Tekstweergave van EC_1873_01_12_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Men
denke
eens
aan
het
„groot
Noord-Hollandsch
Kanaal"
waarbij
alleen
de
landbouw
enorme
schade
lijdt;
men
denke
aan
de
jachtwet,
die
't
den
land¬
bouwer
verbiedt
ongedierte,
op
zijn
eigen
land
uit¬
gebreid
en
dat
op
zijne
kosten
teert,
dood
te
slaan;
men
denke
aan
den
oorspronkelijken
aanleg
van
de
Sraats-spoorwegen,
waarbij
aan
den
landbouw
niet
in
het
minste
werd
gedacht.
Zóó
uitsluitend
was
daar¬
bij
het
oog
op
de
belangen
van
den
handel
gericht,
dat
werd
voorgesteld,
den
zoogenaamden
Noord-Hol-
landsehen
weg
van
af
het
Nieuwediep
te
leggen
langs
de
duinen
naar
Haarlem.
En
ook
thans
nog:
voor
de
kosten
van
ééne
over¬
brugging
kon
eene
geheele
landbouwende
streek
met
het
spoorwegnet
worden
verbonden.
Wij
keuren
die
dure
overbruggingen
goed,
maar
als
men
het
eene
doet,
waarom
dan
ook
het
andere
niet?
Moet
een
spoorweg
dan
uitsluitend
in
het
belang
van
den
han¬
del
gelegd
worden
en
mag
't
alleen
van
het
toeval
afhangen,
of
de
landbouw
er
van
zal
profiteren
of
niet?
Voor
de
ontwikkeling
van
den
landbouw
heeft
onze
wetgeving
nog
altijd
veel
te
weinig
gedaan;
zij
heeft
nog
niet
eens
alles
verwijderd,
wat
die
ontwikkeling
in
den
weg
staat.
En
nu
het
groote
publiek,
—
is
daarbij
de
landbouw
reeds
tot
zijn
recht
gekomen?
Vestigen
wij
eens
het
oog
op
de
dagbladpers.
Zij
heeft
dag
aan
dag
hare
krachten
veil
voor
het
leve¬
ren
van
politieke
beschouwingen
en
het
bevorderen
van
partijbelangen
en
wikt
en
weegt
elk
wetsvoorstel,
dat
invloed
op
handel
en
nijverheid
hebben
kan,
maar
vestigt
zij
ook
het
oog
op
den
landbouw?
Worden
landbouw
en
nijverheid
niet
veel
te
veel
beschouwd
als
afgescheiden
zaken,
niettegenstaande
de
Nederlandsche
maatschappij
van
Nijverheid
ze
vereenigt?
Immers
moest
elk
voorstel
van
wet
zoowel
beoordeeld
wor.
den
met
het
oog
op
de
belangen
van
den
landbouw
als
op
die
van
politieke
partijschappen
en
handel
en
„nijverheid."
De
heer
Staring
heeft
reeds
zooveel
in
het
belang
van
den
landbouw
geschreven,
de
landbouwcourant
heeft
alreeds
op
zoo
menig
gebrek
in
wetgeving
en
toestand
gewezen,
maar
waar
is
het
dagblad,
dat
het
ge¬
schrevene
mededeelt
of
onpartijdig
toetst
aan
eene
ge¬
zonde
staathuishoudkunde?
Waarlijk,
de
landbouw
heeft
op
belangstelling
in
dit
opzicht
niet
te
roemen,
hij
is
op
verre
na
nog
niet
tot
zijn
billijk
recht
gekomen.
In
de
groote
steden
zijn
kamera
van
koophandel,
die
de
belangen
van
handel
en
„nijverheid"
voorstaan;
zoo
moest
iedere
provincie
eene
commissie
van
land¬
bouw
hebben,
die
op
alle
zaken
den
landbouw
be¬
treffende
een
waakzaam
oog
hield
en
zijne
belangen
bij
den
wetgever
in
bescherming
nam
of
voorstond.
De
maatschappijen
van
landbouw
zijnreedslanggeble-
ken
de
daarvoor
geschikte
lichamen
niet
te
zijn.
Politiek
overzicht.
Ook
in
de
laatst
verloopen
week
is
op
staatkundig
gebied
niets
bijzonder
merkwaardigs
voorgevallen.
