Tekstweergave van EC_1876_01_02_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
*TT ïëvëna^Taar^angT 1876. ËNKHIIIZER COURANT NIEUWS- EN ZONDAG Dit hir.fi verschijnt de» WOENSDAGS en ZONDAG Abonnementsprijs voor 3 maanden . . .... A e.00. Franco per post » 1.20. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post¬ directeuren. Brieven/ranco aan den Uitgever A. Egmond. ADVERTENTIEBLAD. 2 JANUARI. De prijs der Adyeitïktïïh ra* 1—6 regels ia 66 «ent»; roor elke* regel meer 10 cents. Tiót Dinsdags es Zaterdags middag 12 *nr geliers mea d* Airertentiën im te zesde*. Ingezonde* st*kke* mi*ste*s déa daj rroagor. Afzonderlijke Ns. 5 ets* IC Nienwe abonnementen worden berekent! van den datum van aanvang af. BIJ VERORDENING van den Gemeenteraad van Enkhuizen is onder andere voorgeschreven: Art. 2. De eigenaren van huizen en gebouwen zijn verpligt te zorgen, dat aan den hoofdingang daarvan de wijk- en huisnummers volgens opgave van Burge¬ meester en Wethouders in zwarte olieverw duidelijk leesbaar geschilderd, en ten allen tijde aldus leesbaar worden onderhouden. Art. 3. Wanneer ten gevolge van vertimmering van gebouwen eene vermeerdering of vermindering van perceelen heeft plaats gehad, zal de eigenaar na afloop dier vertimmering daarvan binnen acht dagen ter Secretarie der Gemeente kennis geven. De nieuwe nummering zal hem daarna worden opgegeven. Art. 4. Ingeval van verhuizing binnen de gemeente aal daarvan binnen eene maand behooren te worden kennis gegeven ter Secretarie der gemeente op den voet ais hierna is bepaald, te weten : Van een geheel gezin, inwonende dienst en werk- boden daaronder begrepen, door het 'hoofd van het gezin. Van afzonderlijk levende personen door henzelven. Voor de geheele bevolking van gestichten of andere inrigtingen waar personen onder eenig bestuur te te zamen wonen, door de bestuurders dier inrigtingeu. Art. 5. De overtreding der artikelen 2, 3 en 4 zal worden gestraft met eene geldboete van ƒ1.00 enz : Enkhuizen, 30 December 1875. Voor uittreksel De Secretaris, RIJXEN ENGELSMAN. ft «BamiarS Bij de intrede van een nieuwen jaarkring mag de Redactie der Enkliuizer Courant niet in ge¬ breke blijven, hare steeds in aantal toenemende lezers met een korten doch welgeineenden heil- wensch te begroeten. Bij de intrede van een nieuwen jaarkring. Welke in 't algemeen de indruk was, door een op het jaar 1875 bij ons achterlaten, hoofdartikel, in doen uitkomen. Die terugblik voorgaand hebben wij in ons eenige, voorname trekken indruk was zeer gemengd. Ontbrak bet ons al in geenen deele aan stol van dankbaarheid, in menig opzicht was toch de herinnering, die wij van het jongst verledene met ons namen, van niet bijzonder liefelijken aard. Doch dat verle¬ dene, het is nu al weer, met al hetgeen er aan voorafging, op den stroom des tijds voorbijge¬ gaan. VV'ij staan thans weer voor eene andere toekomst en, zooals liet spreekwoord zegt, hoop FEUILLETON. Ken bange ftludejaarsavond, dour A. J. tbn Bsink. (SLOT.) .Die oude heks van een Slibber kon toch ook wel naar haar bed gaan, meen ik," bromde de beer Krom- bruggen in zich zeiven. "Ze behoeft niet te wachten, totdat ik t'huis kom ; ik zal haar die soort vau voog¬ dijschap voor eens en voor altijd afleeren." De nog openstaande huisdeur vloog achter deu referendaris in bet slot en aan het eind van den gang zag hij eene oude dame met een helder witte neepjesmuts, die een lamp in de hand hield om hem voor te lichten. «Tante Truitje!" zeide Abraham Cliristophorus Krombruggen en voelde eene koude huivering door zijne