Tekstweergave van EC_1875_01_17_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
—— 1 10* rj2: ^°- ^ ' Zesde Jaargang. 1875. NIEUWS- EN ZONDAG Dit blad verschijnt des WOENSDAGS en ZONDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden . . , ... f 1.00. Franco per post 1.20. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post- directenren. Brieven franco aan den Uitgever A. Egmond. 17 JANUARI. Afzonderlijke Ns. 5 ets. De prijs der Advertentien van 1—6 regels is 60 centen; voor eiken regel meer 10 centen. Vóór "Dinsdags en Zaterdags middag 12 nur gelieve men de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Lnnillioinv allerlei. De Commissie voor het Nedeiiandsche Rund¬ vee-Stamboek is met haren arbeid gereed. Hare bemoeingen zijn uilgeloopen op het vormen van eene Vereeniging, terwijl sommigen, terwijl velen misschien in het denkbeeld verkeerden, dat de Hollandsche maatschappij van landbouw ol' dat eenige dergelijke maatschappijen te zamen de zaak in handen zouden hebben gehouden, als wanneer de leden dier maatschappijen tot het doen van inschrijvingen gerechtigd waren, hetzij al of niet tegen betaling. Wij zullen ons niet vermeten te beslissen welke vorm de beste zijn zou, en ons nog veel minder vermeten kritiek uit te oefenen op het werk der Commissie, üat werk, wij kunnen het ons verbeelden, is in vele opzichten moeielijk geweest, en nu het in zoo verre volbracht is dat de eerste grondslagen gelegd zijn, willen wij vertrouwen dat de beste, de meest praktische weg is ingeslagen. Van zaken toch die door groote maatschappijen moeten worden beheerd en bestuurd, komt zelden veèl goeds Ie voor¬ schijn en de Ilollandsche maatschappij van land¬ bouw althans zou op dien regel wel liet allerminst eene uitzondering maken; haar geldelijke steun is veel meer waard dan hare dadelijke tusschen- komst en medewerking, laat staan haar toezicht en beheer. Eén gevaar slechts bedreigt in den tegenwoor- digen vorm het stamboek, een gevaar waarop wij meenen te mogen en te moeten wijzen, het is het gevaar dat hel een iet wat aristocratische tint zal bekomen. Daar tegen kan de eigenlijke boerenstand waken, maar .... zal hij het ? Kent hij doel en strekking genoeg, om zich als een eenig man aan te sluiten en zich krachtig te toonen en ferm en fier? Wij hebben het onze gedaan om op het voordeelige, om het on¬ misbare van een stamboek te wijzen en onze lezers aan te sporen, die zaak met belangstelling te volgen. Thans wordt een tijdperk van h a n- delen geopend en nu moge ieder onzer West- friesche veehouders zich haasten, om mede han¬ delend op te treden, en al dadelijk het lidmaatschap te aanvaarden. Want van dat al dadelijk op¬ treden kan veel afhangen. Eerlang toch zal eene algemeene vergadering worden belegd, waarin de tegenwoordige commissie aftreedt en een FEUILLETON, karei van Blreiigelcn. 42. Gedwee als een schaap deed hij wat ik begeerde en sprak geen enkel woord tegen. Later heb ik mij dikwerf verwonderd, hoe de vroeger heftige en ligt opstuivende man mij zoo onvoorwaardelijk gehoor¬ zaamde : zeker echter besefte hij schuld te hebben en 't moet dus 't zedelijk overwicht zijn geweest dat mijn goed recht op hem uitoefende, hetwelk hem zoo volgzaam maakte. Ook had de drank hem naar lichaam eri geest verzwakt en uitgeput, de eens gezon¬ de en sterke man was als 't ware een schaduw van zich zelf geworden. Het bleek vooral een uur later, toen hij weder uit zijne kamer kwam en meenende dat ik reeds vertrok¬ ken was, voor Koosje op de kniën viel en schreiende als een kind om vergiffenis