Alles
ging
voort
zich
te
bewegen
in
denzelfden
kring,
zonder
dat
die
beweging
zich
echter,
tengevolge
van
eenig
tusschen
ingekomen
incident,
op
eenigzins
na¬
drukkelijke
wijze
naar
buiten
deed
gevoelen.
De
staat
van
zaken
is
er
dan
ook
over
't
algemeen
niet
slechter
ofschoon
tegelijk
ook
niet
veel
beter
op
geworden.
De
vooruitzichten
blijven
al
even
donker
of
even
helder,
naar
men
't
nemen
wil,
als
zij
dit
waren
bij
de
intrede
des
jaars.
In
een
enkel
opzicht
is
de
hemel
misschien
iets
minder
bewolkt
te
noemen,
dan
hij
zich
eenige
dagen
geleden
aan
ons
vertoonde.
Nadere
en,
paar
't
schijnt,
juistere
berichten
dan
ons
door
den
seindraad
werden
overgebracht,
mogen
ons
namelijk
de
overtui¬
ging
geven,
dat
bet
Opperhoofd
der
katholieke
kerk
zich,
bij
gelegenheid
der
Nieuwjaars-receptie,
in
meer
viedelievenden
zin
en
dus
ook
minder
onheilspellend
heeft
uitgelaten,
dan
wij
eene
week
geleden
nog
meen¬
den.
Veel
beteekent
dit,
wel
is
waar,
nog
niet,
daar
kerk
en
staat
er,
vooral
in
Dtritschland
niet
minder
vijandig
om
tegenover
elkander
staan.
Wij
verheugen
er
ons
evenwel
als
Christenen
over,
dat
Petrus
voor-
xls
nog
niet
weder
in
de
oude
dwaling
vervalt,
van
naar
het
wereldlijk
zwaard
te
grijpen
tot
verdediging
cener
zaak,
die,
omdat
zij
zuiver
geestelijk
is,
alleen
met
geestelijke
wapens
tot
beslissing
gebracht
mag
^worden
en
ook
alleen
waarlijk
gebracht
worden
kan.
Aangaande
ons
vaderland
hebben
wij
niets
te
ver¬
melden,
wat
met
de
politiek
in
betrekking
staat.
Des
te
ruimer
stof
zou
ter
onzer
beschikking
staan,
indien
wij
een
blik
wilden
slaan
op
de
wonden
der
maat¬
schappij.
't
Is
voor
ons
vaderlandse!)
gevoel
inder¬
daad
even
treurig
als
beschamend,
dat
Nederland
te¬
genwoordig
volstrekt
geene
uitzondering
maakt
op
het¬
geen
de
statistiek
der
zedelijkheid
ons
leert,
dat
het
getal
misdrijven,
der
zware
misdaden
zelfs,
haast
overal
meer
toe
-
dan
afneemt!
En
dan
gaat
men
in¬
middels
voort,
over
de
godsdienst
te
twisten
op
eene
wijze,
waardoor
aan
die
godsdienst
zelve
het
aller¬
grootste
nadeel
wordt
toegebracht!
Ach,
dat
men
wijzer
ware
!
NB.
Het
bovenstaande
was
reeds
geschreven,
toen
de
onverwachte
tijding
kwam
van
het
overlijden
van
den
ex-keizer
Napoleon.
Wij
zijn
zeer
verlangend
te
ver¬
nemen,
welk
een
indruk
dit
bericht
in
Frankrijk
ma¬
ken
zal.
B
a
i
t
e
n
I
a
n
d.
Mew-¥«rk.
Gisteren
avond,
kort
na
11
ure,
brak
er
op
de
2de
verdieping
van
het
Fifth
Avenue
Hotel
brand
uit.
De
trap,
waarop
de
brand
begon,
be¬
vindt
zich
in
het
achtergedeelte
van
het
huis
en
loopt
van
do
waschkamer
in
de
basement
naar
de
kamers
der
dienstboden
op
de
vliering.
De
vlammen
liepen
met
snelheid
den
trap
op.
Ce
brand
verspreidde
zieh
met
zulk
eene
snelheid,
dat
de
dienstboden,
die
zich
in
hunne
kamers
aan
het
boveneinde
van
den
trap
ter
ruste
begeven
hadden,
overrompeld
werden
aleer
hulp
hen
bereiken
kon,
daar
zij
geheel
afgescheiden
waren
van
het
hoofdgebouw.
