Tekstweergave van EC_1875_12_26_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zesde
Jaargang.
1S75.
MHUIZER
COURANT.
mm-
ii
ZONDAG
Dit
blad
verschijnt
des
WOENSDAGS
en
ZONDAGS.
Abonnementsprijs
voor
3
maanden
.
.
.
.
.
.
/
1.00.
Franco
per
post
,
»
1.20.
llen
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Post¬
directeuren.
Brieven
aan
den
Uitgever
A.
Egmond.
u_.
1—
'
.
MVERTENTIEBLAD
26
DECEMBER.
Afzonderlijke
Ns.
5
ets
De
prijs
der
Advem
entiex
van
1—6
regels
is
6t
cents;
voor
eiken
regel
«leer
10
cents.
Vóór
Dinsdags
en
Zaterdags
middag
12
nur
gelieve
men
dn
Aivertentiën
in
te
zenden.
Ingezonden
stakken
minstens
één
dag
vroeger.
jgf-
AiSewwc
ahonncwienlen
worden
berekend
van
den
datum
van
aanvang
af.
Nieuwe
abonnés,
die
zich
reeds
nu
aanmelden,
ontvangen
de
vóór
nieuw
jaar
verschijnende
N»s.
gratis.
.
•
„
.Ag
BURGEMEESTER
.
kIT^WKTIIOUDERs"^^
HUIZEN
doen
te
weten:
Dat
door
de::
Raad
der
Gemeente
in
zijne
verga¬
dering
vanden
19den
October"
1875'
is
genomen
het
volgende
BESLUIT:
Abt.
1.
•
A.
In
de
Gemeente
zal
te
beginnen
met
den
Jslen
januarij
1876
worden
geheven
eene
be¬
lasting
op
de
Honden.
Abt.
2.
De
belasting
is
verschuldigd
door
hen
die
in
de
gemeente
bun
hoofdverblijf
houden,
of
er
drie
maanden
van
bet
jaar
verblijven,
voor
zoo
verre
zij
bezittel
s
zijn
van
bonden
welke
in
deze
ge¬
meente
worden
gehouden.
Het
hoofd
van
het
huisgezin
is
aansprakelijk'
voor
de
belasting
der
honden,
aan
een
der
Leden
van
liet
huisgezin
toebchoorende.
Art.
3.
De
belasting
bedraagt
ƒ1.50
van
eiken
hond,
uitsluitend
gehouden
ten
dienste
van
den
land¬
bouw,
eenig
bedrijf
van
nijverheid
of
ter
bewa¬
king
van
gebouwen
en
erven;
van
eiken
anderen
hond
/
3.—
waaronder
mede
begrepen
zijn
jagthonden,
door
personen
gehouden
wordende
die
de
jagt
niet
als
bedrijf
uitoefenen.
Abt.
4.
De
belasting
in
bet
vorig
artikel
bepaald
is
niet
verschuldigd
voor
:
a.
honden
boven
het
getal
van
twee,
toebe-
1'borende
aan,
of
gehouden
wordende
door
kooplieden
in
honden
om
daarmede
handel
te
drijven,
mits
die
kooplieden
als
zoodanig
zijn
gepatenteerd.;
b.
honden,
welke
op
vaartuigen
of
op
andere
wijze
op
het
grondgebied
der
gemeente
komen,
en
waarvan
de
eigenaars
of
bezitters
geene
ingezetenen
der
gemeente
zijn
of
daarin
,
minder
dan
drie
maanden
van
een
dienstjaar
verblijf
houden;
c.
honden
beneden
den
leeftijd
van
twee
maanden.
Abt.
5.
Het
belastingjaar
vangt
aan
met
den
eersten
Januarij.
FEUILLETON.
!$e
Danies-iRoetfer.
boob
A.
J.
ten
Bbink.
_
De
vroegere
geneesheeren
zagen
er
geheel
anders
uit
dan
onze
tegenwoordige
doctoren.
Zij
waren
zóó
net
gekleed,
alsof
zij
uit
een
doosje
kwamen;
zij
droegen
een
groote,
gepoederde
pruik
en
hunne
vingers
schitterden
van
de
prachtige
ringen,
die
zij
als
bewij¬
zen
van
dankbaarheid
van
hnnne
patiënten
ontvangen
hadden:
fraai
geborduurde
manchetten
kwamen
uit
de
mouwen
van
den
fijn-lakensclien
rok
te
voorschijn
en
de
rechterhand
rustte
op
óen
stok
met
gouden
knop,
terwijl
zij
den
kleinen
driekanten
hoed
onder
den
arm
gekneld
hielden.
Tegenwoordig
is
zulk
een
geneesheer
geheel
als
alle
andere
mensohen
gekleed
en
alle
deftigheid
is
verdwenen,
hoewel
deze
toch
zoö
dikwijls
bewerkte,
dat
een
zieke
reeds
door
het
zien
van
den
docter
heter
werd.