leden gaan, toen zij hem hare magere, koude hand toereikte, „ik dacht dat je at veertig jaar lang dood was. Na, je komt me juist van pas, want ik wil je bewijzen hoe onoozel en zot de historie van grootvader en neef Rietstaak is, die je me voor een halve eeuw zoo dikwijls voorgekauwd heb. Licht mij maar eens voor, we zullen dadelijk gaan zien of die beide, oude kornuiten hun spel nog niet geëindigd hebben." doet leven. Laat ons dus ook maar weder ho¬ pen, dat het pas aangevangen jaar een gelukkig jaar zal zijn, en althans van onze zijde alles doen wat wij vermogen, orn het daartoe te maken, l Hel ga Nederland in 1876 wél! Bij weinig i partijstrijd, ontwikkele zich allerwege eene ijve¬ rige werkzaamheid in het algemeen belang ! In¬ dien het mogelijk is, worde de krijg, die voort- ! gaat op Sumatra 's noordelijken uithoek te woe- ! den, nog in den loop dezes jaars op bevredigende wijze ten einde gebracht. Indien het mogelijk is, worde ook het dreigend gevaar van een ; tweeden oorlog, een oorlog met Venezuela, door wederzijdsche inschikkelijkheid afgeweerd. Eene verlichte staatkunde voorkome nieuwe worstelin¬ gen tussehen de mogendheden van ons wereld¬ deel en vervulle onzen wensch, dat liet ook binnen onze eigen landpalen vrede zij. De daar¬ door geopende gelegenheid worde gebruikt tot al hetgeen strekken kan om den bloei van ons dierbaar vaderland, het stoffelijk en geestelijk belang zijner ingezetenen te bevorderen. Dat landbouw, nijverheid en handel zich in een on- gestoorden vooruitgang mogen verheugen, inaar dat vooral, door liet gemeenschappelijk overleg tussehen regeering en vertegenwoordiging, alge¬ meen gewenschte en tinds lang noodzakelijk ge¬ keurde wijzigingen in de regeling van het volks¬ onderwijs mogen lot stand komen, waardoor dit laatste beter voldoet aan de eischen en de behoeften van onzen vooruitstrevenden tijd I Ook voor onze stad in het bijzonder moge 1876 een goed jaar kannen genoemd worden. Eendracht heersche onder hare burgers, opdat van geen anderen strijd of wedijver blijke, dan wie hunner liet meest er toe zal bijdragen, om, door het voeden van bestaande zoowel als het openen van nieuwe bronnen van welvaart, aan het oude Enkhuizen een nieuw, een friseh en jengdig leven in te storten. De thans eindelijk verhoorde wensch, om door een spoorweg met de hoofdstad des rijks te worden verbonden, worde reeds in den loop dezes jaars eene belangrijke scherde nader tot zijne vervulling gebracht. Het gemeentebe¬ stuur vervulle zijne gewichtige taak met lust en opgewektheid, gesteund en gesterkt als het daarbij me zegen ruste inzonderheid op alle maatrege¬ len en pogingen, die ook in ons midden ter be¬ hartiging der groote zaak van liet onderwijs wor¬ den aangewend, opdat de geestelijke ontwikke¬ ling ten onzent gelijken tred houde met den vooruitgang, op stoffelijk gebied ! Voorts, lezers! hel ga u allen wel in huis cn hart! Moogt gij, in den pas ingetreden jaar¬ kring, van de Enkhuizer Courant geen gebruik behoeven te maken, om aan degenen die in uw lot belang stellen treurige berichten mede te deelen! Oneindig liever belast bare Redactie zich met advertentien, waardoor de uitbreiding van uw nering ot bedrijf bevorderd wordt. Weest verzekerd, dal zij zich in de ontwikkeling daar¬ van steeds hartelijk verheugen zal, en dat ook een van hare liefste vvenschen vervuld zal zijn, wanneer zij aan het einde van 1876 met eenige gerustheid de verklaring mag afleggen : het ver¬ streken jaar is voor de meeste burgers van Enk- huizen een goed jaar geweest. Dat zij zoo! ISust