De
brandweer,
die
intusschen
op
het
tooneel
gekomen
was,
was
te
laat
om
hulp
te
ver-
leenen
en
de
ongelukkige
dienstboden
waren
omgeven
door
de
vlammen.
Kort
na
1
ure,
toen
men
bevond
dat
er
eenige
personen
vermist
werden,
wisten
een
po¬
litiebeambte
en
een
chef
der
brandweer,
door
middel
van
een
ijzeren
ladder,
zich
een
ingang
te
verschaffen
in
een
kamer,
waar
men
vooronderstelde
dat
zich
per¬
sonen
bevonden.
Daar
vond
men
de
verkoolde
en
ver¬
brande
lijken
van
13
personen.
Het
beddegoed
en
de
meubelen
lagen
door
de
kamers
verstrooid,
vermengd
met
overblijfselen
van
menschelijke
lichamen.
De
lijken
lagen
op
de
verschillende
plaatsen,
van
waar
de"
on-
gelukkigen
zich
een
uitgaug
gezocht
hadden.
—
Som¬
migen
hadden
gepoogd
te
ontkomen
door
de
ramen;
anderen
waren,
in
hunne
pogingen
om
versche
lucht
te
krijgen,
bij
den
trap
nedergevallen.
De
lij
Keu
van
twee
vrouwen
vond
men
half
verborgen
onder
een
bed
in
eene
buitenkamer.
Toen
de
policie
en
de
brandweer
in
het
nevengebouw
kwam,
waren
de
vloeren
der
ka¬
mers
nog
gaaf,
doch
de
dak-bindten
waren
verbrand
en
in
een
verwarden
hoop
gevallen
op
de
lijken.
Het
water,
dat
uit
de
brandspuit
geworpen
was,
lag
ter
diepte
v.ui
verscheidene
duimen
op
den
vloer
en
droop
door
naar
beneden.
De
zware
dak-gebindten
waren
op
de
verbrande
lijken
gevallen,
hadden
eenige
ledematen
verpletterd
ea
de
lijken
erg
verminkt.
Van
wege
de
verwarring
en
opgewondenheid
kon
men
de
namen
dei-
slachtoffers
niet
te
weten
komen.
—
Tot
op
20
minuten
over
2
ure
waren
er
22
lijken
gevonden,
16
in
een
kamer
en
G
in
eene
andere.
Het
alarm
werd
eerst
gegeven
door
eene
der
vrouwelijke
dienstboden,
die
//brand"
riep
door
de
gangen
en
de
logeergasten,
van
welke
er
zich
ongeveer
500
in
het
.gebouw
bevonden,
wakker
maakte.
Velen
der
gasten
begaven
zich
naar
het
bureau
enwerdendaar
bericht,
dat
er
niets
te
doen
was
van
belang;
er
was
slechts
een
weinig
brand
in
de
waschkamer.
De
poging,
om
alles
stil
te
houden
en
een
paniek
onder
de
gasten
te
voorkomen,
had
de
verbranding
der
22
vrouwelijke
dienstboden
ten
gevolge.
Het
was
12
ure,
eer
iemand
eeuig
alarm
gaf.
Op
de
derde
verdieping
vond
men
een
dienstmeisje,
zieh
wringende
van
pijn,
zij
was
deerlijk
gebrand.
De
Herald
z?gt,
dat
er
leemten
waren
in
den
verwar¬
mingstoestel,
dat
de
brand
misdadig
geheim
gehou¬
den
is
en
dat
er
geene
pogingen
aangewend
werden
ter
redding
der
ongelukkige
dienstmeisjes.
De
schade
wordt
berekend
op
p.
st.
130,000
tot
p.
st.
150,000.
Men
zegt,
dat
de
brand
ontstond
door
het
springen
eener
stoompijp
in
de
wasch-kamer.
Allerlei
oorzaken
worden
opgegeven.
Over
de
70
of
80
dienstboden,
die
op
de
bovenste
verdieping
sliepen,
werden
in
allerijl
gewekt
en
naar
beneden
gedreven.
Deze
hebben
al
hunne
kleederen
verloren.
De
waarde
der
meubelen
in
het
hotel
wordt
geschat
op
p.
st
400,000,
waar¬
van
minstens
een
vierde
gedeelte
geruïneerd
is.
Gen.
Burnside,
Gen.
Horace
Forter
en
G.
M.
Pulman,
van
Chicago,
bevonden
zich
in
het
hotel
tijdens
de
brand.
