Tekstweergave van EC_1890_01_01_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No
1
Een
en
Twintigste
Jaargang.
1890.
ENKHUIZER
COURANT.
UI1I11I
milt-
voor
HOLLANDS
Woensdag1
a
Ml
Dit
blad
verschijnt
WOKNSDAGS,
VRUDAdS
en
ZONDAGS.
Abonnementsprijs
voor
3
maanden
«
•
/
*•'
°
Franco
per
post
„
3
„
.......
ƒ
t.*u
Men
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postdirecteuren,
of
rechtstreeks
bij
den
uitgever
A.
EGMOND.
EI
AlTEBTEITIEBIil
NOORDERKWARTIER
1
«lamiari.
,
_
,
rTiafe
-
Afzonderlijke
Ns.
dezer
Courant
aan
het
Bureau
afgehaald
5
Cents.
De
prijs
der
Advertcntiën
van
1—6
regels
is
t'>5
cents,
n>et
inbegrïp
van
'1
bewijsnummer,
voor
eiken
regel
meer
10
cents.
Vóór
Dinsdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
uur
gelieve
men
de
Advertentiën
in
te
zenden.
Ingezonden
stukken
minstens
één
dag
vroeger.
\
Bi)
bestelling
van
de
ENKHUIZER
COURANT
in
den
loop
van
een
kwartaal
betaalt
men
slechts
de
Ns.
die
nog
verschijnen.
REDACTIE
en
UITGEVER
DER
ENKHUIZER
COURANT
komen
met
hun
welgemeenden
HEILWËNSGll
tot
hunnen
zich
steeds
uiibreidenden
kring
van
lezers.
Twintig
jaren
zijn
verloopen,
sinds
de
krant
voor
de
eerste
maal
tot
hen
kwam.
Hoezeer
niet
ongevoelig
voor
lol
of
blaam,
hebben
wij
steeds
getracht
het
goede
voor
te
staan
en
te
bevorderen,
soms
zelfs
waar
anderen
meenden,
dat
dit
langs
anderen
weg
beter
werd
verkregen.
Moge
de
bijval
van
een
steeds
grooter
publiek
ons
steunen
en
moed
schenken,
om
op
den
inge¬
slagen
weg
onverdroten
voort
te
gaan.
Enkhuizen,
1
Januari
1890
Derde
openbare
Kennisgeving.
I
n
s
e
h
r
ij
v
in
g
VOOR
DE
Nationale
>lilïtie.
Burgemeester
en
Wethouders
der
gemeente
Enk
buizen
roepen
bjj
deze
op
tot
de
inschrijving
voor
de
Nationale
Militie
in
de
maand
Januari
aanstaande
alle
mannelijke
ingezetenen
die
in
bet
Jaar
1871
zijn
geboren,
waartoe
meer
bepaaldelijk
de
gelegenheid
wordt
opengesteld
van
2
tot
10
Januari
aanslaande
op
elkeo
werkdag
van
des
voormiddags
9
tot
3
uur
des
namiddags
ter
Gemeente
Secretarie.
Voor
ingezeten
wordt
gehouden.,
bij
wiens
vader
ot
is
deze
overleden,
wien
moeder,
ot
zijn
beiden
over
leden,
wiens
voogd
ingezeten
is
volgens
de
wet
van
28
Juli
1850.—
Herinneren
voorts,
dat
degenen
die
zich
vóór
1
Februari
1890
tot
voornoemd
einde
niet
hebben
aan
gemeld,
znllen
worden
gestratt
met
eene
geldboete
van
/
25
—
tot
/100
—
Enkhnizen
den
24
December
1889.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Secretaris
H.
VLASVELD.
De
Burgemeester
van
Enkhnizen,
Gelet
op
art,
'21
der
wtt
van'4
December
1872
(Staatsblad
N*1
134);;
Brengt
door
dezen
ter
kennis
van
het
publiek,
dat
j
in
de
week
van
Zondag
22
tot
en
met
Zaterdag
28
dezer
maand
twaalf'
lijeiers
aan
I1AÏK
Lllil
i{jn
overleden.
Enkhuizen,
den
30
December
1889.
De
Burgemeester
voornoemd,
HARTKAMP.
NIEUW
J
t
A
R
Nieuwjaar
.
.
.