smeekte. En Koosje, met hare engelennatuur schreide met hem mede en trok den bevenden man naar zich toe en als 'n melodie uit betere oorden klonk hare stem, toen ze haar vader vergaf en hem trooste en trachtte op te beuren, 't Was 'n lange geschiedenis van struike¬ len en vallen, die de vader zijne dochter verhaalde, de geschiedenis, hoe hij reeds vroeger met Norison bestuur zal worden benoemd. Van die keuze zal véél afhangen, 't Stamboek heelt mannen noodig wien 't om de zaak, en niet om :ets anders te doen is. Van de laatsten heeft de Hollandsche maatschappij van landbouw steeds al te veel overvloed gehad; het stamboek wachte zich voor hen! Welligt worden omtrent het stamboek, zijne geboorte en verschijning vragen gedaan en aan- en opmerkingen gemaakt, maar heizelfde zou bet geval zijn indien de zaak op andere wijze ware behandeld. Als bet kind geboren is, worden immers de omstandigheden waaronder de geboor¬ te plaats had alligt vergeten ? Zoo ook hier. Het kind is geboren, en de Hollandsche boer zal verstandig doen bet te hel¬ pen voeden en kleeden, niet alleen, maar ook en vooral met op zijne opvoeding het oog te houden, met op zijn gedrag te letten, met zijne leiding zich mede in te laten, met niet onverschillig te zijn omtrent . de personen, aan wien de leiding ui de eerste plaats zal werden toevertrouwd. Het stamboek is eene zaak van algemeen nati¬ onaal landbouwbelang, moge de boerenstand in 't algemeen zulks begrijpen! En moge het ook de Westlriesche boer ! Hoe minder hij eigenlijk gekend wordt en in tel is, hoe meer hij zich zelf moet laten gelden in eene zaak die ook hem betreft. Ook hem zeggen wij, maar beter ware 'tmisschien te zeggen, hem in de eerste plaats. 01 waar vindt men een veestapel, zuiverder van bloed, rijker aan melk, l'orscher van lichaamsbouw? Willen onze vee¬ houders slechts wat wetenschappelijke kennis opdoen en de fokkerij en de verzorging van bet jonge vee overeenkomstig de eischen welke die kennis stellen zal inrichten, dan voorzeker zal hun veestapel schaarsch geëvenaard, moeielijk overtroffen worden. Handen uit de mouwen dus en geen tijd ver¬ spild! Aiwachten en uitstellen zou alleen tot nadeel kunnen leiden, 't Is waar, het stamboek zal blijven, maar de invloed er op, die thans is te verwerven, zal later moeielijk kunnen worden veroverd. En dan zouden spijt en berouw te laat komen. Indien wij vertelden, dat buiten Amsterdam of kennis had aangeknoopt en hoe deze met de list eener slang en door middel van sterken drank eu altijd weder sterken drank, hem zoover had weten te brengen, dat hij eindelijk gehoor gaf aan zijn voorstel en den noodlottigen koop sloot, waarvan zijne dochter het slachtoffer zou zijn geworden, indien deheerJunt geen lont had geroken. Sedert dien avond heb ik een onoverwinnelijken afkeer gehad van alles wat naar alcohol zweemt en zelden gebeurde het, dat ik iets dronk dat gebrouwen of gestookt was. Ik beschouwde den sterken drank als een reusachtige zee, waarin allerlei afzichtelijke gedrochten zich op¬ hielden, om zieh te voeden met menschenvleesch. En ik zag in mijne verbeelding, hoe ze'plotseling, uit de golven dier zee opdoken, om zich op de sche¬ pelingen te werpen die de zee bevaren en hoorde in mijn geest de angstkreten van vrouwen en kinderen, wier echtgenooten en vaders ten prooi werden der gruwelijke monsters, en die verbeelding kon somtijds zoo sterk zijn, vooral als ik beschonken mepsehen zag, dat ik wezenlijk meende dat zoo iets in werke¬ lijkheid gebeulde. De schaduwen'van het lot verduisteren het lichl van ons leven. Ons