Heden
morgen
liggen
er
11
lijken
in
de
morgue
(doodenhuis.)
Twee
lijzen
zijn
kerkenbaar,
de
andere
zijn
tot
kolen
verbrand,
BÊïaiJsseM&sael.
De
verbittering,
welke
de
maatregelen
der
pruissische
Regering
ter
zake
van
het
openbaar
maken
der
pauselijke
allocutie
door
de
dagbladpers
bij
de
liberale
partij
hebben
opgewekt,
Iaat
zich
nog
altijd
in
de
organen
van
die
partij
be¬
speuren.
De
Spenersche
Zeitug
schrijft
dienaangaande:
„De
gevolgen
van
de
handelwijze
der
Regeering
liggen
voor
de
hand.
Door
de
maatregelen
der
politie,
die
bovendien
zonder
beginsel
genomen
zijn,
hier
alleen
in
waarschuwingen,
ginds
in
het
roepen
ter
verant¬
woording,
op
eene
derde
plaats
weder
in
eonfisoatie
bestaan
hebben,
is
de
verontwaardiging
over
de
„pau¬
selijke
oorlogsverklaring"
niet
toegenomen,
maar
ver¬
minderd.
De
openbare
meening
houdt
zich
op
dit
oogenblik
veel
minder
bezig
met
Rome,
dan
met
de
behandeling,
welke
zelfs
dat
gedeelte
der
duitsche
dagbladpers
ondervonden
heeft,
't
welk
voor
Duitsch-
lands
onafhankelijkheid
van
Rome
altijd
ten
krachtig¬
ste
in
de
bres
getreden
is."
—
6
Januari.
Een
groot
aantal
burgers
dezer
stad,,
die
leden
zijn
van
de
gemeente
der
Nieuwe
Kerk,
hebben
gezamelijk
een
protest
ingediend
bij
den
mi¬
nister
van
Eeredienst
tegen
het
ontslag
van
den
lieer
Sydow
als
eersten
leeraar
bij
die
gemeente
en
daarin
hun
voornemen
te
kennen
gegeven
om
uit
die
ge¬
meente
te
treden,
indien
dat
ontslag
bekrachtigd
wordt.
—-
De
speculatie
gaat
te
Weenen
zoover,
dat
een
nieuw
etablissement
van
rouwkleederen
aan
de
geza¬
menlijke
geneesheeren
der
stad
prijscouranten
heeft
gezonden,
met
het
verzoek,
die
met
een
aanbevelings¬
woordje
aan
de
bloedverwanten
der
zieke
ter
hand
te
stellen,
zoodra
er
stervensgevaar
bestaat,
of
er
den
eigenaar
van
het
etablissement
kennis
van
te
geven.
—
Het
honorarium
voor
die
beleefdheid
is
1—10
der
winst.
9
Januari.
Van
Chislehurst
wordt
ge¬
meld,
dat
de
exkeizer
van
Frankrijk,
Napoleon
III,
heden
namiddag
ten
12'/a
uur,
iu
den
ouderdom
van
circa
65
jaren,
is
overleden.
—
10
Januari.
Het
overlijden
van
Keizer
Napo¬
leon
is
onverwacht
geweest.
Niet
vóói
negen
ure
in
den
ochtend
hadden
zich
gevaarlijke
verschijnselen
voorgedaan.
De
onmiddelijke
oorzaak
van
des
Kei¬
zers
dood
is
aan
de
kortelings
door
hem
ondergane
kunstbewerkingen
geheel
vreemd.
De
geneesheeren
hadden
den
Keizer
in
den
nacht
bezocht
en
hem
rustig
slapende
gevonden,
zij
hadden
daarop
in
den
ochtend
besloten
om
op
den
middag
een
derde
kunst¬
bewerking
te
ondernemen.
Te
10
ure
en
25
minuten
in
den
voo-rmiddag
vertoonden
zich
echter
kenteekenen
van
verzwakking,
en
spoedig
hield
het
hart
op
te
kloppen,
zoodat
Z.
M.
reeds
te
10'/+
ure,
en
niet
zooals
gemeld
is
te
1211
ure,
overleed.
De,keizerlijke
Prins,
die
naar
Woolwich
was
teruggekeerd,
ten
einde
zijne
studiën
te
hervatten,
wis
d.oor
middel
van
den
telegraaf
ontboden,
maar
is
te
laat
gekomen
om
zijn
vader
nog
levend
te
vinden.
