Tekstweergave van EC_1889_01_06_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
\o. 3 Twintigste Jaargang. ENKHUIZER COURANT m ILiSKSII I1E9IS- voor HOLLANDS Zondair Dit blad verschijnt WOENSDAGS, VRIJDAGS en ZONDAGS Abonnementsprijs voor 3 maanden ....... ƒ 1,~- (franco per post S /1.S0 Men abonneert zicfc bj) alle Boekhandelaren en Postdirecteur** Brieven franco aan don uitgever A. EGMOND. es iimiiiTiiiui NOORDERKWARTIER O Januari. Afzonderlijke Ns. dezer Courant aan het Bureau afgehaald 5 Cents. De prfls der Advorteniiën van 1—6 regels is 66 cents, met inbegrip van 1 bewijsnummer, voor eiken regel meer 10 cents, V<'ór Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmorgen 10 oer i'alievr uien de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stnkken minstens één dag vroeger. Bij bestelling van de ENKHUIZER COURANT in des loop van een kwartaal betaalt men slechts de Ns. die nog verschijnen Honden Belasting. Burgemeester en Wethouders van Enkhuizen brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, vol¬ gens art \ der verordening op de invordering der Hondenbelasting van den 9en December 1886 teder eigenaar of bezitter van een of meer honden verplicht is, daarvan vóór den Si en Januari a. s. ter gemeente Secretarie aangifte t$ doen Voorts brengen zij in herinnering, dat reeds in vorige jaren gedane aangiften geene vrijstel¬ ling van bovengenoemde verplichting geelt, ter¬ wijl veriuim als ontduiking van betasting wordt beschouwd en streng zal worden vervolgd Enkbuizen, 9 Januari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd HARTKAMP De Secretaris H. VLASVELD. De attn«laamle verkiezing van ceu Lid van de H*rov- Staten. Aanvankelijk hadden wij ons voorgenomen, over de verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten op Dinsdag aanstaande het stilzwijgen te bewaren, niet omdat wij daarover niets in het mid¬ den zouden hebben te brengen, maar omdat, als men wat te zeggen heelt en wat zegt, de parlijzuchligen er allicht aanstoot aan nemen en anderen er iets persoonlijks in zien, of verlangen er uit af te leiden. En, ofschoon wij ons van Raadselen en lichtstralen. ij Oorspronkelijk romantiscli varhaal DOOK J. 14. *i. HULL. 1211. . VIJFDE H00FD3TUK. Van dat uur af nam E'Jnard zich voor om beter te worden, om anders te leven. Helaas! bij was wel be¬ dorven, wel een misdadiger, maar niet door natuurlijke aandrift tot het slechte; 't was de schuld eener ver¬ waarloosde opvoeding en die van de verleiding, waar tegen zijn zedelijke ernst en moed niet opgewassen waren. Geen grievender leed, geen grooter lijden dan dat, 't welk we door eigen scbnld ondergaan, of 't gevolg is eener verwaarloosde jeugd, 't Is niet te loochenen, dat vele ouders, inzonderheid de moeders, zeer zorgvuldig zijn en behoedzaam te werk gaan waar 't het welzijn van 't lichaam hunner kinderen geldt, maar 't met de zorg voor den geestelijken mensch gewoonlijk niet zoo nauw nemen. Angstvallig tracht men alles uit den weg te ruimen, wat de gezondheid des lichaams kon schaden. Dat is goed en prijzens¬ waard ! Maar hoe, als diezelfde kinderen zielsgebreken hebbca ? Dan gebeurt er vaak niets. Moeders! op u rust eene moeielijke taak ; gij vooral zijt belast met de opvoediDg der kinderen. De meeste vaders hebben 't grootste deel van den dag hunne bezigheden buiten's huis. O, hoeveel leed zou aan Eduard bespaard