Tekstweergave van EC_1873_01_15_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 5. Vierde Jaargang. 1873. I»"' UWS- EN WOENSDAG Dit blad verschijnt des WOENSDAGS en ZONDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden /1-00. Franco per post n 1.20. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post¬ directeuren. Brieven franco aan den Uitgever A. Egmond. cxO >m~A AIÏÏRTEKTIEBLAi 15 JANUARI. De prijs der Advertenties van 1—0 regels is 00 eenten; voor eiken regel meer 10 centen. Vóór Dinsdags en Zaterdags middag 12 nur gelieve men de Advertentiën in te zenden. Ingezonden stukken minstens één dag vroeger. Het Anti-Sclioolwetverboiulo II. DB NEUTRALE VOLKSSCHOOL. (Vervolg en Slot). 2. Wij hebben 't vroeger reeds gezegd en herha¬ len 't ook hier uit volle overtuiging: wij zijn het bij¬ zonder onderwijs volstrekt niet vijandig gezind en gunnen aan de voorstanders daarvan gaarne het ge¬ not van al de rechten, waarop zij in billijkheid aan¬ spraak kunnen maken. Wat ons ten strijde noopt, is dan ook geenszins de zucht om aan dat onderwijs afbreuk te doen; wij hopen integendeel, dat het bloeien en, bin¬ nen den kring zijner bevoegdheid, zich in alle ruimte ontwikkelen moge. Wij komen slechts op tegen den, vooral bij deze gelegenheid weder zoo duidelijk uitge¬ sproken, toeleg om het openbaar onderwijs ten onder te brengen, en tegen de wijze, waarop men, om dit doel te bereiken, dat onderwijs in de publieke opinie tracht te benadeelen. Tot dit laatste behoort niet al¬ leen, dat men het openlijk en met ronde woorden (z. bijv. het bekende strooibillet) als ongodsdienstig, on¬ christelijk en verderfelijk brandmerkt en hen die het geven, om den van godsdienst afkeerigen geest die hen heet te bezielen, als bedervers der jeugd voorstelt, maar ook, dat men aan het bijzonder onderwijs, bij uitsluiting of bij uitnemendheid, een nationaal karakter wil zien toegekend. In onze oogen nu is dit eene pretensie, waartegen met niet te veel ernst geprotesteerd kan worden. Of hoe? Bijzonder onderwijs, volgens de verschillende godsdienstige ge¬ zindten gegeven, zou niet slechts christelijk, maar ook waarlijk nationaal mogen heeten? Het lijkt er, in onze schatting, uit de verste verte niet naar. Wat men verlangt, is eenvoudig kerkelijk onderwijs; onder¬ wijs, dat in dienst staat van de kerk en strekken moet om hare belangen te bevorderen. Maar de natie heeft er als natie niet alleen niets mede te maken, FEUILLETON. Nacht cm Morgen, door PAUL. XIII. De ongelukkige waggelde naar een stoel, en viel er, zijn gelaat met de handen bedekkende, met een smar- telijken kreet op neder. Hij dacht in dat oogenblik aan de onverdiende schande, aan vrouw en kind, en het gewicht dier gedachten verpletterde hem als het waie. De oude heer kreeg weder medelijden en voeg¬ de hem toe: /'Het spijt mij om u en uwe huisge- nooten, Beuning 1 maar eigen schuld kwelt den mensch het meest. Hat je nog schuld beleden en beterschap beloofd, ik had het misschien ditmaal door de vingers gezien; maar daar je bij de overtuigendste bewijzen van schuld je nog brutaal-weg houdt of je van de zijn6" Zaa n'e's weef, kan daarvan geen sprake Beuning stond van zijn stoel op en plaatste zich voor zijn chef met de woorden: "Zie mij aan, mijn¬ heer, en zeg dan: zie ik er wezenlijk zoo slecht uit? Gelooft gij werkelijk aan mijne schuld ?" " Wat an¬ ders, kerel ? Ik heb immers zelf de bewijzen uit je essenaar gehaald : twee bankjes, een van veertig en zij is er als zoodanig ook zeer slecht mee gebaat. Waarlijk nationaal kan onmogelijk heeten, wat strekt om de natie te verdeelen, of de onder haar bestaande verdeeldheden te doen voortduren; zoodanige benaming past alleen aan hetgeen dient om vorm en uitdrukking te geven aan hetgeen de natie gemeenschappelijks heeft. Juist daarom is bijv. ook het Volkslied een echt volkslied, omdat het de tusschen de partijen bestaande verschil¬ punten onaangeroerd laat en enkel woorden geeft aan gevoelens, waarin alle Nederlanders onderling over¬ eenstemmen. Maar is het nu inderdaad wel een ander standpunt, waarop de openbare school zich plaatst ? Ook haar leuze, ook haar wensch is het, de geheele Nederlandsche jeugd op dezelfde school¬ banken te vereenigen. Daar zij nu, onder de bestaande omstandigheden, dit doel niet anders be¬ reiken kan dan door de kerkelijke verschilpunten zorg¬ vuldig te laten rusten, zoo stelt zij 't zich tot regel, daartegenover eene volkomen neutrale houding aan te nemen. Zij tracht der jeugd godsdienstige en zedelij¬ ke beginselen in te prenten, die het gemeengoed zijn van alle weidenkenden, terwijl zij het eigenlijk on¬ derwijs in de godsdienstleer aan de kerk, of aan de verschillende kerkgenootschappen overlaat. Door zulk eene algeheele onzijdigheid in acht te nemen, meent zij niet alleen te voldoen aan de eischen eener gezon¬ de opvoedkunde, maar ook haar karakter- als volks¬ school op de eenig mogelijke wijze te handhaven. Zij meent, met andere woorden, nationaal