Tekstweergave van EC_1885_01_09_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No.
4.
Zestiende
Jaargang
1885
ENKHUIZER
COURANT.
mum
iiiih-
voor
HOLLANDS
Vrijdag:
Dit
blad
verschijnt
WOENSDAGS
VRIJDAGS^en
ZONDAGS.
Abonnementsprijs
voor
3
maanden
ƒ1,—
Franco
per
post
„3
„
ƒ1.20
Men
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postdirecteuren.
Brieven
franco
aan
den
uitgever
A.
EGMOND.
Afzonderlijke
Nrs.
5
Cts.
El
limiHTlIBUD
NOORDERKWARTIER
O
Juiouari.
De
prijs
der
Advertentiën
van
1—6
regels
is
65
cents,
met
inbegrip
van
1
bewijsnummer,
voor
eiken
regel
meer
10
cents.
Vóór
Dinsdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
uurj
gelieve
men
do
Advertentiën
in
te
zenden.
Ingezonden
stukken
minstens
één
dag
vroeger.
DIENSTREGELING
der
HoDandsche
IJzeren
Spoorweg-Maatschappij.
Hoorn.
,
.
Avenhorn
.
Oosthuizen
Kwadijk
.
.
PuRMEREND
Oo8tzaan
.
.
Zaandam
.
.
Zaandam
.
.
5.47
5.56
6.4
6.15
6,23
6
35
6.44
6.50
Amsterdam
A.
7,10
8.21
8.30
8
38
8.49
8.57
9
9
9.18
9.20
9.34
Alleen
Dinsdags.
13.20
12
30
12.40
12
53
1.
1.5
1.20
1-30
1.33
1.50
2.41
2.50
2.58
3.9
3
17
3.29
3.38
3.45
3.59
7.41
7.51
8.1
8
14
8.24
8
39
8
49
8.52
9.9
Alleen
Alleen
Vrijd.
Dinsd.
L|jn
Hoorn-Amsterdam
via
Zaandam-
Allatn
Vrijdags.
11.45
11.55
12.5
12
18
12,28
12
43
12
56
12.59
1.13
Alleen
Dinsd.
Amsterdam
V.
5.45
Zaandam
.
■
A.
5,59
Zaandam
.
,
V.
6.2
Oostzaan
.
PüRMEREND
Kwadijk
.
,
Oosthuizon
,
Avenhorn
,
6.13
6,27
6.34
6
45
6,53
6.50
7.4
7.7
7.18
7.28
Hoorn
.
A.
7
8.3
8.17
8.20
8,31
8.44
8,51
9.2
9.10
9.17
10.7
10
21
10.26
10.38
10.54
113
11.16
11,26
11.34
1.15
1-22
1.33
1.41
1.48
4.50
5,4
5.9
5.21
5.37
5,46
5.59
6
9
6
17
9.25
9,39
9
42
9
54
10
10
10.19
10
32
10,42
10
50
Zoolang
de
tramdienst
gestaakt
is,
wordt
in
het
verkeer
lusschen
Enkhuizen
en
Hoorn
aldus
voorzien:
Wed.
de
GRAAEF
van
Enkhuizen
vm,
6
van
Hoorn
nm.
6,17
Wed.
IGESZ
„
„
„
8
„
„
„
2
„
„
nm,
3.30
„
„
vm.
8
P.
ELLERBROEK
„
„
„
2.15
„
„
„
9
17
«
»
»
5-—
,,
„
„
11.34
VERGADERING
van
den
GEMEENTERAAD
te
Enkhuizen,
op
Vrijdag
den
9
Januari
1885
des
namiddags
ten
121
ure.
De
Onderwerpen
van
beraadslaging
zijn
:
1
Stemming
verzoek
C.
Liefhebber.
2
Idem
aantal
leden
Commissie
Middelbaar
Onderwijs.
3
Benoeming
leden
Commissie
Middelbaar
Onderwijs.
4
Vaststelling
verordening
voor
de
Commissie
van
toezicht
lager
onderwijs.
5
Idem
Middelbaar
Onderwijs.
