Tekstweergave van EC_1890_12_26_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
plet van Tollen's Kerstlied, dal vrij is van alle dogmatiek met mij mee : »Heft aan, heft aan met luiden zang, »Laat al wat leeft dien hooren! »Laat 't dreunen door het koorgewelt, »Laat 't klinken tot den Hemel zelf, »Dat Jezus is geboren !" G 0 N A T U S. Bij kon. besluit van 20 Dec. is de rang verleend van generaal-majoor, aan den gepens. kolonel A. Pompe, van het wapen der infanterie; en die van majoor, aan den gepens. kapitein jhr. T. Calkoen, van het wapen der artillerie. P h g n te Z( ai g' tr. fij sti do nii de ne ge ve: bei we BI I\ IVETV JLi A.IV T>. In de Ned. Staatscourant komt de volgende aankondiging voor: „Bij den buitengewonen toevoer van brieven en andere stukken voor den Nieuwjaarsdag, is vertraging in de bestelling onvermijdelijk. Bij wijze van proef zullen dit jaar de brieven, welke men op den Nieuwjaarsdag wenscht besteld te zien, reeds van den 27 December af ter post kunnen worden bezorgd. Opdat die brieven in het oog vallen, moet daarover, op de adreszijde, op in het oog vallende wijze, met inkt een kruis ujn getrokken. De bedoelde wijze van verzending, te rakenen van 27 December e. k., ook wat het aangewezen merk op de adreszijde betreft, gelieve het publiek mede toe te passen op de gedrukte nieuwjaarwenschen en kaartjes. Op de bestelling dier stukken op 1 Januari, althans voor zooveel zij bestemd zijn voor de groote plaatsen, mag echter niet worden gerekend." Den 20 vergaderden te Hauwert de leden der liberale kiesvereeniging Sljbekarspel—Nibbixwoud, aangesloten bij de centrale liberale kiesvereeniging Enkhuizen. Na het afdoen van een paar zaken van ondergeschikt belang, werd de heer Eilerts de Haan gekozen tot bestuurslid, in plaats van den heer Huygens, aftredend en niet herkiesbaar lid van het bestuur; de laatste werd gekozen tot afgevaardigde ter centrale vergadering. Eindelijk werd besloten met eene voor dracht van den heer mr. C. P. Donker, over „Bescher¬ mende Rechten", waarin spreker aantoonde, dat het voorstel van den heer Bahlmann om den landbouw te steunen door invoerrechten op de granen, alleen aan de graanbouwBtreken zou ten goede komen, doch dat, evenals in Duitschland, de broodprijzen stijgen zouden en de werkende stand gedrukt zou worden. Den 19 vond men op de jaagvaart tusschen Avenhorn en den Hulk een man, te Enkhuizen thuis behoorende, met schaatsen aan do voeten, in bewuste loozen toestand en die waarschijnlijk van honger en koude zou zgn omgekomen, ware hij niet intljdsont dekt en verpleegd geworden. Zoo deelt de Alkm. Courant het geval mede, van den visscherman J K, die met zijn maats van het Nieuwediep af Vrijdagochtend zoover tegen den Oosten¬ wind was opgesukkeld, maar nu besloot, achter te blijven en naar Hoorn te loopen, om dan verder per Bpoor naar huis te komen. Zoodoende was bij alleen en beving hem de koude, eer hij zijne schaatsen had afgebonden. Gisteren voormiddag had te Breda eene zeldzame begrafenis plaats, nl. van de dezer dagen overleden oudste inwoonster der stad, de ruim 103 jarige Anna de Colonia. De indrukwekkende lijkstoet werd geopend door de muziekvereeniging „Cecilia," welke treurmar schen uitvoerde en hare banier had omfloerst, terwgl op den fraaien, mat verguld belegden lijkwagen kaarsen in de omfloerste lantaarns brandden. Eene onaf zien bare menigte volgde den stoet. Volgens mededeeling van den inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht in Noordholland aan den Geneeskundigen Raad is hem gebleken, dat de vijf kinderen, in de maand Juni naar Parijs gezonden om de inenting van Pasteur te ondergaan, op 1 October jl. volkomen