Tekstweergave van EC_1888_10_24_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 128 Negentiende Jaargang. 1888. ENKHUIZER COURANT. mm&i ums- voor HOLLANDS Woensdag Dit blad verschijnt WOENSDAGS, VRIJDAGS en ZONDAGS Abonnementsprijs voor 8 maanden , ƒ1, Kranco per post 3 ....... ƒ1.20 Men abonneert zich bj) alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Brieven franco aan don uitgever A. EGMONÜ. ES ilTEEIEElIEEÜl NOORDERKWARTIER. S4 October. Afzonderlijke Ns. dezer Courant aan het Bureau afgehaald 5 dents. De prjjs der Advortentiën van 1—6 regels is 65 cents, me' inbegrip van 1 bewijsnummer, voor eiken regel meer 10 cents, \66r Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmorgen 10 anr golieva men de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Bi) bestelling vaa de ENKHU1ZEK OOURANT in den loop van een kwartaal betaalt men slechts de Ns. die nog verschijnen. VERGADERING van den GEMEENTERAAD te ENKHUIZEN op WOENSDAG den 24 OCTOBER 1888 df.s namiddags ten 61 ure. De Onderwerpen van beraadslaging zijn ; a. Stemming. 1. Voorstel Neyt om volgnr. 36 met f 400 te ver- mi deren (vernieuwen schutting achter 't Stad¬ huis. 2. Voorstel Dag. Bestuur, om het tweede gedeelte plantsoen in de Paktuinstraat te verbeteren, raming / 260. 3. Voorstel van Roojen, om onkosten straatwieden op te nemen onder volgnr. 82. 4 Voorstel van Roojen, om volgnr. (Hoofdelijke Omslagj te verhoogen met / 7613,45. b. Vaststelling gemeentcbegrooting 1889. c. Idem Tabel Hoofd Omslag en hetgeen verder zal worden voorgedragen. Burgemeester en Wethouders van Enkhuizen bren¬ gen ter kennis van belanghebbenden, dat de Najaars Veemarkt aldaar (vrij van alle marktgeiden) zal ge¬ houden worden op VRIJDAG den 9 NOVEMBER 1888 en alzoo drie dage» vóór de groote Hoornsche Koemarkt, Voorts brengen zij ter kennis, dat door het genoot schap Oeconomia Enchusana eeue premie van Vfjf ti$£ <■ uldeil wordt toegekend aan den koopei* van het grootste aantal runderen. Bovenstaande premie van / 50.— zal alleen dan worden uitgereikt, wanneer het bedoelde aantal run deren minstens 35 bedraagt. Enkhuizen den 23 October 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd HARTKAMP. De Secretaris H. VLASVELL. Staat en kerk Slaat en kerk hebben ieder eene eigenaardige roeping, een eigenaardigen plicht te vervullen; elk dier twee behooren op zich zeil te staan en toch hebben zij elkander nood.g. ilel is geen FEUILLETON. Hermione. DERDE GEDEELTE. 181. HOOFDSTUK XXXI. Raymunda trad binDen, nadat zij den koetsier ge¬ zegd had, dat zij niet lang zou blijven. «Gij, gij," zeide Jacob Vernier nog eens, terwijl ' ij de poort sloot en den grendel er voorschoof. Gedurende dezen tijd trad Raymunda in het huis. Toen Jacob zijn plicht als portier vervald had, haalde hij mevrouw Joramia weer io. Hij nam zijn licht, dat hij op de trap had laten staan en beiden traden in de aan onze lezers reeds bekende beneden¬ kamer. «Wel, zie daar," zeide Jacob Vernier, toen tiij de lederen tasch zag, die Raymunda in de hand droeg, „ik geloof, dat gij op reis wilt gaan * «Ja,u antwoordde zg met duffe stem. «En gij wilt eerst uw ouden vriend Jacob vaarwel zeggen? Dat is mooi van u, zeer mooi." Zij plaatste zich met toorn in blik en houding voor hem, «Ik kom om je te zeggen," zeide zij met een van woede bevende stem „dat gij een ellendige ver rader, een gemet-ne schurk zijt." Jacob sprong