Tekstweergave van EC_1882_01_13_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dertiende Jaargang. 1882 SIEÏÏWS-1 V RIJ DAG Dit blad verachijut de» WOfcNSDAGJb, VRIJDAGS «a ZONDAGS A bonnem^ntsprijü voor 8 maanden f 100. Franco per póft * » » * Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post¬ directeuren. Briefen/ranco aan den Uitgever A. Sgwüüd. 4DVERTEÏTIEBLA 13 JANUARI Dc prijs der Advertentikn thü 1—A rebels is 65 cent» «iet inbegrip van een bewijsnummer, voor eiken regel tutter i «ent». Vow» Jmadag-, Donderdag¬ en Zaterdag morgen 10 uur relieve men de Adver¬ tent »ên in te /.enden. Ingezonden stukken minsten» één dag vroeger. Afzonderlijke Ns. 5 Cts HOOFDAGENTEN NÏJGH & van DITMAR, te Rotterdam, de Compagnie générale de Publicité G. L. DAUBE & Comp. te Parij8, Londen, Frankfort Herlijn, Weenen, Zurich, enz., HAASENSTEIN & VOGLER en ADOLF STËINEB te Hamburg en P. GEERTS te Hoorn. kennisgeving Burgemeester en Wethouders der Gemeente Enk- huizen: gelet op de art. 26 en 99 der Wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.) Brengen ter kennisse van de daarbij belanghebben¬ den, dat het inschrijvingsregister der Nationale Mili¬ tie met de Alphabetische naamlijst, voor de lichting van 1882 van heden tot en met den 20 Januarij aan¬ staande (de Zondag daarvan uitgezonderd), van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure, ter Secre¬ tarie dezer gemeente voor eik en een iegelijk ter le¬ zing is nedergelegd en dat zij, die daartegen bezwa- reu rnogte hebben, deze binnen den termijn daarvan voor de ternederlegging bepaald, door middel van een door de noodige bew ijsstukkea gestaafd verzoekschrift op ongezeereld papier, doch behoorlijk geteekend by den Burgemeester moeten inbrengen, die het vervol¬ gens terstond tot het doen eener uitspraak aan Hee- ren Gedeputeerde Staten opzendt. Enkhuizen 12 Januarij 1882. Burgemeester en Wethouders voernoemd, BRÜUNIS, De Secretarie RIJXEN ENGELSMAN. schillen blank zij, kan daartoe dienen. Daarom zijn de roode en donkerbruine uien daarvoor niet ge- S schikt. Kon men, tegen denzelfden of iets hooge- ren prijs, witte uien daarvoor bekomen, dat ware wen- I sehelijk, want deze zijn de beste, omdat zij altijd blank zijn, doeb de cultuur van enkel witte uien is te wisselvallig, om zich daarop toe te leggen. Overal waar men gewone gele of lichtbruine uien verbouwt, kan men de kleinste daaruit zeer gemakkelijk terug¬ honden. De overschietende groote worden daardoor beter en voor de kleine wordt soms een zeer hooge , _ prijs betaald. Van f 3 tot f 5 per 60 kilo naar tegen het groote voordeel, dat er wordt behaald door grootte de kleinste zijn de duurste moet soms gewasschen en op de vroeger vermelde wijze in groote vaten gepakt. Het zout, hiervoor benoodigd, is vrij van accijns. Op elk vat, dat 200 i 300 liter houdt, wordt 40 4 50 kilo zout gebruikt. Door de voortdurende aanwezigheid van rijksamb¬ tenaren wordt er gewaakt tegen 't smokkelen. De deuren en toegangen der fabriek zijn daarom ook alle van binnen gesloten en de hoofdingang wordt telkens met het rijkszetel verzegeld, indien zij is geopend ge¬ worden. Hoewel de formaliteiten hiervoor in acht te nemen bezwarend zijn, zoo weegt dit toch niet op geen accijns te betalen. Dal deze tak van nijverheid belangrijk mag hee- ten, blijkt nit de volgende opgaaf. Er werden aan ongeschilde uitjes aangevoerd 12,000 hectoliter. Voor elke hectol. of 60 kilo werd alleen voor 't af¬ schillen f 1.30 betaald, behalve de verdere onkosten aan vrachtrijders en zakkendragers. De campagne als ik het zoo noemen mag duurde dezen winter slechts van begin September tot begin-December, alzoo 3 maanden of 13 weken. ') voor