Met
deze
verandering
in
het
uiterlijke
van
de
doctoren
houdt
de
hervorming
hunner
trenees-
wjjze
geljjken
tred.
Yooi'
een
bond
in
den
loop
van
het
jaar
ver¬
kregen,
is
de
belasting
verschuldigd:
ten
volle
vvanneer
dit
plaats
heelt
in
de
eerste
zes
maan¬
den
van
het
jaar,
en
voor
de
heljt,
wanneer
dit
plaats
heelt
in
de
laatste
zes
maanden
van
bet
jaar.
Welk
besluit
is
goedgekeurd
bij
Koninklijk
besluit
van
10
December
1875
No.
18.
11.
Dat
door
den
Raad
in
dezellde
vergade¬
ring
is
vastgesteld
de
volgende
VERORDENING
regelende
de
in¬
vordering
der
plaatselijke
belasting
op
de
honden
Abt.
1.
Ieder
eigenaar
of
bezitter
van
een
of
meer
honden,
ciie
aan
de
belasting
onderhevig
zijn,
is
veipiigt
daarvan
jaarlijks
-vóór
den
Sisten
Januarij
ten
kantore
van
den
gemeenteontvanger
op
zijne
gewone
zitdagen
aangitte
te
doen.
Die
aangifte
geschiedt
door
de
inlevering
van
een
behoorlijk
ingevuld
ejj
door
den
belastingschuldige
onder¬
teekend
biljet,
te
dien
einde
van
den|l
5
December
des
vorigen
jaars
ai
kosteloos
ten
kantore
voor¬
meld
verkrijgbaar.
(*)
De
betaling
der
belasting
geschiedt
'dadelijk,
bij
de
aangilte
tegen
kwitancie,
onverminderd
het
regt
om,
zoo
de
aangilte
later
onjuist
bevon¬
den
wordt,
herziening
te
doen
plaats
hebben,
Abt.
2.
De
^
aangifte
en
betaling
wegens
honden
na
den
31
Januari
verkregen,
geschiedt
binnen
acht
dagen
na
het
^
verkrijgen;
die
van
bonden
binnen
het
belastingjaar
geboren
geschiedt
binnen
twee
maanden
na
de
geboorte.
Abt.
3.
Bij
de
betaling
wordt
"door
of
namens
den
Ontvanger
kosteloos
voor
eiken
hond
een
metalen
kenteeken
uitgereikt,
voorzien
van
het
doorloopend
volgnummer,
het
jaartal
en
bet
Gemeentewapen.
Dit
kenteeken
moet
op
of
aan
den
halsband
gehecht
en
mag
alleen
gedragen
worden
door
den
bond
voor
welken
het
is
algegeven;
het
wordt
ieder
jaar
veranderd
en
blijft
van
waarde
tot
op
den
31
Januarij
na
het
jaar
waarvoor
het
is
uitgereikt.
Abt.
4.
Alle
honden,
welke
niet
voorzien
zijn
van
bet
bij
art.
3
dezer
verordening
voorgeschreven
kenteeken,
worden
aangetroffen,
en
waarvan
de
eigenaars
onbekend
zijn,
worden
ter
beschikking
(*)
Voor
1870
verkrijgbaar
vóór
den
15
Januarij.
Ik
ken
nog
een
geneesheer
van
den
ouden
stempel,
al
huldigt
hij
ook
in
zijne
kleeding
de
denkbeelden
van
den
tegenwoordigen
tijd;
hij
wordt
bij
voorkeur
de
dames-docter
genoemd,
omdat
hij
altijd
sneeiiw-
witte
en
fijn-geplooide
overhemden
draagt,
niet
rookt
noch
snuift,
altijd
bonbons
en
odeurs
hij
zich
heeft
veel
waarde
aan
de
homoeopathie
en
het
magnetisme
heeht
en
de
luimen
van
zieke
schoonen
allerbeleefdst
weet
in
te
willigen.
Hoe
ver
hij
het
daarin
gebracht
heeft,
moge
het
volgende
verhaaltje
bewijzen,
waarvan
ik
oor-
en
ooggetuige
was.
Laatst
kwam
hij
bij
de
barones
M,
die
hij
wegens
een
verouderden
hoest
behandelde.
Hij
trad
binnen*
liefkoosde
het
schoothondje
der
dame,
'kn«ep
in
het
voorbijgaan
de
knappe
kamenier
in
de
wangen,
-af
den
papegaai
een
klontje
suiker
en
ging
toen
naar
liet
ziekbed,
terwijl
hij
met
eene
zachte,'
vleiende
stem
sprak:
_
«Hoe
gaat
het
van
daag,
waardste
ba¬
rones
i
O,
gij
ziet
er
weder
als
een
engel
uit
!"
voegde
hij
er
bij,
«uwe
oogen
zijn
niet
dof
meer,
zii
hebben
hun
gewonen
glans
teruggekregen
en
de
rozen
bloeien
weder
op
uwe
wangen."