6
Werkzaamheden
Kuipersdijk
en
hetgeen
verder
zal
worden
voorgedragen.
Drommedarisbrug.
Burgemeester
en
Wethouders
van
Enkhuizen
ma¬
ken
bekend,
dat
bij
Raads
besluit
van
den
6
dezer
de
drommedarisbrug
buiten
dienst
is
gesteld
en
alzoo
de
passage
daarover
voor
voetgangers
en
rijtuigen
is
gesloten.
Enkhuizen
7
Januari
1885.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd
HARTKAMP
De
Secretaris,
H.
VLASVELD.
FEUILLETON.
ZWAKHEID
EN
KRACHT.
BEELDEN
UIT
DEN
STRIJD
DES
LEVENS
door
27.
J.
K.
G.
MüLLER.
«Neem
me
niet
kwalijk,
Amelia,
maar
ik
begrijp
er
nu
niets
meer
van.
Gij
verbeeldt
u
dus
maar,
dat
die
mijnheer
van
der
Velde
u
bemint;
't
schijnt
u
zoo
toe
en
—
begrijp
ik
n
goed,
dan
wenscht
ge
't
ook
dat
hij
u
niet
onverschillig
is."
//Ik
moet
erkennen
dat
gij
waarheid
spreekt."
„Juist!
Welnu,
lieve
Amelia,
wees
dan
op
uwe
hoede:
onderzoek
eerst
wie
die
mijnheer
van
der
Volde
is;
tracht
zijn
karakter
te
leeren
kennen
en
zie
dan,
of
hij
uwer
waardig
is."
Amelia
moest
toestemmen,
dat
die
raad
een
ver¬
standige
was.
Hoe
schoon
de
avond
ook
ware,
hoe
gezellig
de
vriendinnen
ook
bijeen
zaten,
eindelijk
brakjtoch
't
uur
der
ruste
aan.
Laurette
was
dan
ook
spoedig
in
een
gerusten
slaap
als
verzonken,
maar
Amelia
kon
dien
niet
vatten.
Hoe
meer
ze
over
hare
ontmoeting
met
van
der
Velde
begon
na
te
denken,
des
te
meerjzag
ze
in
dat
ze
zeer
dwaas
geweest
was.
Goed
gezien
bestond
er
geen
enkele
reden
om
te
gelooven
dat
de
zaakwaarnemer
haar
beminde.
Zij
verweet
zich
hare
onnoozelheid
en
al
voortredenee-
Postertfen.
De
Directeur
van
het
Postkantoor
te
Enkhuizen
brendt
bij
dezen
ter
algemeene
kennis
dat
vanaf
den
6en
dezer
de
verzending
der
brievenmaleu
per
Har-
lingerboot
van
Enkhuizen
naar
Amsterdam
gewijzigd
wordt,
zoodat
alleen
des
Dinsdags,
Donder¬
dags
en
Zaterdags
bovengenoemde
dienst
zal
uitgevoerd
worden
(vorst
voorbehouden.)
De
Directeur
voornd.
A.
VAN
RIEL.
lie
klacht
van
den
dag-
III.
Nu
moet
waarlijk
Pampus
ook
nog
zijn
pantserfort
hebben!
Pampus
moet
tot
het
Kroonstadt
van
Amsterdam
wordertf
gemaakt!
I
Al
moge
dat
millioenen
kosten,
het
is
nu
eenmaal
dringend
noodig
voor
de
veiligheid
van
onze
hoofdstad,
tevens
ons
laatste
reduit,
en
er
is
bij
dat
werk
haast
ook,
groote
haast,
denk
er
omllf
Maar
steekt
men
dan
nu
heelemaal
den
draak
met
ons,
of
is
men
zelf
met
krankzinnigheid
geslagen
?
Wanneer
de
afsluitdam
aan
den
Paardenhoek
niet
voldoende
is,
om,
met
eenige
stukken
geschut
gewapend,
de
garnalenvloot
van
oorlogsvaartuigen,
waarvoor
de
Zuiderzee
be¬
rende
beschuldigde
ze
zich
zelfs
van
ongepaste
inbeel¬
ding.