gezond waren. Het gerucht, hetwelk zich deze week ver¬ spreidie, dat de notaris C. Warnsinck voortvluchtig is, heeft zich, helaas! bevestigd. Heden wordt te Hoorn op uituoodiging van den heer mr. H. Cohen Stuart, procureur te Alkmaar, eene ver gadering van crediteuren gehouden; terwijl de heer mr. J. W. de Feyfer, notaris te Medeinblik, door de arrondi8sements rechtbank te Alkmaar aangesteld is tot tijdelijk bewaarder der minuten van den afwezigen notaris. Bij kon. besluit van 20 December is bepaald, dat een postkantoor wordt gevestigd te 'sGraveland, pro¬ vincie Noord Holland. Het tijdstip waarop het kantoor in werking zal komen, wordt door den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid bepaald. Het weder te Hamburg is geheel omgeslagen. Een sterke dooi is ingetreden. Op de Elbe wordt de scheepvaart door drijvende ijsschotsen zeer belemmerd. n in mijn huis —Adieu 1" Mijn laatste wensch was nu vervald, maar waarlijk, wat had ik anders gewonnen, dan een uitstel van mijn vonnis ? Eigenlijk was de slag reeds gevallen.— Ik maakte rechtomkeert, wierp het hoofd in den nek, en ging in de zijkamer. De blikken van vijf of zes collega's waren, fonkelend van nieuwsgierigheid, op mij gelicht. Ik moest mij goed houden. Om tijd te winnen, schonk ik mij een glas water in en dronk het langzaam leeg. Hierdoor had ik eenige minuten langer daar vertoefd dan noodig was, en hoorde ik den president aan een bediende het bevel geven, den com missaria van politie binnen te laten. Toen ik in het bureau kwam, ontmoette ik mijn afdeelingschef, die mij toesprak: „Ik weet niet, wat er met u gebeurd is, maar gij ziet er uit als de dood. Ga in de buitenlucht; in zulk een toestand kunt gij toch slechts domheden begaan." Ik greep dankbaar zijne hand en snelde naar buiten, alsof ik de furiën achter mij had. Maar wat nu ? Helene wachtte mjj zonder twijfel, maar hoe zon ik haar thans onder de oogen durven komen ? Het beste was, naar mijn eigen kamer te gaan, doch toen ik de deur van mijn woonkamer opende, zag ik Raff voor mij staan. (Wordt vervolgd.) Onze voor een paar maanden gekozen afgevaar¬ digde ter Tweede Kamer der Staten Genersal, de heer J Zijp Kz hield Vrijdag jl. zijne maidenspeech bij de Algemeene beraadslagingen over de vaststelling van Hoofdstuk VII B. Departement van Financiën. Wij veroorlooven ons, zijne rede uit het bijblad in haar ge¬ heel over te nemen, zullen daarop laten volgen het antwoord van den minister Godin om daarna de re¬ pliek van den heer J. Zijp mede te deelen, opdat onze kiezers zich eenigzins een denkbeeld kunnen vormen over de gepastheid van onze keuze. De heer J. %{Jp t£.x- zegt: Mijnheer de Voorzitter 1 Bij de stembus van 1888 weid ons voorgespiegeld, dat het belastingstelsel zou verbeterd worden. Wat is daarvan gekomen onder de leiding van dezen Minister van Financiën ? Niets! Nog altijd heeft het kapitaal in portefeuille op het stok van belastingen een privilege Niettegenstaande eiken aandrang hieromtrent op den Minister uitge oefend, hebben wij tot heden toe nog geen ontwerp ontvangen, ten doel hebbende om het kapitaal in por¬ tefeuille zijn billijk deel in de voorziening van 'slands behoeften te doen dragen. Loodzwaar drukken op den kleinen landbouwer of grondeigenaar de mutatie¬ rechten. Mutatierecbten, waarvan de Minister in zijne Me morie van Antwoord bet volgende zegt: „De in het Verslag voorkomende klachten over de werking der mutatierechten komen den ondergetee kende onjuist, althans zeer overdreven voor. _ ijZij werden trouwens door de verslaggevers geen¬ zins algemeen gedeeld. „De ondergeteekende meent met betrekking tot dit punt de bijzondere aandacht te mogen vestigen