-
«Ik
ben
toch
no-
lang
niet
beter,"
antwoordde
de
zieke
en
reikte
hem
haren
pols
toe.
Hij
veegde
zyu
hand
eerst
met
een
der
policie
gesteld
en
beschouwd
als
niet
te
zijn
aangegeven.
Abt.
5.
De
bonden,
als
uitsluitend
gehouden
wordende
ten
dienste
van
den
landbouw,
of
eenig
bedrijf
van
nijverheid,
of
ter
bewaking
van
erven,
gebouwen
enz.,
mogen
niet
los
langs
de
straten
loopen;
het
kenteeken
hetwelk
deze
op
of
aan
den
balsband
dragen,
wordt
als
in
art.
3
bepaald,
bovendien
met
de
letters
L
N
gekenmerkt.
Abt.
6.
Van
bonden,
welke
vóór
ftlen
isten
Julij
gestorven
of
afgeschaft
zijn,
zal
de
helft
der
belasting
worden
terugbetaald,
mits
daarvan
vóór
den
Isten
Julij
ten
kantore
van
den
Ontvanger
schriftelijk
aangifte
wordt
gedaan,
met
het
bewüs
dat
de
bond
behoort
tot
die
bedoeld
bij
art.
3
en
4
van
het
besluit
lol
heffing.
Abt.
7.
Eigenaars
of
bezitters
van
honden
die
dezen
in
den
loop
van
het
jaar
verwisselen,
doen
daarvan
mededeeling
aan
den
Ontvanger,
Jdoor
wien
hiervan
de
noodige
aanteekening
op
de
kwitan¬
cie
wordt
gestéld.
Abt.
8.
De
Ontvanger
houdt
een
register,
waarin
de
gedane
aangiften,
met
de
namen
en
woonplaat¬
sen
der
eigenaars
of
bezitters
der
honden,
hun
geslacht
en
kleur,
de
volgnummers
der
uitgereikte
kenteekenen
en
bet
bedrag
der
betaalde
belasting
opgeteekend
worden.
Abt.
9.
Verzuim
van
aangifte,
onjuiste
vermelding
van
het
doel
waartoe
de
honden
worden
gehouden
en
in
het
algemeen
alle
ontduiking
ol
overtre¬
ding
ter
zake
van
deze
Verordening,
de
poging
daartoe
of
de
medepligtigheid
daaraan,
alsmede
verzet
bij
de
verordening
dezer
belasting
wor¬
den,
onverminderd
de
verpligting
tot
betaling
of
aanvulling
der
verschuldigde
belasting
gestraft
volgens
de
wet
van
29
Junij
1851
(Staatsbl.
No.
85.)
Abt.
10.
De
agenten
van
policie
zijn
bevoegd,
van
alle
begane
overtredingen
der
bepalingen
van
deze
verordening,
welke
ter
hunner
kennis
komen,
procesverbaal
optemaken,
en
zulks
op
den
eed
bij
de
aanvaarding
hunner
betrekking
afgelegd.
Abt.
11.
De
invordering
der
belasting
heeft
plaats
over¬
eenkomstig
de
artikelen
258
—
262
der
Ge-
fijn
batist
zakdoekje
af,
vatte
toen
haren
arm,
drukte
dien
zacht
en
voelde
langen
tijd
haren
pols,
want
de
dame
liad
een
schoonen
arm;
daarop
zeide
hij
niet
een
tevreden
glimlach
:
«Over
drie
of
vier
dagen
is
alles
weer
in
orde
;
ga
slechts
zoo
voort,
gebruik
ligt
voedsel,
houd
u
warm
en
verlaat
uwe
kamer
zoo
weinig
mogelijk."
«Niet
uitgaan,
docter,
waar
denkt
gij
aan
?
Ik
moet
van
avond
naar
het
concert,
omdat
mijn
nicht
er
zingen
zal;
ik
heb
het
haar
stellig
beloofd.
Ik
zal
mij
goed
warm
instoppen
en
zorgen,
dat
ik
bij
het
verlaten
van
het
rijtuig
en
van
de
zaal
geen
koude
vat."
«Nu,
als
gij
dat
alles
goed
in
acht
neemt,
kan
het
misschien
geen
kwaad;
maar
gij
moet
vooral
niet
lang
blijven."
'Ach,
docter!
ik
zou
toch
zoo
gaarne
tot'aan
het
begin
van
het
bal
blijven."
«Nu,
een
kwartiertje
er
naar
te
kijken,
zaj
zo*>
veel
kwaad
ook
niet
doen,
maar"
(bij
deze
woorda»-.
dreigde
hij
glimlachend
met
den
vinger)
'vooral
me'
meedansen,
hoor!"
«Ik
zal
geen
écossaise
en
ook
geen
wals
mededoen,
maar
in
een
polonaise
zal
toch
zoo
veel
kwaad
niet