op, zijne oogen vlamden. «Wat?" zeide hij, „wat moet dat beteekenen?" »Als een lage schurk, die gg zjjt, hebt gjj mjj be¬ drogen, verraden, bestolen." tweelingpaar, bel is evenmin moeder en doch¬ ter, ra aar bet zijn twee zelfstandige machten die hand in hand behooren te gaan, waarbij de een de hindernissen voor de ander bereidwillig uit den weg tracht te ruimen, de een den welstand van de ander tracht te bevorderen. Grijpt de een in de rechten en belangen van de ander in dan ontstaat tweespalt, verwarring, en de goe ge meente, die ot voor den een of voor den ander partij kiest, wordt, op 't laatst de dupe er van. Op den Staat rust de dure plicht om de be¬ langen en de rechten van de kerk niet alleen te ontzien, maar ook 'e beschermen, evenals zijne wetten elk individu en zedelijk lichaam beschermen , maar daar en tegen rust op de keik de plichi om gehoorzaam te zijn aan de wetten van den staat en de orde en zedelijkheid in den Staat zooveel mogelijk te bevorderen. Haar streven moet zijn, niet door het vaststellen en doen be¬ zweren van geloofswaarheden over de geesten te heerschen, maar die geesten zedelijk te ontwik¬ kelen en vatbaar te maken voor hel. trachten naar het goede en schoone. De Staat heeft onberekenbaar veel belang bij de Kerk, omdat haar zedelijke invloed meer vermag en behoort uit te werken, dra de Staat met haar strafwetten en politiebeambten vermag. Daar en tegen heeft de Kerk behoefte aan de hulp enden invloed van den Staat, hier in finantieel opzicht, ginds in het handhaven en beschermen van hare rechten eri uitwendige belangen. En de Kerk heeft in dat opziqht in on3 land niets te klagen Zij geniet op haar eigen gebied volle vrijheid, niet alleen, maar ook waardeering; geldelijke steun wordt haar, waar 't volstrekt noodig blijkt, niet onthouden en hare rechten worden door den Staal zoowel ontzien als be¬ schermd Met verschil van begrippen omtrent geloofs¬ zaken bemoeit de Staat zich niet en in Kerke¬ lijke twisten kiest hij geen partij Ook met hare rechtspraak, voor zooveel het inwendige van de Kerken en hare organisaue en «Bestolen ?" «Ja, bestolen. Want geld te nemen, dat men niet verdiend heeft, is diefstal." «Ik weet niet, wat gij meent verklaar a." «Gij hadt mij beloofd, gezworen zelfs, een mensch te dooden .. " «Mijnheer Florentin Brousse!." Zeer juist, hebt gij het gedaan ?" «Ik zweer u, Raymunda, dat Florentin Broussal niet meer bestaat." «Genoeg, laten wij dat daarlaten," riep zij toornig, «bet is overbodig, tegenover mij den slimme te willen Bpelen ! Ia den man, die zich Florentin Broussel noemde, hebt gij den graaf van Solenre herkend en aan dezen hebt gij u niet gewaagd. De geheele ga 8chiedeni8, die gij mij verhaald hebt, is een schandelijke leugen ! En ik was zoo dom er gelo>f aau te schenken ! Ik vertrouwde je ! Ja, ja mijn vertrouwen was op de rechte plaats aangebracht. Gij zijt een ellendige bedrieger en hebt mij voortdurend belogen! Hebt gij niet gezegd, niet beweerd, dat Mione, door ongeneeslijke krankzin nigheid overvallen nog steeds in Hint Anna was ?" «Dat heb ik u zeker gezegd, wat verder?" «Op dit punt, evenals in alle andere hebt gij mij misleid! Niet alleen is Mime niet meer in St. Anna, maar zij is ook niet gek. En weet gij, wie zij is? Zij is mijn dochter." «Uwe dochter?" «Ja, mijne dochter en ik zag haar heden avond aan den arm van haar vader, den graaf van Soleute, in een