Thans
drong
de
vraag
zich
ook
met
kracht
aan
haar
op
:
„Is
hij
wel
ongehuwd
?"
en
dan
eene
andere:
//Staat
hij,
als
hij
ongehuwd
is,
ook
in
be
trekking
tot
de
een
of
ander
?"
Ze
kon
geen
antwoord
op
die
naar
haar
oordeel
belangrijke
vragen
geven.
De
klok
had
reeds
lang
//twee"
geslagen
en
nog
look
de
weldadige
slaap
Amelia's
oogen
niet.
«Maar
dat
is
vreemd,"
dacht
ze
«dat
ik
zoo
klaar
wakker
ben."
Als
eenmaal
de
vrees
in
de
ziel
is
geslopen
en
daar
post
heeft
gevat,
dan
kost
't
de
eerste
weinig
inspanning,
de
laatste
geheel
te
vervullen.
Nu
ze
zich
zelf
beleden
had
dat
van
der
Velde
er
niet
aan
dacht
haar
te
beminnen,
bespeurde
ze,
dat
zij
eigenlijk
van
hem
ook
niet
hield,
't
Was
de
plotssling
ontstane
hoop
geweest,
dat
't
zoo
ware
en
die
hoop
had
haar
op
een
verkeerden
weg
geleid.
Het
speet
haar
thans
ook,
dat
ze
zich
zonder
het
ontvangen
van
een
bewijs
door
van
der
Velde
had
laten
afschepen;
ze
kon
een
zekeren
angst
niet
on¬
derdrukken
en
nam
't
besluit,
om
den
volgenden
mor¬
gen
terstond
weer
naar
Amsterdam
te
gaan
en
den
zaakwaarnemer
om
een
bewijs
te
vragen.
Dit
beslnit
bezorgde
haar
eenige
kalmte
en
't
ge¬
lukte
haar,
tegen
den
morgenstond
nog
een
weinig
rust
te
vinden.
Laurette
ontwaakte
reeds
tijdig
;
ze
stond
dus
op
om
de
noodige
beschikkingen
voor
't
ontbijt
te
ma¬
ken
en
te
overleggen,
hoe
ze
't
best
den
dag
zoo
aangenaam
mogelijk
voor
Amelia
kon
doen
zijn.
Toen
ze
de
thee
gezet
had
ging
ze
eens
even
zien
of
hare
vriendin
reeds
ontwaakt
was.
vaarbaar
is,
op
behoorlijken
afstand
te
houden,
waarom
verlegt
men
dien
dan
niet
?
Waarom
maakt
men
geen
gemakkelijk
te
verdedigen
kanaal
van
den
Hoek
van
het
Y
naar
de
Oranjesluizen
en
dempt,
of
maakt
althans
voor
oorlogschepen
onbevaarbaar
en
onbruikbaar
al
wat
daar
bezijden
ligt
?
Waarom
gaat
men
niet
liever
nog
een
enkelen
stap
verder
en
dempt
alvast
het
geheele
zuidelijke
gedeelte
der
Zuiderzee,
bijv.
van
Marken
al
?
Op
die
wijze
ware
het
doel
niet
alleen
gewis
op
de
beste
wijze
bereikt,
maar
hadde
men
tenminste
ook
nog
kans
om
zijne
kosten
vergoed
te
krijgen.
Maar
neen,
op
zulk
een
denkbeeld
komt
men
zelfs
niet.
Alles
moet
te¬
genwoordig
van
forten
komen.
Wij
beleven
mis¬
schien
nog
den
tijd,
dat
men,
tot
bescherming
van
Amsterdam,
een
koepelfort
gaat
bouwen
aan
het
Krabbersgat,
op
het
Enkhuizer
zand,
wat
in
elk
geval
nog
rationeeler
zou
zijn
dan
wal
men
nu
op
Pampus
wil
doen.
0
dat
militairisme
!
Die
Moloch
!...