dit potergoed 2) betaald worden. Vroeger werden wekelijks de verschillende kleine partijtjes, die elke Zeeuwsche schipper bg de groote uien te gelijk meebracht, door handelaars opgekocht voor Engeland, om daar dezelfde bewerking te onder¬ gaan, die men nu hier verricht. Niet alleen uit Zee¬ land maar ook uit België, Saksen en'soms nit Sile- sië worden groote partijen per spoorwegwaggons al¬ hier aangevoerd. ') Deze industrie, die nu aan ve¬ len }een belangrijke verdienste oplevert, leert ons, Drankwet. Burgemeester en Wethouders der gemeente Enk- huizen brengen ter kenniase van de ingezetenen, dat de Heer G. L. R. HAJENIU3 is benoemd tot schatter der huurwaarde van de loca- liteiten, waarvoor vergunning wordt verleend tot het uitoetenen van het bedrijf van den kleinhandel in sterken drank. Enkhuizen, den 12 January 1882. Burgemeester en Wethouders veornoemd, BRÜIJNIS. De Secretaris, RIJXEN ENGELSMAN. Een bezoek aan de S|alottenf*t>riek te Zw||adreeht. door A. van Namen Hzn. (Vervolg.) Na zorgvuldig al 't geen niet zuiver is te hebben verwijderd, worden de verschillende soorten nogmaals Naar mij van goederhand is meegedeeld, werd er , dat meD nit het schijnbaar nietige soms'een groote iu dien tyd door de eigeuaren der sïalotteïlfabl'iek ! hrnn van inkomsten Iran snhennan- tti An* +n f 16.000 aan arbeidsloon uitbetaald. Ongeveer 1000 okshoofden werden van deze schijn¬ baar waardelooze dingen ingemaakt en als 't waar is 't geen men verhaalt, dan vertegenwoordigen zij een waarde van meer dan 80.000 gulden. In spijt vau al de voorzorgsmaatregelen gebeurt het nog wel eens, dat, na eenigen tijd, de inhoud van een der vaten minder frisch of totaal bedorven is, iets dat inderdaad groote schade berokkent taan de fabriekanten, waarom men dan ook zoo na mogelijk de juiste hoeveelheid zout voor elk vat gebruikt. Een weinig te veel kan de qualiteit en den smaak doen verminderen, terwijl iet» te weinig gevaar voor be¬ derf oplevert. Deze kleine uitjes zijn uiets anders dan kleine, niet tot vollen wasdom gekomen uien van de gewone plat te, gele soorten. De Zeeuwsche licht bruine, de platte Hollandsche gele, de peervormige, elke soort, mits ze na 't af- FEÜILLETON. 4IIHI EbnbGbsokibbbnis UIT HET HÜNSRUCKER HOOGLAND. y Indien de voorraad grooter was, zou de arbeid ook langer duren, doch daar staat tegenover, dat de kleine uitjes tegen dien tijd gaan doorschieten en alsdan zeer in waarde verminderen. 29. III. (Slot.) Het was in het najaar van 1813, en een weer, dat men geen hond de deur uitgejaagd zou hebben. In eene helder verlichte kamer zat eene bloeiende jonge vrouw naast de Duitsche kachel of oven, op welks platen voorstellingen uit de bijbelsche geschiedenis te zien waren. Zij spon het blinkende vlas in fijne draden, terwijl zij van tijd tot tijd een blik vol moe¬ derlijke teederheid op de wieg wierp, waarin een kind sluimerde, zacht geschommeld (foor eeu oud man, die ook nauwelijks een oog van het kind af wendde. Wat later echter vloo het hare met gelij ke uitdrukking van liefde naar de andere zijde vau de tafel, waar ^en jonge man zat, die zijne pijp rook¬ te, en een blik van welgevallen op de jonge moeder wierp. Het gesprek haperde even, toen er aan de deur werd geklopt, eerst zacht, toen wat sterker. De jon¬ ge vrouw schrikte. „Mijnheer de syndic!" riep eene bekende stem, en de jonge man ging uaar het venster en deed dit open. »Wat is er?" vroeg hij. „Lieve Hemelt daar xjjn alwéér tien deserteurs, die om Godswil verzoeken, dat wij hun wat te eten zul¬ len geven. Het zijn Duitschers." Hij, die zoo sprak, was een man van de veiligheidswacht, die men over¬ al in de dorpen had opgericht, dewijl de bosschen van