Tekstweergave van EC_1884_01_04_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 2. Vijftiende Jaargang. 1884. NkHIIZKR COUR INT. NIEUWS- EN VRIJ DAG Dit Uai in WOKfCDAM, TRIJDA W ea aOJTDAM. AbonnMtauprgi T»or t auaadja f 1,08. fruto »«r poit , 180. Mn tbuunnrt sok k(j alle Baakkaniolaan «n Poitdi- Htium. Brum front* na dn Uitf*r«r A. Bfmoad. iDÏEBIHÏHBUJ. 4 JANUARI »« pr|s dar Adrarteatiaa raa 1 rafels ia (6 nkj ■at iabagrip raa eea bowyaaaaimer. raar etkaa 'agel ■ear 10 oaats, Vtór Diasdag-, Donderdag- aa Zaterdag- ■erjn 10 aar geliera am de Adrarteatiïa ia te ia- dn. Iagaaaadn stekkn minatau téa dag vroagar, AifMderl|ke Ni. 5 Ots HOOFDAGENTEN: NIJGH * m DITMAR, te AeUerdam, de Compagnie générale de Publicité G. L. DAUB1 k Comp. te Parös Londen. Frankfort a/H •erign, Weeaen, Zariek, enz., HAASENSTEIN k TOGLER en ADOLF 8TEINER te Hamburg en P. GEERT8 te lltorn. B it i t e 1 a n <1. De ENKHU1ZER WANDAL- I voor 5000 pd, »t. ia 1845 toor 10,000 pd. »t. MANAK die éis naar gewoonte 18^1 waren z|n adrertentiekeaten tot 20,000, in aan de gtabenneerden op de cou- j 18^5 tot 30,000 pd. at. geklommen en na dien tijd rant wordt Cadeau gedaan, zal bij een volgend ^Tart6»tiaJ*uit "rC* P t°n'> T°°r nummer worden venenden. De cyliuderhoeden der heeren, di« xoozeer door het mannelyk geslacht gehaat en verafzchuwd worden, hebben de dames aich aa toegeëigend. Op de blonde ea bruine lokken ran «en aantal der Parjjsch# schoonen prijkt an da .kaehelpQp" ia verschillend# kleuren en met allerlei versierselen als hoofddeksel en de dames vinden kst monster mooi, omdat het mede is. Zaterdag jl. is er in den sneltrein van Gerbsrs naar Psrpigaan een moordaanslag gepleegd. Toen de trein eerstgenoemde plaats verlaten had, kwam een persoon aan hst portier van een rijtuig eerste klasse waarin slechts één persoon gezeten was, ds heer ds la Caéronniére, algeatoen betaalmeester ia de Pyre¬ nees- Orientales ea schoot eea pistool af op deiea. De moordenaar maakte zich au aa een kort poosjn gereed om in het rjjtuig te stappen en den betaal¬ meester te plunderen. Doch deze, die niet getroffen was, stelde zieh ia staat van tegenweer. De misda¬ diger dit ziende, veranderde van tactiek en gaf voor een beambte der spoorwegmaatschappij te lijn en verklaarde verder, dat hy gekomen was om op het hooren van het schot onderzoek te doen. Toen de trein aan het eerstvolgende station stilhield zorgde de moordenaar dat hl} wegkwam. Ook den volgenden dag had er een moordaanslag plaats in een trsin van Narbonne naar Span¬ je. Nabij Elue kwam iemand in eene afdesling, waarin alweer slechts één persoon gezeten was, de heer Lau- nes, van Narbonne. Uw beurs of uw leven, sprak de booswicht tot hem en dreigde hem met een revolver. Dosh heer Lannes, die gewapend was met een degenstok, wierp zich op zijn tegenstander, die hierop het portier opende en uit het rijtuig sprong. Maar hst hielp hem niet. De heer Launes had zijn signalement opgegeven en tengevolge hiervan werd hij te Narbon¬ ne gevaf. - De eerste advertentie van Hoiloway's pillen en zalf verscheen in Oet 1837. Hoewel aanvankelijk het adverteeren weinig hielp, bleef Holloway daarmede voortgaan en hij had gelijk! In 1832 adverteerde hij FEUILLETON. Langs donkere Wegen. DOOK J. K. G. MULLER. 2. „Allemaal kuren van je, he? Je weet wel, datje bij je ouders zoo erg niet verwend bent. 