zijn, indien zijne moeder hem in den waren zin des woords tot mensch had opgevoed! Daarover dacht hij na, toen er een oogenblik van zwijgen volgde op 't zoo¬ even beschreven tooneel. »Walter, gij moet nog heden avond mijn huis ver¬ laten, Na de schrikkelijke openbaring, die ge mij zoo het een zoowel als van het ander vrij weten, is 't toch alreeds onaangenaam, als men zich, met te zeggen hetgeen men goed en'waar acht, vij¬ anden of heftige bedillers maakt. Intusschen is er een spreekwoord, dat zegt ; «die zwijgt consenteert", en daarom stelden wij ons de vraag, ol zulk zwijgen geen vrees of' niet ie verantwoorden egoïsme verraadt, op velke vraag wij ons zeiven geen beviedigend ontken¬ nend antwoord kunnen geven. De politiek met hetgeen er mee in verband staat, is nu eenmaal onzedelijk, min. laag gewor¬ den ; maar hoe zou dit anders kunnen zijn, nu de tot volksvertegenwoordiger gekozene, in hei oog van den kiezer, zeil een leugen is ! En zoo is toch de toestand Zij, die zich tot leiders weten op te werpen, knoeien, kuipen, onderhan¬ delen, geve geheime orders of roeren de groote trom uit... . vaderlandsliefde? Neen, gedweeë goed geloovige of' volgzame kiezer, zet vrij het egoïsme voorop in uw oordeel, dan lijdt gij hei minste gevaar om mis te tasten. Maar mag iemand die zich liberaal noemt, mag iemand die zich onder de vaan van het libera¬ lisme schaart, die onzedelijkheid met een glim¬ lachend gelaat aanzien, of zwijgen als zijn plicht tot spreken noopt? En dan vragen we in vollen ernst, ol de kie¬ zer hooge gedachten koesteren kan van de libe¬ raliteit van een kandidaat, als hij geheime mid¬ delen en wegen kiest om zijn doel te hereiken; of hij almede hooge gedachten koesieren kan van de liberaliteit van de zoodanigen, die het voer- even deedt, zou ik rust noch duur hebben ; gij zijt dan wel diep gevallen! Neen, met zulke menschen mag men zich niet inlaten. O, foei!" Lieve, beste juffrouw Smit, laat mij hier blijven, ik bid 't n. Stellig, gij zult over mij voldaan zijn ; ik ben niet zoo boosaardig als gij meent." »Eduard, vertel mij alles en dan zal ik oordeelen." Deze gaf nu een omstandig verhaal van alles wat er gebeurd was; 't scheen, dat door die mededeeling zijn hart verlicht werd, maar ook de onde juffrouw scheen er door gestemd tot zachter oordeel; althans zij vond 't goed, dat Eduard bij baar bleef, ja, ze nam zelfs voor hem te beschermen. » Mocht't ook al gebeuren, dat een dier beide mannen ontdekt, dat ik hier oij u ia huis woon, laat ben dan altijd maar terstond vertrekken. Ik wil hen nimmer terugzien." Walter moest beloven, dat bij geen misbruik meer zou maken van den sterken drank ; zoodra dit 't ge¬ val was, zei juffrouw Smit, dan stond baar besluit onherroepelijk vast, dan moest hij verhuizen. Walter hield zich echter goed en reeds was eene maand verstreken sedert zijne vestiging in de hoofdstad, zonder dat hij iets van Brand of Hilten vernomen had. Dit verheugde hem en hij hoopte voor goed vau ben ontslagen te zijn. In dit opzicht rekende bij evenwel buiten den waard. Toen Braod een reisje met zijn vaartuig gedaan had en weer te huis kwam, hoorde hij vreemd op, dat Eduard verdwenen was; terstond bevroedde hij er de reden van. Ziju eerste werk was, Hilten te gaan opzoeken. Bij dezen was in den korten tijd van zijn afwezen veel veranderd. Het oade huis raad had plaats gemaakt voor nieuw; de kinderen waren netter gekleed, en alles had een welvarender aanzien. »Wat duivel," zei Brand, „heb je een prijsje uit de loterij getrokken ?" „Dat niet, Brand. Maar hoe vraag je dat zoo ?