„'k
Herinner
't
mij,
de
lastigste
aller
dagen,
"Waarop
de
menschen
zijn
gewoon
elkaar
te
plagen
.
.
."
Wanneer
men
den
Nieuwjaarsdag,
hetgeen
daarop
en
als
gevolg
daarvan
plaats
heeft
van
de
komische
zijde
beschouwt,
lezer,
dan
is
er
in
de
aangehaalde
woorden
veel
waars.
De
zegenwenschen
klinken
u
van
alle
kanten
j
tegen
en
90
percent
or
van
rellen
uit
de
en¬
den
als
waterdroppels
uit
een
wolk;
somtijds
zelfs
verbeeldt
men
zich,
dat
onder
die
water-
oppen
ook
hagelkorrels
gemengd
zijn.
Eu
dan,
een
vol
jaar
heeft
men
vaak
op
cre-
diet
laten
werken
en
leveren,
doen
verrichten
wat
men
meende
dat
verricht
moest
worden,
of
zich
aangeschaft
wat
men
meende
noodig
te
heb¬
ben
of
waartoe
begeerte
en
smaak
prikkelden.
Daar
komt
de
Nieuwjaarsdag.
Gij
zijt
niet
naar
hem
toegekropen,
neen,
hij
draafde
u
te
gemoet.
Uw
ambachtsman,
uw
leverancier
heeft
zijne
boeken
gesloten,
zijn
balans
en
zijn
reken.ng
aan
u
opgemaakt
en
....
wenscht
u
veel
heil
en
zegen
in
't
nieuwe
jaar.
Die
wensch
is
zonder
twijfel
welgemeend,
want
indien
er
iets
in
staat
is
om
de
menschen
voor
u
in
te
nemen
en
vrien¬
delijk
jegens
u
te
stemmen,
dan
is
het
de
be¬
vordering
van
hun
persoonlijk
belang.
Vervolgens
:
Zonder
er
over
na
te
denken,
of
zich
zeiven
af
te
vragen
of
men
ook
misschien
den
huichelaar
speelt,
offert
men
zijne
wenschen
FEUILLETON.
SkStS,
31.
Als
hij
de
waarheid
had
willen
hulde
doen,
dan
had
by
moeten
bekennen,
dat
hij
erg
onder
de
pan
tcffel
zat
en
zyn
vronw
hem
verboden
bad
zonder
voorkennis
gasten
inee
te
brengen
Het
huis
was
overigens
ook
volstrekt
niet
op
zoo'n
weeiderigen
voet
ingetlcbt,
als
de
bluffende
dokter
het
in
zijn
gesprek¬
ken
liet
voorkomen.
Het
aanbod
van
der
dokter
kwam
Walbter's
wenschen
zoo
tegemoet,
dat
hij
het
gaarne
met
beide
handen
had
aangenomen.
Doch
te
rechter
tijd
bedacht
hij
zich
:
daardoor
zou
hij
zich
licht
aan
verdenking
blootstellen.
Hij
nam
daarom
dat
aanbod
eerst
na
veel
aaazelen
aan.
Met
gladde
tong
wist
Dr
Brown
zyn
bezwaren
spoedig
uit
den
weg
te
ruimen,
ruimen.
Na
op
deze
wijze
afgesproken
te
hebben
voor
het
verdere
samenreizen
van
bet
laatste
posthuis
naar
de
genees
inrichting,
begon
men
over
de
politiek
en
bleef
daarbij
tot
de
aankomst
in
bet
eerste
landstadje,
waar
men
de
paarden
verwisselde
en
de
reis
dus
voor
korten
tyd
gestaakt
werd.
Toen
de
postwagen
stilstond,
verklaarde
Dr.
Brown
dadelfik,
dat
by
deze
gelegenheid
niet
ongebruikt
mocht
laten
voorbijgaan
om
naar
nieuwe
patiënten
om
te
zien.
Hij
verzocht
Walther
de
brochure
terug
te
geven,
ofschoon
deze
er
nog
geen
woord
in
gelezen
had
en
klauterde
naar
beueden,
waar
bij
onmiddeiyk
het
koffiebnis
binnentrad
op
patiënten
te
zoeken
die
en
wederwenschen
of
giften
aan
gewoonte,
ge¬
bruik
of
etikette,
al
is
liet
ook
jegens
personen,
die
iemand
den
volgenden
dag
naar
den
duivel
zou
wenschen,
of'
wie
liij
bij
vertrek
naar
Au¬
stralië
een
uitroep
van
blijdschap
of
een
zucht
van
verlichting
zou
nazenden.