salon." «Dan staat alles immers voortreffelijk," zeide Jacob, belijdenis betreft, bemoeit de Staat zich niets. Evenmin bemoeit hij zich met de finantieele aan¬ gelegenheden der Kerk, zoolang deze zich hewe gen binnen de grenzen, door de wetten van den staat gesteld, die voor haar zoowel gelden als voor particulieren en vooc andere zedelijke lichamen. Al¬ leen dan, wanneer het eigendomsrecht ol het onge¬ stoord uiloefenen van he'geen onder godsdienst wordt samengevat, geschonden wordt., treedt de door den Staat aangestelde nechler op eene inge¬ leverde klacht rechtsprekend op Met zorg wordt er naar gestreefd, dat vrijheid en vrede zooveel mogelijk hand aan hand gaan en wanneer de Kerk zich over het een ot ander heeft te bekla¬ gen in dit opzicht, dan staat het haar vrij, haar recht ea haar belang bij het Staatsgezag te ver¬ dedigen en herstel van grieven te vragen. De Kerk is geen troetelkind van den Staat, maar veeleer dit dan een stiefkind ; zij wordt geëerd en gewaardeerd, ook door het staatsge¬ zag, want dit begrijpt zeer goed, dat, indien de Kerk aan haar ideaal: zedelijke verbetering, ver- lichtiQg ea opboawing der gemeente kon beant¬ woorden. veel uit de maatschappij zou verdwij¬ nen, wal thans voor orde, veiligheid en geluk storend optreedt; veel zou verdwijnen, wat thans zorgen en kosten baar>. en zoo niet der Kerk, dan toch land en volk lot oneer strekt, een ge¬ lukkig leven in de maatschappij voor velen tem¬ pert of twijfelachtig maakt en dat van de huis¬ gezinnen vaak gruwelijk verstoort. Als bevorderaarster van rein zedelijk leven be¬ hoort de Kerk op alles haar stempel te drukken, iets waarvoor zij de middelen bezit en van de zijde van het Staatsgezag volle vrijheid geniet en aanmoediging vindt, indien de middelen die zij zich kiest, niet in strijd ziin met de wetten van den Staal, die voor de handhaving van zijn eigen rechten en die van derden heeft te waken. Maar indien de Kerk zooveel waardeering en hoogschatting geniet, iets waaraan wij van heeler harte meedoen, hoe komt het dan. dat, in een terwijl hij Raymunda spottend aanzag. «Zoo, vindt gij dat?" antwoordde zij op een toon, die steeds toorniger werd. . «Ja, want gij hebt van den graaf vau Soleure niets meer te vreezen, uwe waardigheid als moeder maakt u heilig voor hem." Met een soort van razernij stampte zij met den voet op den grond. «Ik ban verloren," riep zij, «verloren," hoort gij ? en door uwe schuld ; gij waart voor mij den ongeluksmenscb, tot op het laatste oogenblik moest gij mijn booze demon zijn. Schaamteloos hebt gij mij naar den afgrond gevoard. Werkelijk, gij zijt een verachtelijk mensch." Jacob haalde honend de schouders op. «Praatjes," zeide hij. «Neen, geen praatjes, maar feiten! Maar ik heb je nog niet alles gezegd. Zoo goed hadt gij uw maat regelen genomen, dat Morillon krachtens rechterlijk bevel in vrijheid gesteld werd en dat je makker Pig nolet, voor wien gij beweerdet in te staan als voor je zelf, den rechter van instructie den geheelen juweeleu diefstal gebieeht heeft." «Wat gij zegt!" «En dat is alles nog niet : mijnheer Jorp-mie heeft van den rechter van instructie alles vernomen ; mijn heer Jorainie weet, dat ik gravin van Soleure was en dat Mione mijne dochter i.s." «Alle duivels," zeide Jacob Vernier. «En mijnheer Joramic heeft mij weggejaagd ! Be¬ grijpt gij nn ?" De oogen van den schurk flikkerden zonderling. «Als gij mij niet