Tekstweergave van EC_1882_12_29_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 155. Dertiende Jaar^an^. 1882. IIIÜWS- ES VRIJDAG Dit Wad verschijnt des WOENSDAGS, VRIJDAGS en ZONDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden f 1.00. Franeo per post » * 1.20. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post¬ directeuren. Brieven franco aan den Uitgever A. figmond. ABVIRTIITIEBLW. 29 DECEMBER. Do prij» der ^btkïtpktion van I—e regelt 65 oenta; met inbegrip van een bewijannmmer, voor eiken regel meer rota V<*»i ihaadag-, Donderdag¬ en Zaterdag-morgen 10 anr gelieve men de Adver¬ tenties ie te tonden. Ingezonden stokken minitena één dag vroeger. Afzonderlijke Ns. 5 Cts HOOFDAGENTEN: NIJGH & van DITMAR, te Rotterdam, de Compagnie générale de Publicitó G. L. DAUBE & Comp. te Parijs, Londen, Frankfort a/M. Berlijn, Weenen, Zurich, enz., HAA8ENSTEIN & VOGLER en ADOLF 8TEINER te Hamburg en P. GEERT8 te Hoorn. Het eiland Marken BOOK J. G. LUGTEN. (Vervolg.) De kruin maakt men 1.80 M. breed en zij reikt tot 1,55 M. + V.Z.; de hellingen vallen weder¬ zijds 3 op 1; doch naar de locale situatie der dijksrichting ten opzichte van de windstreek maakt men de buitenvlakken wel eens 2* op 1, terwijl op die plaatsen, waar de staartzoden in de nabijheid ontbreken of de grond daarvoor niet deugt, de bermenhelling wordt bestraat met slrek- sche waalklinkers, die door den groei der vege- tale stoffen van den ondergrond in de voegen door den tijd eene steeds sterkere bekleeding vormen. Van de kruins- en builenglooiingbeklee- ding heeft men over 4 M. breedte te zamen op eenige erg blootgestelde vakken de voegen der steenen gevuld met beton, waartoe als bindende specie portlandsche cement gebruikt wordt, welke versterkingswijze + f 0 60 per M2 kost. Deze technische werkwijze voldoet best, en bij erva¬ ring zijn de kosten daarvan te beschouwen als nuttig besteed kapitaal. De opmerkzaamheid der technici is blijkbaar veeltijds op de hechie verzorging van de bedij¬ king te Marken gevestigd geweest, tenminste hier en daar treft men nogal vele materieele blijken aan van verschillende, in de techniek naar bet betere zoekende geesten. Het profileeren met staartzoden in de plaats van gewoon grondprofiel met plakzoden is, bij de 10°/. hoogere kosten, toch wel raadzaam ge¬ bleken. Het gebruik van klinkerbestraling op kruin en buitenglooing, al komen deze ook met de binnenglooing in cirkelvormige profïellijn tot elkander, voldoet minder, wijl dit materiaal op die dikie (0.14 M) specifiek te licht is en spoe¬ dig door elkander ligt. Door de klinkers op hun kop of patijts te straten, zou men veel winnen, doch dan naderen de kosten van aanleg die van de veel duurzamer bazaltglooiing. FEUILLETON. YAD3ÏÏR EH EO OH. Hht tolk »HR WESTFRIBBBtf IÏT 1256—1296, 32. BOO* M. P. ROSMADE. Eene sterke binnenglooing is noodzakelijk om dienst te doen tot verduring van de overstortenden stroom water bij inundatie en voor den golfslag die, bij ondergevloeid eiland, ook van binnen schade zou doen. Van de 8600 M. dijkslengte totaal, is totnuloe bekleed: 4514 Ml buitenglooiing met bazalt, 482 Ml « » klinkers, 2725 Ml bermen » » 2700 Ml kruin met doorniksche steen, 101 Ml » » klinkers, terwijl van kruin en buitenglooing 2200 M2 werd versterkt door beton in de voegen. Bij