Tekstweergave van EC_1873_01_08_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
II i n n e ii 1 a n rl. Men weet, dat bij koninklijk besluit van 24 April 1868 art. 3 der wet van 21 Augustus 1859 is toepas¬ selijk verklaard op den Hollandsehen IJzeren spoorweg, en dat de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij, moetende gedoogen de doorsnijding van haren weg door de lijn 's Gravenhage-Gouda van de Nederlandsche Rijn-Spoorweg-Maatsehapnij, te dier zake van den Staat der Nederlanden vergoeding heelt gevorderd ter zake van de schade, door die aansluiting en doorsnijding aan hare onderneming berokkend. Die vordering, na door den Staat te zijn bestreden, werd door den Hoogen Raad toegewezen en in revisie is 's Riads arrest be- ' vestigd. Alsnu ontstond eene procedure tot vaststelling- van het bedrag dier schadevergoeding, en werd dooi¬ de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij daartoe igevorderd eene som van 3 tonnen gouds jaarlijks, of, gekapitaliseerd, tot een gezamenlijk bedrag van 6 mil- lioen gulden, en is voorts subsidiair gevorderd eene benoeming door den Hoogen Raad van deskundigen, teu einde de waardevermindering te bepalen van den weg door en ten gevolge van de bedoelde aansluiting en doorsnijding, in verband ook tot andere toekomstige concurrerende lijnen, die niet zouden kunnen worden daargesteld zonder over den weg der eischeresse te worden genomen. Tegen die vorderiDg is door den Staat slechts aangeboden eene schadevergoeding van / 1000, met terzijdestelling overigens der subsidiaire vordering. De pleidooien in deze zaak, den 2dea Januari voor den Hoogen Raad gevoerd zijnde, heeft de advocaat der eischende Maatschappij, mr. A. M. van Stipriaan Lnïscius, de hoofdvordering zeer breed¬ voerig toegelicht, en daarbij voornamelijk gewezen op de belangrijke schade, aan den Hollandschen Spoorweg toegebracht en ook uit den aard der zaak zullende toegebracht worden, ook in het vervolg, aan een weg, die geheel uit particuliere fondsen opgericht is en 18 millioen gekost heeft. Hij deed uitkomen, dat hier eene onteigening van de gewichtigste soort plaats had, en de eischeresse niets anders beoogt dan zooveel moge¬ lijk financieel te worden teruggebracht in den toestand, waarin zij was vóór de aansluiting en doorsnijding, t Van de zijde van den Staat zijn de beide vorderin¬ gen bestreden door de lands-advocaten, rnrs. G. M. van der Linden en A. de Pinto. Hun standpunt van be¬ strijding was voornamelijk deze bewering: het gemis van bewijs, dat de schade, die men volhield, het reelit- streeksch gevolg was van de meerbedoelde aansluiting en doorsnijding, dat op de mindere ontvangsten ook andere in, loeden, als oorlog enz., konden hebben ge¬ werkt, en dat, zoo er meer voordeelen waren verkregen, het de vraag was, of de Maatschappij die aan "den Staat zou hebben uitgekeerd, dat ook dat bewijs niet wel zon kunnen geleverd worden, en in ieder geval de bijgebrachte stukken en staten de vordering tot een zoo buitensporig bedrag niet kunnen staven. Het Openbaar Ministerie zal den 16den Januari zijne conclusie nemen. Gedurende 1872 zijn te Alkmaar geboren 224 jongens en 206 meisjes, te zamen 43') kinderen, waarvan 5 jongens en 4 meisjes buiten hnweiijk ge¬ boren. 2 jongens en 1 meisje werden elders geboren uit alhier woonachtige ouders, terwijl 3 jongens en 2 meisjes alhier weiden geboren uit ouders elders . woonachtig. 3 paar tweelingen werden geboren. Als levenloos aangegeven werden ingeschreven 11 jongens en 8 meisjes, waaronder 3 meisjes buiten huwelijk geboren. Overleden zijn 121 ongehuwde mannen, 129 onge¬ huwde vrouwen, 32 gehuwde mannen en 30gehuwde vrouwen, 13 weduwnaars en 20 weduwen, te zamen 166 mannen en 196 vrouwen, totaal 362 personen : daaronder zijn 13 mannen en 6 vrouwen, die elders woonachtig waren, terwijl 6 mannen en 3 vrouwen hiér woonachtig elders zijn overleden. In de gemeente hebben zich gevestigd 400 mannen en 268 vrouwen, te zamen 788 personen, en haai verlaten 424 mannen en 400 vrouwen, te zamen 824 personen. De bevolking, die overeenkomstig de 4e volkslel- ling, op 30 Nov. 1169 gehouden, verband met da later plaats gehad hebbende motatiën, op 31 Dec. 1871 5563 mannen en 6038 vrouwen, te zamen 11601 personen bedroeg, werd vermeerderd door 42 personen, en bedroeg alzoo op 31 Dec. 1873 11643 persouen. Het getal huwelijken bedroeg: 97 tnsschen jongmans * en jongedocliters, 4 tusse'uen joagmans cn weduwen, I 20 tusschen weduwnaars en jongedocliters en 10 tus schen weduwnaars en weduwen, te zamen 131. 