't Was daar veel geschreeuw en weinig wol." „Dus mag ik niet eens weten wie daar was ?" „Neen mejuffrouw Piggelmeier, al was 't alleen hierom, om js af te leeren zoo nieuwsgierig te zyn." Dit gezegd hebbende, ontstak ds vriendslijke man een sigaar en begon vervaarlijke rookwolken uit lijn mond te blazen, die voor ds kraamvrouw hinderlyk schenen. „Zou je me eenpleizier willen doen, Piggelmeier ?" „Hm, wat wil je dan ?" "Ik had gaarne, dat gij met rooktn ophieldt." „Juist, zoo ben je! Altijd komt je zelfzucht voor den dag. Nooit zal je je eenige opoffering voor getroosten." „Je kunt en moogt immers in 't kantoortje roo- ken." »Kort en goed, zeg ik je, zei Piggelmeier, „dat ik me de wet niet last stellen door mijn dierbare echt- genoote." Dit zeggende nam hy een stoel, plaatste zich voor 't bed en begon nog forseher te dampen. „Volk 1" werd er op knorrigsn toon geroepen. „Ja wacht jy maar!" mompelde Piggelmeier. Eerst tosn hy zijn sigaar geheel had opgeroozt, zijne vrouw in luid geschrei was losgebarsten en baas Bladder, die al eenige vergeefsche pogingen had aangewend om weer te vertrekken, begon op te spelen, stond Zosdsrlisjt svostiur. Te Antwerpen, zoo verhaalt ds Chrenique, had eens dienstbode sich de afwezigheid vsn haren heer ten nutte gemaakt om hares beminde bjj ziek te ontvangen. Onverwachts kwam mynheer tehuis. De minnaar verschool zieh in syn kantoor, de heer deed dit in het voorbij¬ gaan op slot en begaf aich ter ruste. De minnaar moest aich troosten met de hoop, vsn in den vroegen mor¬ gen op eene of andere wijze verlost te anllen worden eu deed zyn best om wat te slapen. In het holle van den naekt eehter zag hy eene der ruiten, vooraf over- plakt, uitzaijden en iemand, die zich door de opening naar binnen wilde wringen. Hy haalde ziju mes uit «a gaf den inbreker eene snede over de hand, waarop deze met een gil het hazenpad koos. Den volgenden ochtend bekende het dienstmeisje wat er gebeurd was. Het kantoor werd geopend en de bevryde minnaar verhaalde wat hem wedervaren was. Den heer de3 huizes kwam een en ander verdacht voor, hij deed een politie-agent halen en ontbood zijn kassier opdat deze zou nagaan, of er iets ontvreemd was. De kas¬ sier liet weten dat hy ongesteld was. Men sond hem een rytuig en eindelijk verscheen hij. „Maar dat is de inbrekerI" riep de minnaar terstond uit. De ge¬ kwetste hand was reden genoeg om den man onmid- deiyk in hechtenis te nemen en de zaak eindigde met eene vermaning aan de dienstbode, onder toezegging van eene gosde huwelijksgift . Antwerpen zal, naar thans besloten is, ook haar tentoonstelling hebben. De Koophandel van Antwerpen schrijft daarom- Piggeltje op en begaf zich heel kalm naar 't kan¬ toortje. „Mynheer Piggelmeier, die behandeling staat me niet aai, ik ..." „Wie spreekt hier in 't bijzijn van mij, Jochem Piggelmeier, van niet aanstaan, ? 't Is je eigen schuld, dat je een paar minuten moest wachten. Mijn dierbare vrouw had van jou schellen de stuipen op 't lyt. Moest ik haar niet helpen, niet bijstaan als een liefhebbend echtgenoot, ? Maar komaan, ik zal je nu kort en bondig neggen, waarom ik je ontbo¬ den heb." 'Ik doe sedert eeuigen tijd mijDe eigene zaken." „Jnist!" antwoordde baas Bladder. „Neen, niet juist, volstrekt niet juist," hernam mijn¬ heer Joehem Piggelmeier. „Ik benadeel daarmee me zelf op een scbrikkelyke wijze: ik was chef op een der grootste kantoren en genoot een inkomen als een graaf.