huwelijk had in alle stilte plaats. Jean, dien ik Haarlern vergelijkende proeven zijn genomen met drie verschillende stoffen, waaruit dusgenaamde molenzeilen zijn vervaardigd; vertelden, dat in een zeker tijdsverloop de molen met onbekleedde wieken de minste en dat die, wiens wieken met de dichisle en meest samengestelde stol waren bekleed de meeste omgangen had gemaakt en wij noemden dan den uitslag dier proeven zeer m erkwaardig, waarschijnlijk dal wij dan door onze lezers zouden worden uitgelachen. En dat zo i verdiénd zijn ook. Maar niets beters verdient, hetgeen door de Haarlemsche Ct. van 28 November 1.1. uit, bet N. v. d. D. is overgenomen aangaande eene proef, door Dijkgraaf en Hoogheemraden van Haarlem¬ mermeer genomen met meststoffen. Een hectare gelijk gemaakten dijkgrond is be¬ zaaid met gras en klaver en bemest met: voor het eene gedeelte Amsterdamsche Liernur-mest, het andere met «minerale guano" en het derde, met zwavelzure kalk. [N.B. het laatstgenoemde is als mest ongeveer zooveel waard als het doek van een grove uienzak voor molenzeil.] Op t oog af (eene fikscbe proef dus) wonnen de aldus gemeste perceelen 't in opbrengst van de onbeme i te en draaide de molen, met het Liernur-zeil bekleed het hardste. Meer niet. Wegens de onbeduidenheid der proef achten wij hare vermelding zeer merkwaardig. Politiek ovci'xieht. Hoeveel handen in de laatste dagen met koortsige drift naar het nieuwsblad grepen en hoeveel oogen in zenuwaehtigen haast op de beurslijst der effekten gericht werden, om te zien hoe hoog de Spanjaarden genoteerd stonden, wie zou 't durven zeggen? Zeker is 't, dat het getal dergenen, die bij de rijzing in waarde van Spanjes büitenlandsche sehuldbrieven geinteresseerd zijn, in ons eigen landje legio is, en al ware 't dan ook alleen om hunnentwille, wij zouden er ons over verheugen, dat zich thans eene gelegen¬ heid opdoet, die zich nog weinige weken geleden niet uit de verte liet voorzien, om zich tot eene redelijken prijs van papiesen te ontdoen, die voor eene soliedo geldbelegging juist niet in de eerste plaats in aan¬ merking verdienen te komen. Doch ook om den wil van Spanje zelf mogen wij er ons over verblijden, dat de stand van den politieken barometer, die effekten- beurs heet, te zijnen aanzien zulk eene gunstige ver¬ andering heeft ondergaan en, na op valsche geruchten er van verwittigd had en die mijn getuige was, wilde er een feest van maken, maar wij dankten hem voor zijne goede bedoelingen en zoo werd dan de heilige band tussehen Koosje en mij gelegd, zonder dat er van groen cf vlaggen, danspartijen of festiviteiten sprake was. Er prijkte zelfs geen bloempje aan het kopje van de bruid, geen groen takje in het knoops¬ gat van mijn zwarten rok, welke laatste misschien het eenige plechtige was, dat mijn huwelijksdag kenmerkte.' Ook had het gebruikelijke huwelijksreisje geen plaats, de eenige reis die wij deden, was van Koosjes kamer naar de mijne, waar wij besloten hadden voors¬ hands ons te vestigen. Hadden wij echter geene feesten en geen muziek, aan verzen hadden wij geen gebrek, want de kruide¬ nier, die ons na de voltrekking geluk kwam wenschen, deed dit in een legio rijinen, waarin hij zieh zelf overtrof en zooveel goede wenschen en hartelijke geluksbeden vatn pas bracht, dat ook een aehiste gedeelte er van meer dan voldoende zou zijn geweest om ons in den derden hemel te helpen, want waren de in de rijmen vervatte wenschen uitgekomen, dan zeker waren wij rijker geweest als Croesus, tevre- dener dan Diogine3 en wijzer dan Salomo. (Wordt vervolgd.) I