Tekstweergave van EC_1891_01_02_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
& F No. 1. Twee en Twintigste Jaargang. 1891. ËNKHUIZEFt COURANT. w vrir JcJo. ummi mms- voor HOLLANDS Ta-ij dag Dit blad verschijnt WOENSDAGS, VRIJDAGS en ZONDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ^ ^ go abonneert zich hij alle Boekhaad^ên'en Postdirecteuren, of rechtstreeks bij den uitgever A. EGMONIi. El SlflEIEIlimO noorderkwartier. 2 Januari. Afzonderlijke Ns. dezer Courant aan het Bureau afgehaald 5 Cents. De prijs der Advertentiën van 1—6 regels is 65 cents, mot inbeer'p van 1 bewijsnummer, voor eiken regel inéer 10 cents. Vóór Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmorgen 10 nni gelMTO men de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stukken minstens ëën dag vroeger. Whi « 0. MMim COURANT i. 4. 1.., .... ... ■«-» -.ectt, d.N,...ü. „g -#a Redactie en Uitgever _ van de Enkhuizer Cou¬ rant, Algemeen Nieuws- en Ad¬ vertentieblad voor Hollands Noor¬ derkwartier, erkentelijk voor den tot heden ontvangen steun bij dc uitgave van hun blad, vangen met moed en vertrouwen den tweëen- twintigsten jaargang aap. Zij nemen zich vóór, op den sinds lang betreden weg onverdro¬ ten voort te gaan en wenschen bun steeds toenemend aantal lezers alle Heil in Achttienhonderd een-en-negentig !! nieuwjaar. Den lezer heil I Ziedaar onze groet, onze wensch, een wensch die, hoe kort ook, alles in zich besluit, wat wij elkander kunnen toewenschen. De dagbladen zullen ons weer lange lijsten te overzien geven van mannen, en misschien ook van vrouwen, die door stand, vermogen, geleerd¬ heid of kunst hebben geschitterd, maar die in den loop des jaars van hunne taak of waardig¬ heid zijn afgeroepen om nimmer weer terug te keeren. Maar langer nog zijn de lijsten van die men- schen, die onder de gewone gerangschik worden en wier heengaan nauwelijks wordt opgemerkt, maar die niet temin een even groote, zoo niet een nog groolere ledige plaats in het hart van den nablijvende achterlaten. Ieder hunner had almede zijn eigenaardige taak op de wereld te vervullen en daarom had ieder zijne eigendommelijke waarde. En zooal niet op dan toch in het graf hield alle verschil op te bestaan, zwegen alle partij¬ schappen, had de naijver geen gezag of invloed raeer> pust de gejaagde naast hem die joeg, de weldadige naast hem die hongerde. En de laatste vraag die door de maatschappij in 't algemeen omtrent die allen gedaan wordt zal zijn, niet wie was hij, maar wat was hij voor zijne taak, voor het huisgezin, voor de maatschappij, wat hij was als mensch en hoe gebruikte hij zijne krachten en gaven als zoodanig De taak van iemand die voor het publiek schrijft is niet gemakkelijk en evenmin dankbaar. De artikelen waaraan hij nadenken en tijd wijdde, worden al of niet gelezen en begrepen, eifl ge.T lukkig mag hij zich achten, wanneer daarvan mi en dan een enkele indruk achterblijft.. Iochga.it hij voort, wetende dat indrukken toch ook iets zijn en dat zij er toe kunnen bijdrageu om iemands opvatting te wijzigen of te bepalen en dat zij er tevens toe kunnen bijdragen om een levensrich¬ ting in het oog te houden. . .. Bij het einde des afgeloopen jaars mochten wij ons bewust achten van er steeds naar te hebben gestreeld, om het publiek naar ons beste weten te dienen, door in 't zedelijk, maatschappelijk, het staatkundig en materieele leven, bij een warm gevoel voor algemeene belangen, algemeene wel vaart en ongekunstelde deugd, de rede een woord te laten meespreken. Hebben wij ons langs dien weg misschien vij anden of tegenstanders verwekt, dan zou ons du leed doen. Men wijle het dan, als 't zoo zijn mocht, aan onze wijze van voorstelling, aan den No '2i> i elL FEUILLETON. De gunsteling. : J . .. Uit het Dtjitsch, van Oernian Sudcrmaun. vorm van inkleeding dien wij kozen, maar niet aan partijzucht of lust om te kwetsen. Ieder heeft zijn eigene levensbeschouwing, zijn ebenaardigen blik op menschen eu toestanden, doch al verbergen wij de onze niet, wij gunnen plaats aan die van anderen, bewust als wij ons ziju, dat ieders geest en overtuiging recht heelt op