* "Hm!" ging Brand voort, „'t ziet er hier zoo netjes uit, alsof men in de salon vaa een graaf was." luig op dien geheimen weg sturen en leiden, zóó, dat het op de door hen begeerde, maar door niemand gedachte en door slechts weinigen gewenschte plaats aankomt ? Wij voor ons antwoorden op die vragen met een stellig: neen Want wij kennen aan 't iiberale beginsel nog iets anders en iets méér toe dan anti-clericalisme : het staat boven dit laatste door zedelijke kracht en waarde, mits hei zich zijne innerlijke waarde bewust zij, en in alles eerlijkheid tot leus voere en aan die leuze getrouw blijve. Al moest het getal liberale vertegenwoordigers slinken, zoo zou dit op den duur beter zijn, dan aan den leugengeest te offeren, want de leugen moet en zal de leugen verslinden, maar de waar¬ heid en de echte vaderlandsliefde blijven. Wellicht dal de «liberale" kiezers het bewijs leveren, dat zij zich zellstandig genoeg gevoelen, om niet andermaal aan de leiband te loopen van een paar polinkers, die even gaarne als een »Gerelormeerde" dominé de leiding der zaken in handen hebben. En herinnert men ons, dat lei¬ ding volstrekt noodig is, dan antwoorden we daarop, dal ons dat niet heiinnerd behoelt te worden en dat wij oos gaarne aan leiding over¬ geven, mits niets in het spel korne dat onzede- lijkerwijze politiek wordt genoemd. Van Catholieke zijde zijn wij aan handelingen in het duister gewoon geraakt en, olschoon door eenige kranten is medegedeeld, dat zij zich dit¬ maal bij de anti-revolutionairen zullen aansluiten, "Drijf gij er maar de spot mee," zei Hilteu. "Is doe dat niet; maar toch moet ik je zeggen, Evert, dal 't bij de dorpelingen, naar men mij gezegd beeft, zeer in 't oog loopt, dat gij plotseling zoo wel¬ varend zijt geworden. Nog meer spreekt men er over, dat Eduard zoo stilletjes van hier gegaan is." "Wat deert 't mij, of men zich verwondert; wat gaat 't een ander aan, hoe ik leef? Ik ben op eerlijke wijze gekomen aan 't geen ik bezit." Eerlijk! Welzeker," zei Brand, „je hebt 't van Walter gekregen. Maar zeg me eens, waar is de vent beland ?" «Ik weet 't niet." «Kom, dat is niet waar." «Ik herhaal, dat ik 't niet weet.* «Denk je me nu zoo om den tuin te leiden?" «Waartoe ?" «Dat is duidelijk genoeg." «Voor mij niet, Brand." «Dan zal ik je scherpzinnigheid te hulp komen. Als jij alleen weet, waar Walter woont, dan ben je ook maar alleen in de gelegenheid-om hem op schatting te stellen. Nu heb ik de eerste en de meeste rechten op zijne erkentelijkheid ; want ik heb den grondslag gelegd. Jij zoudt geen penning van hem hebben kun nen trekken, zoo ik Eduard niet had weten te brengen, waar ik hem hebben wilde." «Je hebt volkomen gelijk. Het onderscheid ligt hierin, dat ik alleen vraag, en dat zal blijven doen, eene belooning voor mijn zwijgen. Laat ons zamen hem opsporen. De gouden vogel mag ons niet ont vluchten. Laf zou 't' van ons zijn, indien we 't toe¬ lieten. Zoo gemakkelijk zal hij niet van ons atkomou." «Laat ons broederlijk samenwerken," zet Brand. ZESDE HOOFDSTUK. DE GEHEIME BESCHERMER. Beproevingen zijn verholen zegeningen. I Het is sen gemakkelijke leer, die door veis men is tot op bet oogenblik dat wij dit schrijven, van