Intusschen,
het
is,
gelijk
wij
reeds
aan
het
slot
van
ons
vorig
artikel
te
kennen
gaven,
de
schuld
niet
van
het
militairisme
alleen,
dat
er
ook
in
ons
land
gedurende
de
laatste
jaren
veel
te
veel
op
algemeene
rekening
werd
uitgegeven.
Amelia
was
werkelijk
reeds
opgestaan,
maar
ge¬
voelde
zich
onpasselijk.
Ze
schreef
die
lichte
ongc
steldheid
toe
aan
de
alcnatting
ten
gevolge
der
over
peinzingen.
Aan
de
ontbijttafel
deelde
ze
Laurette
hare
overleggingen
mede;
ook,
dat
er
argwaan
in
haar
hart
was
opgekomen
en
ze
van
plan
was
met
een
der
eerstvolgende
treinen
te
vertrekken.
//Kom,
maak
u
nu
niet
ongeruster
dan
noodig
is,"
zei
Laurette.
//Het
gebeurt
zoo
zelden
dat
we
el-
kaars
bijzijn
mogen
genieten,
blijf
van
daag
hier,
ik
heb
er
bepaald
op
gerekend
en
't
zou
eene
groote
teleurstelling
voor
me
zijn,
indien
gij
nw
voornemen
niet
liet
varen."
„Maar,
beste
Laurette,
ik
moet
zekerheid
hebben,
dat
mijn
schat,
van
welken
ik
moet
leven
goed,
be¬
zorgd
is."
//Gij
vervalt
van
't
eene
uiterste
tot
't
andere.
Eerst
beeldt
ge
u
in,
dat
die
mijnheer
van
der
Velde
u
bemint
en
thans
ziet
ge
hem
voor
een
oneerlijk
man
aan.
Gekheid!
Geen
van
beiden
is
waar.
Stel
u
gerust
en
bewandel
den
middelweg."
»Ik
geloof
dat
gij
de
zaken
beter
inziet
dan
ik."
't
Komt
mij
ook
zoo
voor,"
antwoordde
Laurette.
„Gij
blijft
dns
?"
//Gij
weet,
dat
het
mij
een
genoegen
is
bij
u
te
zijn.
Ik
ben
thans
veel
geruster
en
herinner
me
nu
ook
nog,
dat
toen
i
k
bij
mijnheer
van
der
Velde
op
't
kantoor
was,
een
zekere
Wolf
hem
ook
eene
aan¬
zienlijke
som
bracht
om
daar
Russische
papieren
voor
te
koopen.
Zeker
zou
mijnheer
Wolf
dat
niet
gedaan
hebben,
zoo
hij
van
der
Velde
niet
als
soliede
gekend
had."
Daar
heb
je
't
al.
En
laten
we
thans
over
andere
zaken
spreken,"
zei
Laurette.
»Je
hebt
me
zooveef
Ook
menig
openbaar
werk
van
zoogenaamd
al¬
gemeen
nul
heeft
daartoe
ruimschoots
van
het
zijne
hijgedragen.
Zoo
bijv.,
om
slechts
iets
te
noemen,
het
vreeselijk
dure
kanaal,
dat
bestemd
is
om
Amsterdam
met
de
Merwede
te
verbinden.
Wij
laten
hier
in
het
midden,
in
hoeverre
de
hoofdstad
voor
hare
Rijnvaart
aan
een
beteren
waterweg
behoeite
had
of
heeft.
Wij
gelooven,
wel
is
waar,
niet,
dat
die
behoefte
tot
nog
toe
zoo
bijzonder
groot
was,
maar
meenen
't
er
in¬
tegendeel
voor
te
moeten
houden,
dat
in
de
geheele
beweging
over
deze
zaak'eene
kleingees¬
tige
rivaliteit
tusschen
onze
twee
groote
koop¬
sleden
de
hoofdrol
heeft
gespeeld.
Doch
dit
zij
zoo
't
wil:
Amsterdam
had
er
nu
eenmaal
zijn
zinnen
op
'
gezet,
een
beteren
waterweg
naar
Duitschland
te
verkrijgen.