op de beschonwingen voorkomende in het belangrijk rapport van den heer Habtog (deel I. bl. 28), waar de na- deelen welke te wachten zijn van afschaffing van het mutatierecht duidelijk zyn uiteengezet." Ik wil de Kamer niet vermoeien met de midden- eeuwsche beschouwingen van den heer Hartog, uit Ëarneveld, over de afschaffing der mutatierechten, maar toch even wijzen op de conclusie waartoe de heer Hartog komt; wanneer hij zegt: "In ieder geval is het echter billijk, dat de mutatierechten van met hy¬ potheek bezwaarde gronden verminderd worden met het bedrag, dat aan hypotheekrecht betaald is." En verder: „Geheel vrij van mutatierechten be hoorden te zyn: de verkoop van onroerend goed van ouders aan kinderen, daar deze soms noodzakelijk is tot instandhouding van de familie en het geheele be¬ drijf, dat door betaling van mutatierecht daar een aan merkelijk verlies door ondergaat. Een vader bijv., die te oud wordt om de boerderij te dry ven, verkoopt aan een zijner kinderen; het gezin moet evenals vroeger van de opbrengst big ven leven, zoodat er alleen eene verandering in naam heeft plaats gehad. In derge¬ lijke gevallen wordt dan, tot groot nadeel van het bedrgf een groot deel van het kapitaal weggenomen, ja soms de explotatie onmogelijk gemaakt. "In nog grooter mate is het overgangsrecht drukkend als die plaats met hypotheek bezwaard is; het muta tierecht bedraagt dan soms meer dan 10 pet. van de som, die overgedragen wordt." Tien percent! En ouze voorvaderen hebben, wan¬ neer ik de geschiedenis goed heb nagegaan, wel op stand gemaakt toen Alva den löden penning vroeg. Het is dan ook niet te verwonderen, dat, wanneer de Minister zich beroept op ééa verslaggever, ik de 99 andere verslaggevers voor de Lmdbouw-anq iête zou kunnen aanhalen, die het allen eens zijn, dat de mutatierechten te drukkend voor den landbouw zijn. Bovendien heb ik het voorrecht mij te kunnee beroe pen op mannen als mr. P. W. A. Cort van der Linden, en mr. N. G. Pierson, die in hunne belang rijke studiën de mutatierechten onvoorwaardelijk hebben veroordeeld. Maar, niet alleen, Mynheer de Voorzitter, dat deze Minister de mutatierechten niet wil afschaffen, hij neemt ook het einde der herziening van de onge bouwde eigendommen te baat, om, bij den treurigen toestand waarin de landbouw toch reeds verkeert, de grondbelasting met eenige tonnen gouds te verhoogen. En alsof dit nog niet genoeg ware, heeft de Minister een wetsontwerp ingediend, waarbij onder andere art. 254 der gemeentewet, dat menigmaal een der nuttigste artikelen dier wet genoemd is, wordt af¬ geschaft. Mocht dit denkbeeld van den Minister van Staats blad bereiken, dan vrees ik, dat de toestand voorden Nederlandschen Landbouwer nog drukkender zal worden, dan op het oogenblik reeds op hel platteland van Noordholland het geval is, dank zij de hier welbe kende uitzonderingswetten ten opzichte van de wik en weegloonen, waarmede de gemeenten Alkmaar, Hoorn, Purmerende en Edam begunstigd zijn. De Minister zegt: De heer Zijp heeft geproken van da voornemens der Regeering ten aanzien der grondbelasting en heeft daarbij gewaagd van eene verhooging dier belasting. Het is echter, geloof ik, niet geheel juist, wanneer hij beweert dat de Regeering verhooging voorstelt. Wat betreft het aandeel door den Staat te heffen, dit vermindert dan toch zeer bepaald, en waar de gemeenten meer heffen, komt dit in miudering van andere belastingen Dat, ingeval de opcenten tot het maximum worden geheven, het gezamelijk bedrag ten behoeve van Rijk en gemeente in sommige streken van Noordholland vrij aanmerkelijk kan stijgen boven het tegenwoordige, kan intusschen wel zeer mogelijk zijn, maar