genoemde lengten komt bij de verscheiden¬ heid van breedte voor ieder daarvan eene opper- j vlakte toe aan: bazaltkleed, buitenvlak, 15890 M2 straatklinkers, » 1585 > Doorn, steen, op kruin » 3410 » straatklinkers, » » » 101 » » » s » 12305 » De overige met kunstmatig verdedigde dijkvlak- ken beslaan uit gewoon beg 'oeid aarden profiel, gedeeltelijk in siaartbezodiug afgewerkt. Langs de bermenteen van den omringdijk volgt geregeld achter den 3 ft § M breeden platten berm, een bermsloot met 5 M bovenwijdte. Van het oosten, noordelijk gebogen, naar het het westen, loopt door de volle lengte van het eiland een breed kanaal. Met het graven daar¬ van begon men in 1826, doch 't werk werd in bet volgende jaar gestaakt; om het op 't beoogde profiel te brengen, moest het toen slechts verdiept wor¬ den, want de lengte en de breedte en de wederziid- sche bekading had men geheel klaar. Dit kanaal was bestemd om deel uit te maken van het des¬ tijds gemaakte plan tot eene vaarroute voor zee¬ schepen van en naar Amsterdam, ter vervanging van de onbekwame route over Pampus Op deze droogte in de zuiderzee, »het Pampus", dat zich Myn vrouw en aiijn kind?" vraagt Willem bijna ver¬ stomd van smart, en door die twee tijdingen van vergrijp tegen zij* ijverig streven, aan zijn staatageluk twijfelende. „En gij, uw arm wat deert dien ?" gaat hij voort, den vreemdeling in de koolzwart» oogen starende, wier gloed deze vruchteloos tracht te matigen door ze met de wimpers ten halve te bedekken. „Ik heb een kleine wonde ontvangen, toen ik voor de edele Koningin myn wapen trok." „Gij zjjt dus reeds begonnen mij te dienen. Welnu, is het uwe begeerte, ga er meê voort en volg my." „De voorbeeldelooze roofzucht dier tijden kan alleen de onbegrijpelijke stoutmoedigheid der daad van Herman van Ritberg verklaren", zegt Wiliems 1# vensbeschrijver. Zijn gemalinns voor een aanzienlijke somme goods vrij te koopen, was de kortste en tevens de veiligste weg voor den Vorst. Hij aarzelde niet, de vernede¬ ring te verkroppen, de vergelding tot een lateren tijd j uit te stellen en den genoemden weg in te slaan. Na orde op de behandeling dezer zaak te hebben gesteld, uitstrekt van beoosten Marken tot aan den mond van 't Y, staat ongeveer 1.0 M. minder water dan op de noordelijker vaarroutte in de Zniderzee zoodal de meer diepgaande zeeschepen moesten lichten om deze ondiepte te kunnen passeeren, waarloe ook vooral onze Markers hun diensten boden. Het kanaal door Marken zou dan be¬ stemd zijn geweest, met eene verlenging door het aan de overzijde gelegen Waterland, de sche¬ pen tot voor Amsterdam te brengen. De Markers wonen op hun eiland op terpen van grond opgeworpen, die voor het tegenwoor¬ dige in de westelijke helft van 't eiland bebouwd en bewoond zijn. De bewoonde buurten zijn 7 in aantal en wel de: Munnickewerf of Kerkbuurt . . . 