Yoor
ieder
die
er
lust
in
heeft
of,
wiens
ge¬
aardheid
het
medebrengt,
is
er
dus
stof
tot
ko¬
mische
beschouwingen
te
over
;
en
misschien
is
dit
verstandiger,
dan
zich
grommende
te
verzet¬
ten,
teneinde
mede
daardoor
te
toonen,
dat
men
zich
boven
de
dwaasheden
van
't
groote
publiek
verheven
acht
en
niet
mee
wil
proeven
van
al
de
kool,
die
op
Nieuwjaarsdag
verkochten
opge-
disclit
wordt.
Maar
alle
zaken
hebben
een
licht-,
zoowel
als
een
schaduwzijde.
Kijk,
als
ik
daar
twee
men¬
sehen,
die
in
sommige
burgerlijke
eu
kerkelijke
aangelegenheden
als
tegenvoeters
kunnen
worden
aangemerkt,
elkander
zie
ontmoeten
en
de
liand
toesteken
met
een
:
„veel
zegen!"
dan
is
daarin
iets
komisch,
ja,
maar
toch
ook
iets
dat
van
ernst
getuigt;
't
is
of
ik
dan
in
hen
een
inwendige
stem
hoor
spreken
:
„Zie,
het
is
altijd
zoo
niet
en
ik
hen
altijd
zoo
niet,
maar
ik
erken,
liet
behoorde
toch
altijd
zoo
te
wezen."
_
De
overgang
van
het
oude
in
het
nieuwe
oefent
invloed
uit
op
de
menschen
;
zij
zijn
dan
anders
gestemd
dan
andere,
ook
dan
op
andere
feest¬
dagen.
Het
saizoen
waarin
bjj
voorkeur
werd
gewerkt
en
gehandeld,
is
afgesloten
;
een
nieuw
tijdvak
van
werken
nadert
voor
den
ambachts¬
man,
een
nieuw
oogstjaar
staat
den
landman
to
wachten
;
in
elke
administratie
is
de
tijd
van
af¬
sluiten
aangebroken
;
in
het
boek
van
handelen
en
adminisrreeren
zoowel
als
van
leven
en
wer¬
ken
wordt
een
nieuwe
bladzijde
gereed
gelegd
;
wat
zal
't
zijn
dat
het
eerst
als
credit
of
debet
moet
worden
aangeteekend
?
Ieder
hoopt
hij
de
intrede
van
't
nieuwe
jaar,
hij
't
gereed
leggen
van
een
blanke
bladzijde
in
liet
boek
des
levens,
dat
de
fortuin
hem
zal
toelachen,
dat
hij
veel
geluk
en
voorspoed
zal
hebben
aan
te
teekenen
en
de
wenschen
die
hem
van
verschillende
kan¬
ten
in
de
ooren
klinken,
zou
hij
gaarne
als
zoo
vele
voorspellingen
willen
aanmerken,
want
er
is
o,
zoo,
veel
waarop
ieder
onzer
hoopt;
en
die
lioop
is
't,
die
op
den
nieuwjaarsdag
zijn
bloed
sneller
doet
vlieten.
Niettegenstaande
onze
zorgen,
ons
werken
en
sloven
staan
wij
in
vele
opzichten
machteloos
tegenover
de
toestanden
en
het
lot;
en
niet
te¬
genstaande
de
oplettendheden
die
wij
aan
onze
kinderen
en
aan
onze
ouden
van
dagen
wijden,
kunnen
wij
niets
anders
dan
werken
en
toe¬
ziende
hopen
en
hopende
toezien
en
werken.
En
dat
hopen
en
wenschen
voor
hetgeen
ons
lief'
is,
dat
wij
liefhebben
en
dat
aan
onze
zorgen
en
oplettendheid
is
toevertrouwd,
—
het
wordt
in
ons
verlevendigd
en
vernieuwd,
wanneer
het
eene
jaar
zich
van
het
andere
afscheidt:
al
wat
jong
is,
gevoelt
dat
het
toeneemt
in
'levenslust
en
al
wat
oud
is,
gevoelt
en
zegt
misschien
:
„
we¬
derom
een
stapje
nader
Aan
het
liuis
van
onzen
vader
....