bedrogen hadt, zooals gij het ge- politiek opzicht het kiezersvolk in twee deelen wordt gesplits', namelijk in kerkelijken en anti- kerkelijken en dat wij ons aan de zijde van de laatste scharen ? Wellicht is het voor sommigen, die door de uitoefening van het kiesrecht in een zekeren zin mede in den politieken strijd betrokken worden niet overbodig, kortelijk die vraag te beantwoorden. Er zijn lal van measchen in ons land. die het begrip van Godsdiensten Kerk en Kerk leer zoo¬ danig met elkander vereenzelvigen, dat het een van het ander onmogelijk is los te maken. Zij zijn in die opvatting volkomen vrij, maar inge¬ nomenheid met eigen meening en Kerk is oor¬ zaak, dal zij ter bevordering en uitbreiding er van zouden wenschen en er n=ar zouden willen trachten, om het bestuur van den Slaat volgens die inzichten te regelen, om alzoo aan hunne Kerk een overwegenden invloed ie verzekeren. Hunne leiders en waardeerders grijpen die meening, hetzij zij haar al dan niet deelen, aan, otn de partij der «Kerkelijken" te versterken en leveren van hunne zucht om hunne eigenaardige meeningen omtrent God en godsdienst kenbaar te maken, nu en dan proeven. Zoo zou de tegenwoordige minister Keuchenius vroeger als volksafgevaardigde zelden als spreker optreden, zonder zijne theologische begrippen sterk te doen uitkomen. Zulke menschen leven met den nieuweren tijd mee moeten de feiten erkennen die door de gewijzigde begrippen tot werkelijkheid zijn gekomen, maar weigeren de erkenning er van, omdat die nadeelig, is voor de leer door hen gehuldigd, nadrelig voor de macht der partij, waarvan zij zich nu eenmaal niet los kunnen maken De anlikerkelijken werpen den blaam van anti- godsdienstigheid en vijandschap jegens de kerk verre van zich, maar willen geen kerkgenoot¬ schap als zoodanig een overwegenden invloed op het Staatsgezag verzekerd zien. Men versta ons wel als wij zeggen als zoodanig Van heeler harte wenschen zij dat de kerk, optredende als daan hebt," ging Raymunda voort, «als gij mij liever van den stand der zaken hadt onderricht, dan zou het tnij mogelijk geweest zijn, zekere vitorzorgsmaatregelen te nemen en ik zou mij nu niet in dezen gruwelijken toestand bevinden." «Gij wilt mij dus de schald, de eenige schuld geven van wat u wedervaart ?" «Ja en ik herhaal u, dat gij steeds mijn booze demon geweest zijt " «En toch ben ik het niet geweest, die u raadde, toen ter tijd de graaf van Soleure en vóór vijt jaar mijnheer Joramie te trouwen. Waarlijk, ik zou de liefde te ver drijven, als ik de verantwoordelijkheid daarvoor op mij wilde nemen, dat gij de vrouw van twee mannen zijt. Ook is het niet mijn schuld, dat gij op George Ranel, die niets van n weten wilde, smoorlijk verliefd werdt." Riymunda kromp als door een gloeiend ijzer aan¬ geraakt, ineen. Jacob Vernier ging voort: «Gelooft gij, dat ik er niet onder heb geleden, toen ik zag, hoezeer gij op uwen schilder verzot waart ? Ik leerde in weinige dagen alle kwellingen der ijverzucht keunen, want, gij moet het weten Raymnnda, ik heb geen oogenblik opgehou¬ den, n lief te hebbeD, en toen ik u na jaren wederzag, ontwaakte alle gloed van mijn ouden hartstocht opnieuw in mij." Raymunda trok een afschuwelijk gezicht en week met walging terug Jacob Vernier trok de wenkbrauwen samen en keek wild om zich heen. Hij ging voort: »ik heb u belogen, ik geef bet toe. Maar het geschiedde slechts om u N