538 zielen. Havenbuurt 225 » Ketswerf 133 » Wittewerf 98 » Grootewerf 68 » Rozewerf 67 » en de Moenswerf 53 » samen 1172 zielen. In 1793 waren er nog elf bebouwde terpen of bewoonde buurten; die, welke daarvan verdwe¬ nen, zijn : Altena, bij de Kerkbuurt, verlaten in 1808, Remmers werf, bij de Grootewerf, verbrand in 1810, Noorderwerf, bij den Vuurtoren, ge¬ sloopt in 1825 en de Heuvel, bij de Moenswerf, eveneens gesloopt. Behalve deze zijn nog weggespoeld of ver¬ brand, en wel vóór 1793, de Kraaijenwerf, de Trameswerf, de Koevordenwert, de Kloosterwerf en de Houtenmanswerf; de plaatsen van de mees¬ ten dezer verdwenen buurten zijn nog te her¬ kennen aan eenige verhevenheid van den grond. (Wordt vervolgd). haastte hij zich naar Holland, waar zijn plicht hem ten spoedigste riep. Op zijne reis derwaarts bewees de bevolking van elke Daitsche stad die hij doortrok hare gehechtheid en haren eerbied jegens den weldadigeu Vorst den ver¬ kozen Keizer, en de zwarte vreemdeling, die de Jobs¬ tijding van Oppenbeim had gebracht, den arm nog in den draagband steunde en zich in 's Vorsten on- middelljke nabijheid bevond, overzag dan de juichende schare en knarste de tanden. „Hoe zal zijn ontvangst in Utrecht wel zijn?" prevelde de donkere man wangunstig, „in Utrecht, door hem beschermd en begnnstigd meer dan een der andere steden, en waar hij de hooggeboren Vorst! zich verlaagd heeft gelijkstelling te verlangen met de poorters en zijn naam op de poor'.erslijst heeft doeD inschrijven; geen tweede voorbeeld van zulk een bewijs van achting eens Vorsten jegens het volk!" En hij is hem nabjj, na de Vorst die scboone, bloeiende stad binnentrekt en de duizende inwoners sameastroomen, om den edelen weldoener te begroeten en te begeleiden. Hij ziet de hartelijke vreugde op aller gelaat de wimpels en banieren wapperen van hunne huizen. Hij hoort hun gejuich en hoe boven alles de prachtige domkerk met krachtig klokgelui den omtrek verkondigt, dat de stad Utrecht zich ver¬ heugt, nu Willem van Holland, haar edelste burger, zich binnen hare muren bevindt. De wangunstige donkere man is nabij genoeg, om op het echoone mannelijke gelaat randen Voret de duidelijke teekenen te zien van diens dankbaar en gelukkig gestemd ge¬ moed voor zulke levendige bewijzen van aanhankelijk¬ heid zijns geliefden volks; de innige devotie op te merken, waarmede Willem zich in het voorportaal der 8t. Mariakerk voor den Onzienlijke dankbaar nederbuigt, de gelukkige stemming, alsof hij sich onder broeders en vrienden bevindt, waar te nemen, nu hij zich met de prelaten en bestuurders, ten aan- schouwe van de duizende burgers die het plein vullen, onderhoudt over de welvaart en de verfraaiing der stad, en dat alles is een onuitstaanbare grieve voor de donkere wangunst, die het hart van den zwart- lokkigen jongen man beheersc.ht. „O, myn vader! hadl gij my niet verboden zekere soort van daden te plegen!' zijn de woorden, die tnsschen zijn geklemde tanden murmelen, ouderwjjl zjjn lange vinseren zijn dolk omvatten. „Deze oogenblik ware de laatste van dien gehateu volksvriend O, mijn vader, dat gij waart als uwe moeder, wier geest als de mijne is 1... Kan ik niet dat duldeloos vriendelijk gegiimlach bederven, dat gerniscb van ge¬ lukkig gestemde menachen vergiftigen, als de satan, onkruid zaaien onder de tarwe, het volk tegen den Vorst, den Vorst tegen het volk verbitteren ? 't Is immers een gemakkelijke zaak, waar zich op de wereld een h 'mei voordoet er een hel van te maken ? Ie daar bij dien pilaar niet een zeer donkere schaduw ? ligt daar niet een scherpe keisteen ? Is die niet met eenige behendigheid te werpen zoodanig, dat tiet schijnt of hij uit dien vroolijken volkshoop naar het koninklijk hoeid wordt geslingerd ?" (Wordt vervolgd.)