® „Maar dan zou ik ... „Jij, baas Bladder, zou alleen om je eigen denken, maar dat doe ik Jochem Piggelmeier niet. Meusch- lievendheid bestuurt mijue daden, tol heil van ande¬ ren wil ik leven en wérken. Ik, Jochem Piggelmeier heb een grooten invloed bij mijne stadgenooten, denk niet, baas Bladder, dat ik daarop poch, volstrekt doe ik dat niet. Maar de zaak leidt er toe, en ieder weet, dat men op mijn woord als op eeu rots kan bouwen. Zie je, baas Bladder, omdat ik nu zulk eeu invloed oefen, wil ik dien teu algemeenen nutte aanwenden. Ik heb 't besluit genomen, een huur- en verhuurkan¬ toor ts openen. Mijn dubbel doel is, aan mevrouwen goede dienstboden, aan de patroons goede knechten trent: Met zekerheid en met vreugde kunnen wy het Antwerpsch publiek melden, dat alles beslist is. In de laatste byeenkomst zijn het ministerie en de oommissie van de tentoonstelling het op al de punten eens geworden. Wy mogen derhalve van nu af zeggen, dat de wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1885 stellig eu zeker zal tot staud komen. Deze goede tijding, dat blijde Nieuwjaarsnieuws zal misschien Woensdag reeds, hij omzendbrief door de iurichtingscommissie worden bekend gemnakt, tevens met een oproep aan het publiek om voor een gedeelte by te dragen in de samenstelling vnn het benoodigd kapitaal. De omzendbrief zzl aanduiden voor hoeveel, of liever voor hoe weinig die medewerking wordt ge¬ vraagd, die met liefde door de bevolking zal worden verleend, dewijl het verwezenlijken der tentoonstelling eene echte bron van fortuin en winst zal zijn voor deze stad. Onlangs werd een huweiyk gesloten in een Herapfielder personentrein op zijn rit naar Washington. Het paar was sedert lang verloofd en het huwelijk zou 's Woensdags avonds plaats vinden te Anbrin (Ohio) de woonplaats der bruid, waartoe de bruidegom zich dan ook daags te voren aldaar bevond, 's Woensdags ochtends ontving hij een telegram, dat zijn onverwijlde terugkeer naar zijne woonplaats Pittsburg noodzakelijk maakte. Daar uitstel groote schade zou kunnen na zich slepen, werd tot zijn vertrek besloten. Er wis nog slechts even tijd om den trein te bereiken, doch de bruid besloot haren bruidegom te vergezellen. Men regelde het zoo, dat een onderweg wonende dn met den bruidegom bevriende geestelijke per telegraaf van den stand van zaken werd onderricht, die toen aan het station zijner woonplaats den trein besteeg ea in den daartoe welwillend door den conducteur beschikbaar gestelden bagagewagen, in tegenwoordigheid van het treinpersoneel, het paar in den echt verbond. Zekere Krupa, een eenvoudig landbouwer in het Gallicische dorpje Gezenko, zond eenige dagen geleden het volgende telegram naar Weenen : ,,Z. M. Frans I te Weenen. Mijn vrouw, moeder van zes kleine kin¬ deren, is tot 6 dagen gevangenisstraf veroordeeld. Ik verzoek gratie. Antwoord betaald." en bedienden te bezorgen en omgekeerd, aan jongelieden die zulks verdienen, een goede conditie te bezorgen." „Dat is zeer edel van u, mijnheer Piggelmeier." antwoordde baas Bladder, wien 't begon te spijten, dat hij wat onredelyk had gehandeld en gesproken. „Dat is niet edel en 't spijt me, dat je dat zegt, ik had gehoopt dat je er net zoo over dacht als ik. Het is onze plicht, voor anderen te leven. Weet je, Bladder, ik heb gehoord dat je met een dertiental kindereu gezegend bent. Nu, daarom wou ik je bij mijn vele voorname vrienden aanbevelen." „Ik hoop . .." „En ik hoop, dat je in 't vervolg van edel zult zwijgen, als er van niets anders dan van plicht sprake is. Dat had ik je te zeggen. «Versta je je vak goed «Ik geloof van ja.« «Hm, gelooven! Kan je me niet eens een proef le¬ veren ? Wacht, daar bedenk ik wat. Schilder, als proeve, eens een nithangbord, maak 't eenvoudig en net.« «Daarop kunt u rekenen, maar wat moet er op staan «H», ja! Weet je wat, zet er op : HUUE- Ü5" VEBHDrRKANTOOK VAE Jochem Piggelmeier, zooals op dit papier. Ik houd anders niet van uit¬ hangborden, maar ik wil je in de gelegenheid stellen mij te bewijzen, dat ge een bekwaam verver bent, dien ik kan reeommandeeren.« (Wordt vervolgd.)