vrijheid en waardeering. Wetende ook dat men door twistgeschrijf, uit partijzucht geboren, wel kan kwetsen, grieven, vernederen of sloopen, maar niet opbouwen. En dit laatste is toch 10e ping en plicht voor ieder die er iets toe kan bijdragen. .. En thans, dankbaar voor de bewijzen van sym- phalie en waardeering die wij mochten ontvan¬ gen in het beginnend jaar, indien de krachten er voor ons behouden blijven, met nieuwen moed en lust voortgezel. De arbeiders op het gebied der dagbladhle- ratuur zijn wel vele, maar wij hopen dat de Enk¬ huizer Courant hare -goede reputatie zal behou- ded en dat het publiek de zorgen van Redactie en Uitgever zal weten te waardeeren. Al laten wij alle politieke combinaties en re- combinaties rusten, dan nog mag met recht ge¬ zegd worden, dat de tijden die wij te gemoet gaan ernstig zijn en dat voor een gewenschte en vreedzame oplossing veel zal afhangen van de houding die de publieke pers zal aannemen en of zij den moed zal bezitten, oiri de zaken onder de oogen te zien, zóó, dat op hare waarheids¬ liefde evenmin valt af te dingen als op haac ge¬ voel voor billijkheid en rechtvaardigheid en op haar nuchter en kalm versland. En nu, kan 't ziju met moed, werkende en hopende de donkere toekomst tegen gereisd. Dat het 't Vaderland en zijne bevolking moge wel gaan , dat handel, nijverheid, visscherij en landbouw mogen bloeien en dat wetenschap en kunst er toe medewerken, om de waarde en de poëzie des levens te verhoogen ! Dat onze Staatslieden met liefde voor land en volk mogen vervuld zijn en met geestdrilt arbei¬ den aan hunne moeielijke en veel omvattende taak. Dat het bewustzijn daarvan hen moge be¬ wegen om de partijzucht te verzaken en dat ver¬ schil van inzicht er aan dienstbaar worde ge¬ maakt, om het beste voor land en volk te zoe¬ ken en te vinden. Dat reine zedelijkheid en ingetogenheid, waar¬ heid, eerlijkheid en gerechtigheid hare tempels, waar die in verval mochten zijn, vernieuwd op¬ bouwen, de winzucht beteugelen en de humani¬ teit hoog verheffen, dat alom welvaart en te¬ vredenheid het stempel drukke op der menschen doen, willen en spreken! Dat kerk en school er aan dienstbaar mogen worden gemaakt, om het verstandig en zedelijk peil der natie harmonisch te verhoogen. En hiermede eindigen wij zooals wij begonnen zijn : Den lezer heil! C O N A T U S. O ÏJXrJ?JEIT ï>. By twee lijkschouwingen Zaterdag in Londen gehouden, bleek dat de overledenen door gebrek aan het noodige voedsel waren omgekomen. Een zeer bejaard echtpaar woonde in eene hnt in het Iersche graatschap Galway. Vrijdag schijnt de hut in brand te zijn geraakt en daar er niethand was om hulp te bieden, kwrraen zij in de vlammen om. Onder de asch en het pu'n werden later slechts wat half verkoolde beenderen gevonden. pefl 27sten dezer is tusschen Duitschland en de Vereenigde Staten van Noord Amerika een tractaat gesloten tot instelling van een ambnlanten postdienst op de mailbooten. Die inrichting, welke eene belang rijke verbetering ia omdat de brieven, enz. nu reeds op de boot gestempeld en voor verdere verzending ge¬ sorteerd zuilen worden, begint voor Duitschland met 1 April, voor Noord-Amerika met 15 April e. k. 24. Een diepe zacht en m het volgende oogenblik lag zii snikkend aan mijne Lprst. Ik bracht haar tot be¬ daren en vroeg, waar »b een wi'.Ie; maar ze wist het niet. .. f ,. „Maar ge kunt toch ö' op de straat overnsraten, zei ik f.' . , „Alles is me go?^ - nelde ze, „als ik mstr niet ' ëerng moet —.tt „U moet zoo spoedig mogelijk onder dak men te ' komen; zal ik u naar een logement brengen ?