Ware
nu
het
oor¬
spronkelijke
plan
slechts
doorgegaan,
om
namelijk
een
kanaal
te
graven
door
de
Geldersche
vallei,
men
zou
er,
deels
om
des
[lieven
vredesj,
wille,
deels
met
het
oog
op
de
uitgebreide
zand-
en
heidestreek,
die
het
doorliep,
en
waaraan
niet
alleenjweinig
verbeurd
"
was,
maardie
er
ook
zeker
aanmerkelijk
door
gebaat
zou
zijn,
ten
minste
nog
in
berust
kunnen
hebben.
Dit
mocht
echter
niet
—
en
sedert
?
Sedert
heeft
men
eerst
plan~'geinaakt,
om
de
Vecht,
door
afsnij¬
ding
van
bochten,
beter
voor
de
Keulsche
vaart
in
te
richten,
waarvoor,
de
behoefte
aan
een
beter
kanaal*eenrnaal
l
erkend
zijnde,
ook
nog
wel
wat
viel
te
zeggen.
Doeh^waar
is
het
ten
slotte
op
uitgeloopen
?
Men
graait
tegenwoordig
nagenoeg
vlak'flangs
de^Vecht
'een
geheel
nieuw
kanaal
van
Amsterdam
langs
Utrecht
naar
Vrees¬
wijk.
Memgraaft
daarvoor,
wij
weten
niet
hoe-
vele,
maar
zeker
J
een
hoogstaanzienlijk
getal
bunders
grond
weg,
waaraan
de
landbouw
in
dezen
tijd
zoo
dringend
behoefte
heeft,
en
werpt
te
vertellen
gehad,
dat
ik
geheel
niet
aan
de
beurt
kon
komen
om
u
mijn
nieuws
te
openbaren."
//Ik
luister,"
antwoordde
Amelia.
„Dit
is
't
laatste
jaar
dat
ik
dien,
met
Mei
van
't
volgend
jaar
hoop
ik
je
in
me
eigen
huisje
te
ont¬
vangen."
„Je
gaat
".dus
trouwen
?"
//Ja."
«En
daar
heb
je
me
niets
van
geschreven
!"
„Dat
kan
zoo
wel
eens
gebeuren,"
antwoordde
Lau¬
rette.
«Je
moet
weten,
dat
Barend,
de
palfrenier,
al
lang
een
goed
oog
op
me
gehad
heeft,
maar
een
pal¬
frenier,
zie
je,
die
was
me
te
gering.
Een
jonker
was
me
te
voornaam,
maar
een
palfrenier
kon
ik
al¬
tijd
nog
wel
krijgen.
Maar
Barend
liet
niet
af
en
omdat
hij
een
flinke
jongen
is
—
en
dat
zegt
ieder
—
zei
ik
:
hoor
eens
Barend,
als
je
't
vooruitzicht
hebt
om
koetsier
te
worden,
dan
zal
ik
wachten
tot
't
zoover
is
en
dan
znllen
we
mekaar
nader
spreken.
—
Als
dat
't
eenige
bezwaar
is,
dan
heb
ik
niets
te
vreezen,
antwoordde
hij,
want
mijnheer
heeft
me
goede
voor¬
uitzichten
geopend.—"
„En
is
hij
nu
koetsier
geworden
?"
vroeg
Amelia.
„Nu
eene
maand
geleden
was
er
juist
vijf
en
twintig
jaar
verloopen,
sedert
de
oude
koetsier
in
dienst
trad
bij
onzen
mijnheer.
Hij
sukkelt
dikwijs,
en
dewijl
hij
wel
leven
kan
zonder
te
dienen,
heeft
hij
te
kennen
gegeven,
dat
hij
met
October
zijn
dienst
wenscht
te
verlaten.
Het
spijt
mijnheer,
maar
Ba¬
rend
wordt
in
zijne
plaats
aangesteld
en
zoo,
—ziet.
ge,
-
ben
ik
er
nu
toe
gekomen
om
hem
't
„ja¬
woord"
te
geven.
(Wordt
.vervolgd.)