dit ie niet de schuld der Regeering. Het is eenvoudig een gevolg van de uitkomsten der schatting, die hebben bewezen, dat de gronden in Noordholland meer dan elders in waarde zijn toege¬ nomen en thans in verhouding tot de gronden elders te laag zijn belast. Tot mijn genoegen is mij van verschillende kanten gebleken, dat in andere streken het gevoelen van den geachten afgevaardigde niet wordt gedeeld, en dat integendeel de door de Regee ring voorgestelde maatregelen worden op prijs gesteld. Hetgeen de geachte afgevaardigde over de mutatie- rechten zeide kan ik thans laten liggen; die zaak zal moeten blijven wachten tot de grondbelasting is afge daan, want dit is zeker, dat men hetgeen men van de grondbelasting wenscht af te staan, slechts voor ééne zaak kan gebruiken. Wanneer men dit wil doen strekken tot afschaffing of vermindering van de mnta tierechten, kan men het niet dienstbaar maken aan de vermindering van de gemeentelijke lasten en omge kae d. Men zal dus moeten afwachten de beslissing die in zake de grondbelasting en de gemeentebelasting zal worden genomen. Waar mijn beroep in de Memorie van Antwoord op het gevoelen van den heer Hirtogb uit Barnevelö, door den geachten afgevaardigden uit Enkhuizen wordt gewraakt op grond van diens middeueeuwsche denk beelden, wil ik opmerken, dat mij nooit iets van mid¬ deueeuwsche denkbeelden van dat lid der Landbouw commissie is gebleken; hij behoort meen ik volstrekt niet tot mijne politieke geestverwanten ; ik heb zijn gevoelen alleen geciteerd als dat van iemand, wiens adviezen op landbouwgebied om zijn helderen blik en practische inzichten, voor velen zeer groote waarde hebben. (Wordt vervolgd.) Nu het schaatsenrijden in vollen gang is en overal wedstrijden worden gehouden, komen zoo on willekeurig verhalen uit den ouden tijd in herinnering. Zij mogen praten wat zij willen van hardrijden, die lui van tegenwoordig; vroeger konden we ook mee praten . . verbalen ons de oudjes. Hardrijden ais toen, kom daar nou reis om! En volhouden ! Daar heb je, om met een heel oude te beginnen Pieter Koopman, van Bolsward, burgemeester nog wel. Die reed in den winter van 1763 op 64 op één dag van den Haag naar Leeuwarden om een brief van den Stadhouder over te brengen. Dat was een kleine veer tig unr gaans, 't G;ug over de Zuiderzee, dwars- over, van Enkhnizen naar Stavoren. Om half vijf 's avonds reed burgemeester Leeuwarden binnen en was toen nog zoo friscb, dat hij de voorletters van zyn naam heel sierlijk met zijn schaats in bet ijs kraste. Maar het wordt nog mooier van hem verteld. Vol gens een bericht in de Leeuw. Crt. van 16 Januari 1848, zon hij de reis op één dag heen en terng naar den Haag hebben gedaan, 's morgens om 4 unr weg en 's avonds om zeven nur terng; een kleine tachtig nur in vijftien. En als zijn vrienden hem niet had¬ den tegengehouden, dan zou hij dienzelfden avond nog naar huis, naar Bolsward zijn gereden. De schaatsen van dien heer Koopman zijn thans nog in hezit van den tegenwjordigeu bnrgemeester van Bols ward, den heer Peereboom. Van hem wordt ook nog verteld, dat hij naast een rennend arrepaard rijdende, steeds over en weer over slee en al heen sprong en nu eens rechts, dan eens links bleef meerijden. Neen, neen, in vroeger tijd was men ook voor geen kleintje vervaard! Daar had je een Groninger pot tenbakker, bniteu de A. poort, die zag eens in volle vaart, recht voor zich uit, een ingevroren tnrfpraam dwars in de baan. Het schijnt dat hij niet omrijden wou of kon, tenmins e hij sprong er over heen. Maar bij het neerkomen voelde hij iets in den rug, den volgenden morgen was hij ziek en binnen een paar dagen een lijk. Schoon bij zyn leven