te zijn juist omdat zij neutraal is; want in een land, dat, zooals het onze, schier tot in het oneindige in sekten en partijen verdeeld is, hebbende hier gebezigde woorden ongeveer dezelfde beteekenis, zoodat, wie nationaal zegt, ook van zelf aan iets neutraals moet denken, aan iets, dat, terwijl het eene algemeene behoefte zoekt te bevredigen, zich goover mogelijk van de aan¬ raking met die sekten en partijen verwijderd houdt. Bij deze gelegenheid nog een enkel woord naar aanleiding van een in het vorig Nr. voorkomend in¬ gezonden stuk. Met de vredelievende strekking daar¬ van ten hoogste ingenomen, doen wij onze lezers opmerken, dat niemand meer dan wij 't heeft kunnen betreuren, dat in den jongst gevoerden strijd zooveel personaliteiten gemengd, zooveel noodelooze hatelijk¬ heden gewisseld zijn geworden. Doch al hadden ook wij gaarne gezien, dat men zich daarvan onthouden en zich eenvoudig bij de zaak bepaald had,—die zaak is eenmaal van te groot, te overwegend be¬ lang om er niet met warmte voor te strijden. Er is helaas! bij het tegenwoordig geslacht reeds te veel wezenlijk gebrek aan enthousiasme, dan dat men niet wat voorzichtig zou zijn met den raad, om de dingen liever wat koeltjes op te nemen, en als de hoofdlieden van het Antischoolwetverbond straks door hun petition¬ nement de massa's in beweging zoeken te brengen, dan ! zou men zich eene al te lijdzaam afwachtende houding wel eens te laat kunnen beklagen. In elk geval zij hier naar een stuk als het onder ons verspreide strooibillet verwezen, om de zijde te doen kennen, van waar en de wijze waarop men te dezer stede den aanval begonnen is. een van vijf-en-twintig," bromde de oude. "En toch ben ik onschuldig, mijnheer!" stotterde Beuning op onvasten toon, in de war gebracht door het vreese- lijke van zijn toestand. "Ontken nu toch niet langer," hernam de-chef, vrij boos wordende door de i vermeende tegenspraak van Beuning. "Het is immers aan je geheele uiterlijk te zien ? Je ziet er zoo bleek uit als een doode, en je kunt bijna niet uit je woorden komen." "Ik zweer het bij God, mijnheer, dat ik onschuldig ben!" voerde Beuning angstig aan. „Laat onzen Lievenheer er maar buiten, jongetje, en zweer maar niet; al die aardigheden geven je toch niets. De eenige weg tot een dragelijk eind was geweest, dat je guluitje schuld beleden hat; nu je nog bovendien ontkent en mij tot een leugenaar wilt maken, zal het mij aangenaam zijn datje onmiddelijk vertrekt en je nooit weer laat zien." "Maar mijnheer, ik ben onschuldig! waarachtig, ik ben onschuldig!" —■ "Ga!" beval nu de chef, met van toorn bevende stem. "Ga onmiddelijk!" Beuning waggelde als een beschonken mensch de deur uit en naar buiten. Doelloos liep hij vooH zonder eigenlijk te weten waarheen. Toen hij een weinig tot zichzelf kwam, bevond hij zich buiten de stad en in de nabijheid der stroomende rivier. Hij S$ u i t e 11 I ci n Haslanti- Aan het reeds vermelde verslag van den russischen minister van Openbaar Onderwijs over 1871 zijn de volgende bijzonderheden omtrent den staat van het lager onderwijs in het russische Keizer¬ rijk ontleend. Het aantal lagere scholen en dat dei- haar bezoekende leerlingen, 't welk bij den aanvang van het genoemde iaar, wat de eersten betreft, 17,739 en, wat de laatsten aangaat, 675,317 bedroeg, was aan het einde van 1871 tot nagenoeg 24,000 voor de eer¬ sten en 875,000 voor de laatsten gestegen. De mi¬ nister zegt, er ten volle van overtuigd te zijn, dat die cijfers nog uiterst gering zijn voor een Rijk, zoo uitgestrekt als het russische, maar hij doet tevens uitkomen, dat tot het aanbrengen van afdoende ver¬ beteringen in dit opzicht niet alleen zeer veel geld, bleef hier staan en blikte met een zeker genoegen in het water. Het was hem of dit hem wenktei en uitnoodigde om rust te zoeken in zijn schoot, al zijn nooden en zorgen uit te aooven in de koele diepte. Hij luisterde naar de Sirenenstem, die hem van uit zijn boezem als tegenklonk, en hij meeude in het zuchten van den wind, in het klotseu van het water stemmen te hooren, die hem toefluisterden, dat hij daar onder het watervlak, bewogen meestal als het leven zelf, geen smart en geen miskenning, geen valsehe beschuldiging en geen armoede meer zou vinden. En die stemmen, ze klonkon hem aangenaam inde ooren, en hij ving ze op in zijn hart, en hij gevoel¬ de zich geneigd om van de aarde en de menschen voor altijd afscheid te nemen, en zijn leed en zijn zorgen, zijn lasten en zijn nooden te begraven op den bodem van het lokkend element. "Slechts èén schrede, één sprong, en het is voorbij, voor altijd voorbij!" weerklonk het in ziju binnenste. De jonge man neig¬ de al meer en meer zijn hart naar het water; al meer en meer helde hij er toe over om een eind te maken aan 'swereld leed; eenige oogenblikken slechts, en het was voorbp. Vóór hij het echter doet, wil hij nog eens van uit de verte de stad zien. Hij laat zijn oog weiden [over de daken en spitsen der kerken eu