* „En wat dan?" vroeg ze angstig. „Wachten tot —" „Luister," ri.p ze, terwijl ze bijna ineen zakte en zich aan mijn arm vastklemde. Ik luisterde. Door den stormwind voortgedragen, klonken achter ons lichte, vluchtige schreden - een Zwolle 81 ^ tal te dook op in de duisternis, twee huiten ver ons af. oelde mijn bloed in mijne aderen stollen, resident," stamelde ik. me,"-smeekte ze. Ik trok haar mede. Blindelings, in ademloozen haast, stormden wij voorwaarts, maar ook de schreden achter ons werden sneller. Er was maar eene plaats op de wereld, die ons veiligheid verzekerde en dat was miine woning. Overal elders had hij ons kunnen volgen. Daarheen ging dns onze vlucht. Hare knieën knikten, haar adem weigerde. Slechts met geweld kon ik haar medesleuren. De voetstappen achter ons werden luider en luider. Blijkbaar werd de afstand kleiner. Era deliik waren wij er! Ik stak den sleutel in het « o , de deur sprong open, ik trok mijne vriendin in bet donkere portaal, en schoof den grendel op de deur, want er was geen tijd, om die te sluiten. Op he zelfde oogenblik drukte eene hand op de klink, men drukte eu duwde, alsof men de dear nit de scharnieren wilde wringen. Een gesmoord geluid van machtelooze woede drong tot mij door. Toen werd alles stil. Blijk baar werd er geluisterd. . Met moeit® bracht ik de half bewustelooze Agnes naar boven. Ik dorst geen licht aansteken, omdat de president nog altijd beneden op wacht stond, zooals ik verwachtte. Daar we echter beide door en door verkleumd waren, was het hoog noodig, de kachel aan te maken. Doch ook daarbij was gevaar. Als de president van beneden al den weerscr ijn van het vuur gewaar werd, en in zijn nieuw ontw aakte woede nieuwe middelen bedaent, cm zijne vrouw "terug te krijgen, werd bet erger. lot nu toe kon hij < nmogelijk met zekerheid weten, wie het paartje geweest was, dat in den donkeren nacht langs de straat vluchtte. Het huis, waarin ik mijne zocht, kamers had, werd door een aantal huisgezinnen en personen bewoond maar als thans jnist in mijne woning een vnur opvlamde, dan was alles beslist. Zou hij nog op de loer staan?" dacht ik bij me zelf. , i Op de teeuen sloop ik naar het venster en gluorae voorzichtig naar beneden. Juist, de gestalte, die met zachte, langzame schreden voor bet huis heen eu weer liep, dat was hij. Den hoed diep in de oogen gedrukt, de kin in de kraag van zijn jas verborgen, onkenhaar voor eea ieder, zoo bewaakte de president Van Neuenabr zijne vrouw. .. « j En ik, Adolf Weisse, onbezoldigd assessor, ik had haar ontvoerd. Als zoo iets op het tooneel ware voor gesteld geworden, zou ik er hartelijk om gelachen hebben; maar nu ik zelf voor held speelde, kwam het me hoogst treurig voor. Als onder eene geheimzinnige aantrekking volgde mijn blik den man daar beneden,' die rusteloos op en neder liep, plotseling bleef hij onder een straatlan taarn staaD, haalde een notitie-boekje uit den zak en begon daarin te bladeren. Ik kende dat boekje. .rin stond een lange lijst van alle hoogere en lagere £ mb- tenaren der iegeering en daarnaast, wat hij vac ons openbaar en bijzonder leven wist. _ _ . Jr, In dit noodlottige boekje studeerde hij ijverig bij het droevige licht van een flikkerende lantaarn. Eindelijk scheen hij gevonden te hebben, wat bij Hij keerde zich om en begon de bovenste verdie pingen op te nemen. Hij had dus willen weten, waar ik baisde en hij wist het nu, want zijn blik richtte zich jnist naar het venster, waarvoor ik stond, zoo goed mogelijk achter het gordijn verborgen. OS bij mij zag? Ik sidderde; het was me, alsof tirade blik zich richtte op mijn gelaat, u? ,en minuten lang stonden hij en ik beweging- IÉBT tegenover elkaar. Ik dorst mij niet roeren, want TT vreesde, mij door de beweging van het gordijn te verraden. Eindelijk, eindelijk keerde hij zich om. Tegelijkertijd vernam ik het knappende geluid van brandend hijit en zag, toen ik my omwendde, de donkere geista*!,' van mijne vriendin voor de kachel¬ deur. av //Wat doet ge?" nep ik verschrikt. /-Ik ben zoo kond, ik leg vuur aan." //Wacht een oogenblik," hernam ik, „eerst moet ik weten, of de weerschijn van onderen af te zien is." Ik overlegde. Mijn kamer lag twee verdiepingen hoog; de kachel bevond zich in het midden van het vertrek; als men wist te verhinderen, dat de gloed tegen den zolder weerkaatste, liet zich het waagstuk misschien ondernemen. „In Godsnaam dan," zei ik. uet vnur zag ik haar bieek, vermoeid gelaat, i,»arop het lijden der laatste dagen diepe sporen had nagelaten, en. tcou ik beter toekeek, zag ik op voor¬ hoofd en wang twee of drie bloedroode strepen, die zich scherp afteekenden tegen de bleekheid van haar