had ook deze pottenbakker wel sterker stukken vertoond. Eens kreeg hij het verzoek om een Grietman, wiens tegen¬ woordigheid te Leeowarden dringend werd vereischt, van Groningen daarheen te vervoeren, 't Geval zou plaats hebben in een schuifslee. Om half negen 's morgens stapt onze Grietman in de slee en de pottenbakker belooft hem voor tienen, dus binnen anderhalf nur, in Frieslands hoofdstad af te leveren. Veel oponthoud kon dus niet worden geduld, en toch, dwars op de baau ligt weer een schuit ingevroren 1 Zonder beraad pakt al rijdende onze vriend den Wel¬ edel Achtbaren met slee en al op en springt met zijn vracht over de schuit, zonder een seconde zyn vaart te vertragen ; zonder een steek te laten vallen, zou een Hollandsche huismoeder zeggeu. Hoe de heer Grietman het geval heeft opgenomen, welk gezicht hij al zwevende door de lucht, heeft getrokken dat meld: de geschiedenis niet. Adam, de hardrijder, in Friesland bij overlevering nog wel bekend, sprong bij de oude Sobouw over een wak van twee en twintig voet en reed, zonder van streek te veranderen, kalm door. 'ioen iemand hem daarover verbaasd aansprak, antwoordde hij nederig: "dat is gin beau wirdig." Maar Fokke, dat was ook een baas 1 Die had het nog nooit tegen een ander kunnen verliezen. Eens op een avond reed hij heel alleen bij maneschijn. Plot seling kijkt hij op en ziet daar een, die tegen hem opstrijkt, 't Was zijn eigen schaduw, maar Fokke zag dat niet. Die dnivelsche kerel wou hem kenne lijk voorbij. Fokke legt er een streek op en schiet door, steeds loensch op zij uitkijkende. Maar de andere laat hem niet los en blijft bij. Daar is een brug, lu de verte. In een oogenblik schiet hij er onde door, maar in het duister ziet by zijn schaduw natuurlijk niet meer, zoodat hij denkt dat die hem onder da brug voorbijgeschoten is. »Dat beste woen dyfel!J roept hij. Want de dnivel alleeu had he naar zijn idee, van hem knnnen winnen. Staten-Generaal, TWEEDE KAMER. Faillissement. Thans is in dtnk verschenen het dezer dagen bij de Kamer ingekomen wetsontwerp op bet faihssement en de surséance van betaling. Het ontwerp bevat 233 artikelen en de Memorie van Toelichting is 113 blad zijden groot. Aan de wets voordracht en de Memorie van Toelichting liggen niet slechts de voorstellen der Staatscommissie ten grondslag, maar deze zijn daarbij zelfs, zooveel mog-lijk, woordelijk gevolgd. Na de grieven uiteengezet te hebben, die tegen de bestaande bepalingen bestaan en die geleid hebben tot het ontwerpen van eene geheel nieuwe wet, zegt de Memorie van Toelichting, dat er geene voldoende re den w»s om de herziening tot iets anders of meer te doen strekken, dan tot verbetering, verduidelijking en aanvulling van het bestaande recht, telkens waar de ervaring had aangetoond, dat zulks noodig was. Het ontwerp schept geen nieuw recht, is geen uitvloeisel van nieuwe theoriëo, maar beoogt niet anders dan eene loutering van het geldend recht, door verwerking van de resultaten eener rnim vijftigjarige ervaring. Alleen waar een critiecb onderzoek van de werking der bostaende wet eene gestrenge toetsing daarvan aan de behoeften van het verkeer, eene naowkeurige raad pleging der rechtspraak en van de literatuur wijziging van het bestaande als wenschelijk deden kennen, is daartoe overgegaan. Vandaar ook dat geene der nieuwere buiteulandsche wetten tot model kon dienen. Niette min is de hulp der rechtsvergelijking geenszins ver¬ smaad. Het ontwerp beperkt het faillissement niet tot koop lieden, maar maakt het toepasselijh op iederen schul uenaar. Vanlasr dat de regeling niet in het Wetboek van Koophandel kon blijven opgenomen, maar in eene afzonderlijke wet moest