deserteurs uit het verstrooide groote leger we¬ melden. » Moeten wij ze arresteeren ?" vroeg de man. „Maar," voegde hij er bij, „dan zullen wij eerst hulp moeten halen.'' „Stoffel," riep de jonge vrouw, „och, het zijn toch ook zonen van treurende moeders. Doe het niet!" De syndic wierp een blik op haar, en men kon zien, hoe zwaar het hem viel om aan zij¬ nen plicht te voldoen. *Ik moet," zeide hij : „mijn plicht vordert het." - Auimi zag tranrig voor zich heen en loosde een diepen zucht. Sfoffei greep naar zijn pet. „Vader," riep Aaimi thans, „ga toch met hem mede, opdat hem geei ongeluk overkorae." De oude Bender stond sehielijk op, om ook zijn pet van de plank te nemen. Maar in hetzelfde oogenblik kwam een tweede bode, om te zeggen, dat zy weg waren. De menscheD hadden hun brood ge¬ geven. Dan kan ik te huis blijven," zeide Stoffel Boerman, sloot het venster, en ging weêr zitten. „Het is toch verschrikkelijk," zeide Ammi na eene poos „wat die jonge menschen moeten uitstaan!" „En hoe moet het er bij het leger uitzien 1" merkte vader Bender aan. „Sedert den slag van Hanau lie¬ pen halve regimenten weg, naar huis toe. Maar heb¬ ben zij wel ongelijk?" Hun keizer liegt de geheele wereld voor in een bulletin, dat men in alle gemeen¬ ten zendt, en zegt dat hy overwonnen heeft; hg laat bron van inkomsten kan scheppen; zij doet ons te vens weer zien, hoe met eenig kapitaal en een weinig energie een belangrijke tak van handel en nyverheid wordt verkregen, waarvan het nut en het voordeel inderdaad verrassend zyn. Zwijndrecht, Januari 1882. 2)j Potergoed is een beiaming afkomstig van de kleine aardap- delen. die men poters noemt. Onder dezen naam ig dit artikel te Rotterdam ah handelsartikel bekend. 3) De ingemaakte uitjes worden *in dezelfde vaten rechtstreek» naar de hoofdplaaföeu in Groot-Brittanje enfj Ierland uitgevoerd. Buitenland. De vrouw, die op de ambachtsschool te Glas¬ gow, gelijk wij vroeger vermeldden,! een der leer¬ lingen ten bloede toe geslagen, daarna onder een stort¬ bad gezet en vervolgens vier dagen opgesloten heeft, is tot 20 p. st. schadeloosstelling veroordeeld. Mevrouw White, een engelsche dame, te Hoxton, gaf dezer dagen van meer dan gewone kloekheid biijk. Zy ontdekte, dat er iemand ten harent ingebroken was intusschen zijn volk in den steek, en pakt zijne bie¬ zen, om zoo gauw mogelijk te Parys te komen. En u, den syndic, geeft men bevel om de arme duivels te arresteeren, die op zulk eene manier zijn achterge¬ laten. Neen, of er één aan onze dear kwam of tien, ik zou hun al het brood geven, dat we in hnis had¬ den. Wat zegt gij Arnmi ?" „Wis en zeker," zeide de jonge vrouw, en keek schalkachtig naar haren man. In den zelfden nacht werd er ook aan Meyering's huis geklopt. De knecht hoorde het en dacht: «Daar heb je waarachtig alweer van die uitgehongerde de¬ serteurs ! Nooit heeft een mensch tegenwoordig rust." Hij stond;intus»chen op, om eens te kijken, en vond het, terwijl hij zijne sloffen aantrok, nog al vreemd, dat de oude Spits niet blafte, maar al kwispelstaar¬ tende bij de deur heen en weêr liep. Hy de knecht namelijk, niet „Spits deed het venster open. „Jakob!" sprak eeue stem, die hem bekend scheen. «Doe open! Gauw wat! Ik ben het! Gij kent mij immers nog wei?" De oude Jakob deed open, en met flarden in plaats van een uniform aan bet lijf, druipnat en genoeg¬ zaam barrevoets, strompelde Janjoost naar binnen. „Hoe gaat het mijne ouders ? Hoe maakt Leentje het ?" Wat er nu volgde, en hoe alles afliep, zullen wij niet noodlg hebben verder te beschrijven. Dat Jan¬ joost en Leentje, die hem alleeu bemind had, een gelukkig paar werden, even als Ammi met haren Stof- . fel, spreekt van zelf.