een weinig! >0 srelge wiekte tijd, die alles sloopt en slijt f— wie of wat zijt ge'! —- een van eeuwigheid lot eeuwigheid rondvliegende keten, waarvan met ie¬ der jaar eene schalm afvliegt om door eene ge¬ heimzinnige macht, door eene nieuwe te worden vervangen l 0, rust een wijle! Uw vaart is te snel, uw spoed te groot en te onverpoosd! Zie, de haren van zoe menig men- schenkind grijzen, en hoor de beds: >rust een wijle!" Schenk gelegenheid om eens rugwaarts te zien op hetgeen verricht is, gelegenheid om te verbe¬ tereu of goed te maken wat verkeerd is gedaan o( gebrekkig, om in te halen wat is verzuimd of nagelaten. Zie, zoo veel ligt daar achter ons waarover wij berouw gevoelen, zooyeel dat verbetering be¬ hoeft en waaraan wij zoo gaarne nog eens onze krachten zouden willen wijden, zooveel dat wij zoo gaarne zouden behouden hebben, maar dat gij reddeloos zult doen te niet of verloren gaan! Is er dan geene bede krachtig genoeg om uwen wordt door allen, die partijbelang voor het al- loop eene wijle slechts te stuiten, geene gemeen belang weten achter testellen. Een rui- macht die u tegenhoudt? 0, dan, heb medelijden E* de oude Tante Truitje opende de dunne, bloe- delooze lippen en lachte nauw hoorbaar, hoewel de echo uit alle hoeken van het huis een spottend ge¬ lach hooren deed. Alle faunen en satyrkoppen be¬ gonnen nu de oogen te verdraaijen en hem toe te grijnzen, en de bonte slang, die om de wijzerplaat van de groote gangklok geslingerd lag, liet zich langs de klok afzakken en begon lich om de voeten van den ouden heer te slingeren. „Blijf me maar van 't lijf met je vervloekte dui¬ velskunstenarijen," riep Krombruggen boos uit, „of ik zal je bij 't gerecht aanklagen, en dan kunt ge verbrand worden, even als de Maagd van Orleans." „Stil maar, Brammetje, stil maar," kraste dt oude vrouw, »je bent nu immers zoo groot en zoo oud ge¬ worden, wees nu ook stil en verstandig, zoo als het een oud-referendaris en een man met grijze haren past!" Daarop greep zij den kronkelenden slang en legde hem als een halssnoer om haar mageren hals; de slang beet zich in den staart, .terwijl zijne oogea als robijnen flonkerden. „Kom toch eerst binnen, mijn Brammetje, 't ia bui¬ ten zoo koud, ik heb een warm soepje voor je klaar gemaakt; daarna kunt ge naar je grootvader en neef Rietstaak gaai." Wederom giggelde dc tanto en wederom deed zich de echo van alle kanten hooren; de saters verwron¬ gen hunne gelaatstrekken en de slang wond zich al sissend vaster om den hals der oude vrouw. Krombruggen stiet haar driftig van zich af en riep uit: Neen en duizendmaal neen ! Ik wil niets van je heksenbrouwsel hebben, loop er mijnentwille meê naar den duivel!" Dit zeggende rulste hij de lamp uit Jiare handen en liep naar bet einde van dén gang. Weldra stond de referendaris voor de geheimzinnige denr; de sleutel stak in het slot en hij draaide hem zijns ondanks, met bevende hand om. De deur bewoog zich zonder gedruiseh op hare hengsels, maar uit de kamer waaide den binnentre¬ dende een kiilë tocht te gsmoet, die het licht uit¬ blies. Toeh stond Krombruggen niet geheel in het donker, want uit de geheimzinnige kamer kwam een zacht schemerlicht, dat aan eene aan deu zolder han¬ gende lamp zijn oorsprong verschuldigd was. Op de teenen trad de referendaris binneu en stotti een oogwonk als verstomd: aan de groote eikenhouten tafel zaten zijn grootvader en neef Rietstaak (dia h| uit de beschrijving zijner tante Truitje gemakkelU,, herkende) over bet schaakbord gebogen, terwjlt « stukken als glooiend goud flikkerden.