Zie,
't
is
avond,
Julia
!
..
.
Maar,
verdiept
in
onze
nieuwjaarsbeschouwing,
zouden
wij
verzuimen
om
aan
den
eisch
der
gewoonte
gehoor
te
geven
en
onzen
lezers
met
een
wensch
te
gemoet
te
komen.
Zij
zullen
reeds
hebben
bemerkt,
dat
wij,
ofschoon
het
ko¬
mische
voor
den
een,
of
het
hinderlijke
van
de
gewoonte
voor
den
ander
erkennende,
tusschen
die
twee
uitersten
wenschen
door
te
zeilen
en
meer
de
ernstige
zijde
van
de
jaarsverwisseling
onze
aandacht
wijden.
Onze
wenschen
zullen
dan
ook
evenmin
ko¬
misch
als
bijtend
zijn.
Den
jonge
menschen
wenschen
wij
toe,
dat
zij
de
,
ernstige
zijde
van
het
leven
nimmer
zullen
voor
bij
zien
;
dat
hunne
hoop
en
hunne
verwachtin¬
gen
zicli
niet
buitensporig
wijd
zullen
uitstrekken
en
dat
zij
zich
wapenen
met
geduld
en
deugd,
zoowel
als
met
kennis
en
ijver.
De
oude
gaan
heen
en
stéllen
niet
alleen
hunne
goederen,
maar
ook
de
toekomst
van
het
Vaderland
in
liunne
handen.
Eenmaal
wordt
het
ook
voor
hen
avond,
slager
verliet
ook
den
wsgen
om
zijn
wooiDg
op
te
zoeken.
De
beide
jonge
mannen
waren
alken
boven
op
den
wagen
gebleven.
„Willen
wii
ook
een
oogenblik
naar
beneden
gaan
?'
vroeger
Walther.
»Ik
ben
al
tamelijk
stijl
geworden
door
het
lange
zitten."
„Ik
wil
u
gaarne
velgen,
als
ge
een
khine
wande
ling
in
de
straat
met
mij
wilt
doen,
inplaats
van
>n
het
koffiehuis
te
gaan,"
antwoordde
Dr.
Parker.
»Ik
ben
hartelijk
blii,
dat
ik
eenige
minuten
vrij
h
op
van
het
eeuwige
gebabbrl
van
den
dokter,
ik
zal
d*ar
een
jaar
lang
niet
vrij
kunven
loopen.
Ge
z»h
dus
be
griipen,
dat
ik
het
niet
ga
opzoeken,
zoolang
ik
bek
nog
verdijden
kan."
•
Hij
is
werkeijk
al
buitengewoon
babbelachtig,
die
dokter,"
zeide
Walther.
„Ik
ben
het
volkomen
met
n
eens,
mijnheer!".
Zoo
klanterden
zij
dan
naar
beneden
en
wandelden
met
elkander
in
de
s'raat
op
en
neer.
•
Naar
ik
uit
de
woorden
van
Dr.
Brown
opmaak,
zijt
ge
eerst
sedert
korten
tijd
besloten
om
uwe
krach¬
ten
aan
zijne
inriebting
te
wijden,"
begon
Walther
het
gesprek
weer.
•
Eerst
gisteren
heb
ik
mij
verkocht,"
antwoordde
de
ander
met
bitterheid.
„Ik
heb
nooit
kunnen
ver
moeden,
dat
ik
mij
op
het
platteland,
ver
van
Londen
zou
moeten
begraven
in
zoo'n
speloak,
als
die
opge
hemelde
inrichting
van
Dr.
Brown.
Maar
wat
bleef
mij,
zonder
middelen,
anders
over
?
Miju
klein
ver
mogen
heb
ik
opgeofferd
voor
de
studie
der
psychiatrie
Het
was
mij
gelukt,
een
tameiyk
goede
betrekking
als
hulp
arts
in
Bedlam
te
vinden.
Ik
zou
daar
zeker
ik
mijn
eigen
overtuiging
niet
hooger
geacht
had
dan
de
verzekeringen
mijner
chefs."
«Wilt
ge
mij
eens
vertellen,
hoe
dat
toeging?"
•
Het
geval
zal
bij
u
weinig
belangstelling
opwek
ten
miinbéer.
H>t
was
een
dagelijks
voorkomende
zaak.