Doctor
sir
William
Gull
en
de
abt
Goddard
zijn
aan
liet
sterfbed
ontboden,
en
de
laatstgenoemde
heeft
Z.
M.
de
II.
Sacramenten
der
stervenden
toegediend.
Cambden-House
is
geheel
gesloten.
Het
overlijden
des
Keizers
heeft
hier
ter
stede
een
diepen
indruk
/gemaakt.
--
10
Januari.
Omtrent
het
overlijden
van
Keizer
Napoleon
zijn
de
volgende
nadere
bijzonderheden
be¬
kend
geworden.
De
Keizerin
en
al
de
leden
der
hof¬
houding
omringden
's
Keizers
sterfbed.
Z.
M.
kwam
in
zijne
laatste
oogenblikken
weder
bij
kennis,
sprak
de
Keizerin
tweemalen
toe,
en
stierf
zonder
pijn.
De
dood
wordt
aan
wegzinking
van
krachten
toegeschre¬
ven.
Waarschijnlijk
lieden
zal
eene
lijkschouwing
plaats
hebben.
Koningin
Victoria
en
de
Prins
v.
Wales
hebben
tele¬
grammen
van
deelneming
gezonden.
De
tijding
van
's
Keizers
dood
wordt
overal
niet
levendige
gevoelens
van
smart
ontvangen.
De
dagbladen
behelzen
levens¬
berichten
van
den
Keizer,
waarin
hij
hoog
geroemd
wordt.
De
leden
van
het
keizerlijk
geslacht,
benevens
de
lieeren
Roulier,
Fleury
en
anderen,
worden
lieden
op
Chislehurst
verwacht.
Het
stoffelijk
overschot
zal
tijdelijk
in
de
Kerk
der
II.
Maria
worden
bijgezet,
het
is
thans
op
een
praalbed
gelegd.
—
De
Engelsche
dichter
Saintfoy
werd
in
een
bar¬
bierswinkel
door
een
zijner
schuldeischers
om
100
p.
st.
aangesproken.
«Wilt
gij
althans
niet
wachten
tot
de
barbier
mij
geschoren
heeft?"
vroeg
Saintfoy.
//Nuja,
dat
wil
ik
wel,"
antwoordde
de
sehuldeischer.
„Ik
neem
u
en
uwen
knecht
tot
getuigen,"
zeide
de
dich¬
ter
tot
den
barbier,
stond
op,
wioseh
zich
de
zeep
van
het
gelaat
en
giug
ongeschoren
heen.
Sedert
droeg
hij
een
baard.
—
Koelbloedigheid.
—
Van
den
beroemden
hertog
van
Wellington
wordt
de
volgende
anecdote
verhaald
:
Hij
bevond
zich
op
een
schip
en
wilde
zieh
juist
ontkieeden,
om
zich
ter
ruste
te
begeven,
hoewel
het
hevig
stormde,
toen
de
kapitein
binnen
trad
en
zeide
//dat
het
elk
oogenblik
met
hem
gedaan
kon
wezen."
"Very
well!"
antwoorde
de
hertog
zeer
koelbloedig,
«dan
behoef
ik
mijn
laarzen
niet
uit
te
trekken."
—
-
In
de
fabriekdistricten
van
Engeland
bestaat
te¬
genwoordig
de
gewoonte
om
kinderen
opium
of
lauda¬
num
in
te
geven,
zoodat
zij
slapen
terwijl
de
oudera
afwezig
zijn.
Dit
is
minder
kostbaar,
dan
hen
door
bu¬
ren
te
doen
bewaken.
Het
gevolg
echter
is
dat
menig
kind
bezwijkt,
en
dezer
dagen
stond
eene
vrouw
terecht
beschuldigd
van
manslag
door
onvoorzichtigheid,
omdat
zij
haar
kind
van
achttien
maanden
vijf
droppels
lau¬
danum
had
gegeven.
De
jury
verklaarde
dat
hier
man¬
slag
door
een
ongelukkig
toeval
had
plaats
gehad.
—
Aan
het
station
Turnhout
stapte
dezer
dagen
een
ongelukkige
bultenaar
in
den
trein
naar
Rijssel
en
aan
het
douanenbureau
hielp
men
het
arme
kereltje
uit
den
wagen
stijgen;
zelfs
de
brigadier
bood
hens
fiig