worden vervat. Hit ontwerp gaat uit van het beginsel, dat het fail lissement is een gerechtelijk beslag op bet geheele vermogen des schuldenaars ten behoeve zijner geza menlijkesehnldeiwchers. Deze opvatting beheerscht alle voorgestelde bepalingen. Zij leidt tot de volgende slot sommen; Het faillissement betreft uitsluitend de goe¬ deren van den schuldenaar, niet ook diens persoon. Hij blijft in het genot zijner burgerlijke rechten en bevoegdheden, maar moet het gelegde beslag eerbiedi gen en mig niets verrichten, wat ten praejndicie daar van kan strekken. De schuldenaar blijft eigenaar van het vermogen, blijft de gerechtigde en verplichte per¬ soon ; de gezamenlijke schuldeischers, te wier behoeve het gerechtelijk beslag gelegd wordt, zijn als wette lijke vereffenaars of liever als executanten optredende, de plaatsvervangers, de vertegenwoordigers van den schuldenaar. De curator wordt aangewezen om voor en namens hen op te treden en te handelen. Hij wordt beschouwd als de wettelijke vertegenwoordiger van de schnldeiscbers, en, omdat bij dit is, tevens als de ver tegenwoordiger van den schuldenaar. Het beslag omvat niet bepaalde goederen, een bepaald gedeelte van het vermogen, maar het geheele vermogen. Alles wat ge durende het faillissement door den scbnldenaar ver¬ worven wordt, valt dus in het faillissement. Het fail¬ lissement vindt zijne grens in de realisatie van bet vermogen. Het kan in beginsel nè. vereffening des boedels geene nawerking hoegenaamd hebben op de rechtsverhouding, waarin de schuldenaar tot zijne scbuldeiscbers staat. Dit zijn in breede trekken de grondbeginselen van het ontwerp. Men heeft bij het redigeeren der artikelen er naar gestreefd zooveel mogelijk twijfel nit te sluiten, omtrent de opvatting des wetgevers over den aard en het wezen van het faillissement. Zyn de formaliteiten, noodig tot waarborg voor de richtige behartiging van de rechten van alle belanghebbende partyen, tot een minimum teruggebracht, voor zoover dit met rechts zekerheid kan samengan, en zijn bovendien verschei dene bepalingen facultatief gesteld, van invoering eener bijzondere, eenvoudige faillissementsprocedure voor kleine boedels heeft men gemeend te moeten afzien, omdat zij slechts verkregen zou kunnen zijn door op offering van bepalingen, onmisbaar geacht ter verkrij¬ ging van rechtszekerheid en waarborging van aller belangen. Faillissementen van weinig aanbelang kunnen op de meeat eenvoudige wijze worden behandeld. Zoo knn¬ nen, met toestemming van dan gefailleerde, reeds daags na de faillietverklaring alle goederen verkocht worden, met machtiging van den rechter-commissaris, zelfs ondethands, zoodat dan reeds dadelijk niets dan con¬ tanten te verdeelen zijn. De faillissements procedure komt in het kort hierop neder. Binnen 14 dagen na de faillietverklazring worden de scbuldeiscbers aangemaand hunne vorde ringen bij den cnrator in te dienen en hun tevens be¬ kend gemaakt, wanneer de verificatie vergadering zal plaats hebben. Zyn alle vorderingen van eenvoudigen aard en geven zij den curator geene aanleiding tot be twisting, hetgeen blijken kan uit de lijsten, die door den curator 7 dagen vóór de vergaderieg ter griffie nedergelegd worden, dan zal geen der schnldeiscbers zich de moeite behoeven te geven in persoon of bij gemaebtigde naar die vergadering te gaan, en deze slechts ten doel hebben, om den gefailleerde de gele¬ genheid te geven, zoo hij dit niet reeds eerder gedaan heeft, een akkoord aan te bieden of anders te consta- teeren, dat zonder verwijl kan worden overgegaan tot de pondpondsgewijze uitbetaling. De cnrator maakt de uitbetslingslyst op, die na goedkeuring door den rechter