtte
met
hen.
Een
andere
gevangene
vond
men
aau
de
deur
eener
cel
opgehangen,
vermoedelijk
omdat
hij
niet
mede
wilde
doen.
"Mijn
arme
Charlotte,"
zeide
Lili
hartelijk,
toen
zij
later
ve
lig
m
de
gezellige
kamer
zaten.
"Waarom
arm?"
vroeg
de
aangesprokene,
die
in
diepe
gedachten
was
verzonken,
dat
Lili
geheel
ver¬
keerd
aan
eenig
leed
toeschreef.
"Je
meent
zeker
die
treurige
voorspelling
der
kaartlegster,
maar
die
heeft
op
mij
niet
den
minsten
indruk
gemaakt
en
toch
heb
ik,
om
je
de
waarheid
te
zeggen,
veel
daar¬
uit
geleerd
;
men
kan
uit
alles
nat
trekken:
ik
denk
dat
dit
dezen
avond
goede
gevolgen
zal
hebben
"
'
"Je
bent
waarlijk
groot,
Charlotte
1
Ik
zou
reeds
half
dood
van
verdriet
zgn,
als
zij
mij
dat
gezegd
"Vergeet
niet,
om
welken
prijs
ik
je
dit
offer
gebracht
heb,
Lili!"
"Ik
zal
het
nooit
vergeten.
Deze
goede
verklaring
heeft
al
de
vroegere
kwade
voorspellingen
van
kracht
beroofd;
ik
wil
ook
nooit
weder
zulk
een
proef
nemen
nooit
1
Na
nog
maar
een
brief
van
Kurt,
dan
is
alles'
goed
en
mijn
geluk
verzekerd."
Charlotte
vond
wel,
dat
dit
gelnk
op
een
zeer
zwakken
grondslag
rustte,
doch
zweeg.
"Was
het
niet
verwonderlijk,
dat
de
kaartlegster
mij
alles
zoo
jnist
voorspelde
?«
vroeg
Lili.
"In
alle
gevallen
zeer
versiandig,
want
het
kon
op
iedereen
toegepast
worden."
Lili
wilde
nu
hare
nicht
in
de
reden
vallen,
doch
deze
sprak,
terwijl
zij
de
kaartlegster
nadeed,
plechtig
en
hartstochtelnk;
"Verre
reizen
—
verre
landen
I"
Daarna
vervolgde
zij
op
haren
gewonen
spreektoon:
"Daar
kan
iemand
vertoeven,
zooals
het
in
dit
geval
overeenkwam,
en
derwaarts
kan
men
reizen
zooals
bijna
ieder
gewoon
is
te
doen."
"Maar
eerlijk
—
eerlijk
als
goud!"
sprak
Lili
verder.
"By
de
woorden:
Schoone,
vreemde
vrouwen
!
viel
je
bijna
in
onmacht,
en
na
moest
er
weder
een
pleister
op
de
wond
gelogd
worden
en
—
de
lelie
van
het
vaderland
zon
de
overwinning
op
de
lotus¬
bloem
behalen."
u
"^enJ,0
dan
na
nog
niet
07ertuigd,
nog
niet
be¬
keerd,
Charlotte?"
"Als
je
die
vraag
in
ernst
deedt,
zon
het
mij
hin¬
deren.
Bekeerd
door
dat
goochelspel,
al
werd
het
dan
ook
goed
gespeeld
?
Toch
stond
mij
het
eeheel
niet
zoo
tegen,
als
ik
gevreesd
had.
De
persom
interesseerde
mij
zelfs;
die
had
ook
betere
dagen
gekend
en
is
een
verstandige
vronw,
die
haar
wereld
verstaat.
Mij
voorspelde
zij
niets
dan
kwaad,
omdat
mijn
gedrag
haar
geërgerd
had
;
ik
gedroeg
mij
dan
ook
wel
wat
hoogmoedig.
Hare
schold
is
het
toch
eigenlijk
niet,
dat
de
menschen
haar
bezoeken;
zij
leeft
van
de
lichfgeloovigheid
der
menigte.
Ik
bezit
dat
gebrek
niet,
toch
heeft
zij
mij,
denk
ik,
een
goeden
dienst
bewezen,"
"Ik
begrijp
je
niet,
je
spreekt
in
raadsels,
je
kijkt
zoo
vreemd
alsof
je
de
toekomst
onderzoekt.
Waarhik
Charlotte,
op
dit
oogenblik
heb
je
wel
iets
van
een
waarzegster."
"Dat
verheugt
me,
Lili,
ik
zag
iets
aangenaams