Men
had
een
meLje
in
Bedlam
gebracht,
wier
bloedverwanten
bewe
rden,
dat
zij
krankzinnig
w«s.
Aan
mii
»erd
de
taak
opgedragen
haar
nauwkeurig
te
bespieden
D
ch
or
dar
ks
rniin
zorgvuld
ge
waarne
roingeu
geduret
de
verscheidene
weken
kon
ik
niet
bei
eeringsle
ontdekkin
van
een
storing
in
het
verstand.
Ik
kreeg
daarhuor
gesobi'
tret
den
directeur-
en
toen
het
meisje
in
een
onbtwaakt
oogenblik
buiten
mijn
schuld
ontvluchtte,
werl
tk
ontslagen."
•
Hoe
heette
bet
meisje?'
vroeg
Walther
in
de
grootste
spanning.
Het
hoorngeschal
van
den
po
titlon
verhinde
de
een
antwoord.
Dr.
Parker
snelde
heen
om
zijn
patro.
n,
die
bezig
was
patiënten
te
zoeken,
opmerkzaam
ie
maken
op
het
teeken
van
vertrek.
Toen
hij
de
deur
van
de
gelagkamer
opende,
kwam
hem
de
onaangename
geor
van
slechte
grog
te
gemoet.
Dr.
Brown
had
een
glas
voor
zich
staan,
dat
hij
juist
leeg
gedronken
had.
Met
de
rechterhand
hield
hij
een
eerbaar
burger
aan
«yn
jas
vast
en
ias
luide:
•
In
het
graafschap
Worcesterbire,
in
de
onmidde
iijke
nabijheid
van
het
schoon
gelegen
stadje
Wor
oester
bevindt
zich
de
inrichting
ter
verpleging
en
genezing
van
krankzinnigen,
welke
toebehoort
aan
den
wereldberoemden
dokter
Brown,
een
man
van
groote
kennis
en
wetenschap.
De
inrichting
ligt
in
een
lie¬
felijk
dal,
omgeven
door
.
"
VEERTIENDE
HOOFDSTUK.
Wij
zullen
de
moeite
niet
nemer,
alle
plaatsen
op
te
noemen,
waar
de
pos'wagen
stilhield
op
de
reis
van
Londen
naar
W<
rcester.
Dr.
Brown
stapte
echter
telkens
uit
om
patiënten
te
zoeken
en
kwam
telkens
met
rood
gezicht
en
een
sterke
brandewijolucbt,
doch
zonder
patiënten,
terug.
Gedurende
de
reis
had
Walther
herhaalde
malen
Dr
Parker
na»r
den
naam
van
h>t
meisje
willen
vragen,
maar
een
onbestemd
gevoel
hield
hem
daar
van
terug.
Als
Parker
den
naam
noemde,
dien
hij
verwachtte,
kon
bii
het
dan
wagen,
zün
ware
doel
an
de
reis
aan
hem
bekend
te
maken
?
Zette
hij
dan
niet
alles
op
het
spel
tegenover
een
man,
die
slechts
nr.
2
zon
zijn
bij
de
ve-pleging
van
zijn
be
schermelinge
?
En
zon
deze
jonge
dokter
thans
niet
voorzichtiger
ziin,
wanneer
er
verschil
van
gevoelen
mocht
ontstaan
?
Neen,
op
deze
wijze
durfde
hij
het
reeds
verkregen
resnltaat
niet
op
het
epel
zetten.
Hij
moest
d
n
loop
der
dingen
afwacht
n,
misschien
gebeurde
er
iets.
dst
hem
tot
een
besluit
bracht.
De
reis
van
Londen
naar
Worcester
d
urde
van
Maandagmorgen
tot
Woensdagavond.
Voor
het
post
huis
stond
de
equirage
van
Dr.
Brown,
bestaande
uit
een
halfverhoogerd,
oud
schimmelpaard
en
een
kleine
open
wagen,
zooals
de
siagers
gebruiken,
die
bij
de
boeren
vee
gaan
koopen.
Hoewel
Dr.
Brown
reeds
gewoon
was
dat
zijn
bluffende
woorden
beschaamd
werden
kon
bij
toch
z°lt
niet
nalaten
iets
te
zeggen
over
de
équipage,
die
niet
gekomen
was.
(Wordt
vervolgd.)