een in 't openbaar optreden nog niets bekend. Met die geheimzinnigeheid echter hebben de Cathoüeken zichzelf het meeste kwaaJ gedaan. Door een dergelijk kunstmiddeltje namelijk moge men voor eenmaal een verrassing kunnen plegen, maar daarmede is dan ook tegenover hen een wantrouwen levendig geworden, dat van «liberale" zijde den ijver niet weinig aangeprikkeld De anti-revolutionairen zijn rond en open op¬ geireden, maar «men zegt", dat er tusschen hunne leiders en die der Catholieken een geheime af¬ spraak bestaat, in den zin van hulp om weder- hulp, «oin de beurt." Wij laten dat beweren voor heigeen hel is, maar moeten er bij voegen, dal de verkiezmjs geschiedenissen met haar ineer van partijdrili d n van zedelijkheid getuigenden aanhang aller/ins recht geven, om de «men zegls" niet als geheel verwerpelijk te beschouwen. Maar als het zoo is, dan laten de anii-revo'u tionairen zich opnieuw een vlieg alvaiigen. d«vij| de thans te kiezen persoon slechts vooi éé j .ar zitting heeft. Zij kunnen 't in geslepenheid dan ook vrij gewonnen geven aan de Catholieke polinkers, die hen gaarne zullen gebruiken, op de wijze als de aap het poot van de kal bezigde. Indien de heer Sluis werkelijk belust zijn morht op een zetel in de Provinciale Sla en, zal hi wijs doen, met de scherpe pariijpuitien, du eigenlijk niet rijinen inet zijn flink karakier, u iaten varen en zich niet gebruiken laat als b'ug schen gehuldigd wordt, wanneer hen lampen * u weder¬ waardigheden treilen: «Ach ja, 't is Gods wil, dat ik ziek ben, en dstarom moet ik zwijgend berusten in zijne beschikain^ !' Intusschen is ziekte zoo menigmaal 't gevolg vsrt onreinheid, onmatigheid en 't met voeten treden van de eerste regelen der gezondheidsleer. Zulk een leer is onbetamelijk en kweekt huichelaars. Hoe, zou God, die ailer geluk bedoelt, de oo z*»k zijn van de ziekten en rampen, die 't onmiddel ijno gevolg van eigene, vrije daden zijn? Dat zij vent I Toch treffen den mensch vele rampen wederwaar digheden, welke noeh van zijne daden, noch van zij t-n wil afhankelijk zijn, aan welke hij niets veranderen kan. Men beschouwe ze als heerlijke opvoedingsmid delen, waardoor men gelouterd en gesterkt wordt. Is armoede niet een prikkel tot krachtiger inspauning «-u werkzaamheid ; is miskenning niet een spoorslag ora door degelijkheid te toonen, dat het oordeel derweitU onjuist was; als we onze geliefden, 't leven van ons eigen leven, ten grave zien dalen, wekt 't ons niet t p om ODze gedachten op hooger en beter dan 't alie- daag8che te richten ? En hoeveel zegen is der wereld aangebracht door tal van personen, die steeds te kampen hadden met de beproevingen des levens ! En voor zich zeiven, en voor de wereld bleken hunne tegenspoeden verholen zegeningen te zijn. De weg van lijden en beproeving is voor veien en ki n voor allen zijn de weg ter verheerlijking. Hoe diep door 't leed geschokt, had Melcber toch den moed niet opgegeven. Met krachtige band had hij den arbeid op nienw aangevat. Toen zijne werkplaats herbouwd was bleef bet werk niet u t en had de timmerman 't drukker dan ooit te voren, zoodat by zich genoodzaakt zag, eenige knechts in zijn dienst (e nemen. „Ach!" zei hij op zekeren avond tot zijn zoon: „ech Herman, wat zouden we toch gelukkig ziin, zoo moeder nog leefde! Maar helaas, zij is niet meer 1 Intusschen zijn onze pogingen om er weer bovenop te