1 echtscheiding werd ingeschreven. Er werden geboren 1 op 27. Er stierven l op 32, de geboorte bedroeg 3 /m pércent, de sterfte 3_^0 pet. De sterfte bleef aanzienlijk beneden het gemiddelde /jjfer (1 per dag op 10000 zielen) de geboorte kwam *iigeveer daarmede overeen. Te Alkmaar zijn in 1872 aangevoeld: 17899 stapels kaas, wegende 3 60465 kilogr.; 4721 stuks varkens, wegende 536855 kilogr., 11006 kiloT. wol ^en 6390 diversen. - Aan de N. Rotterd.-Cour. is, onder dagteekening >.m 2 Januari, uit Batavia het volgende getelegra¬ feerd . „De spoorweg Batavia,-Buitenzorg is door de Regeering afgekeurd, wegens onvoldoende waarborgen roor de veiligheid," - De Landverhuizer, maandblad ter bevordering¬ der emigratie naar den amerikaanschen Staat Minne¬ sota, deelt in liet Januari nummer mede dat het aan¬ tal der huisgezinnen, die voornemens zijn zich iu Minnesota te gaan vestigen, zeer is toegenomen en thans honderden bedraagt. Het nut en voordeel vau het vertrekken in groepen wordt meer en meer inge¬ zien, zoodat het thans alleen de vraag is, of or in het voorjaar ééne groote kolonie of verschillende klei- j nere zullen vertrekken. De Landverhuizer heeft, ten ' einde aan den wensch van sommigen te voldoen, on¬ derzocht, of zij, die van plan zijn in het voorjaar te vertrekken, ook genegen waren eene bijeenkomst te houden. De uitslag van dit onderzoek is, dat liij allen, die het voornemen koesteren naar Minnesota te vertrekken, uitnoodigt tot het bijwonen eener verga¬ dering, te houden te Amsterdam, den 23sten Januari, des namiddags te half èén ure, in het lokaal „de Witte Zwaan", Nienwendijk, bij de Kolksteeg, alwaar een nederla .dsche landbouwer, sedert 6 jaren in Min¬ nesota gevestigd, mededeelingen zal doen. Zij, die hun plan tot emigreeren naar Minnesota reeds aan de Landverhuizer hebben medegedeeld, zullen eene nadere uitnoodiging ontvangen, met opgave van de te behandelen punten: deze uitnoodiging zal tevens tot toegangsbewijs dienen. Ieder, die tot deze vergade¬ ring wenscht toegelaten te worden, kan met opgaaf wege de vereeniging „Tot Nut en Genoegen Willem de Zwijger," niet hebben kunnen bijwonen, tenigé mededeelingen te doen omtrent het daar verhandelde, en nog heden is het ons niet gelokt, een eenigzias „presentabel" vorslag te plaatsen. Wij hopeu er dus in het volgend No. dor Courant op terug te komen. Voor de gemeentestichting aan den Oosterdijk is weder bij de commissie ingekomen eene collecte te Buiksloot / 20 terwijl abusievelijk de gift van den Heer A. v. A. is vermeld / 5 in plaats van f 25. Nog INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! zelden heb ik in een nieuwsblad op van redenen een toegangsbewijs aanvragen bij den heer Bueninck, te Rotterdam. Wij vernemen, tot ons leedwezen, dat de Heer A. de Viies, onderwijzer in het teekenen aan's Rijks¬ kweekschool voor onderwijzers te Haarlem, dezer dagen aan zijne betrekkingen en de kunst ontvallen is. liet overlijden van dien genialen kunstenaar, o. a. bekend door zijne geestige iliustraïiën van „de Ge¬ dichten van den Schoolmeester," vond onder zeer be- droevmle omstandigheden p'aats. Men meldt ons, dat hij is bezweken aan honds¬ dolheid of watervrees, nadat hij vóór omstreeks 3 maanden door een hond was gebeten. Heden morgen omtrent 6 uren had in bet buis van militaire detentie onder Oegstgeest bij Leiden, eene ontzettende gebeurtenis plaats. Een der gevan¬ genen, Sluijmers genaamd, deed dienst als kok en werd door den bewaarder K. op eene overtreding be¬ trapt, waarvan deze rapport aan den Commandant moest maken. K. weigerde het verzoek om zulks niet te doen, waarop S. hem bedreigde en met een lang mes een wond in de zijde toebracht. Daarop snelde de bewaarder R. ter hulp, maar hij werd door den gevangene zoodanig in de onderbuik verwond, dat hij oniniddelijk op de plaats zelve het leven liet. De gevangene dreigde ieder, die hem wilde naderen, op gelijke wijze te behandelen. De kommandant, met de wacht toegesneld, sommeerde hem, zich over te geven. Ilij weigerde zich levend in handen te stelien en trachtte zich het leven te benemen door een messteek in den buik. Dc kommandant liet vuur geven en de gevangene viel door vier kogels doorboord, dood ter aarde. De ontzetting en angst zijn natuurlijk groot. W PttVCnSaage, 4 Januari. Het Dagblad bericht, dat sedert een paar dagen de schildwachten, die in de gemeente worden uitgezet, des nachts met geladen geweer optrekken, en dat de wachtposten bij de paleizen, bewoond of onbewoond, ook bij dag worden betrokken. Voorts heeft de Koning ten behoeve der lakkeijpn, die de nachtdienst hebben, eenigo revolvers beschikbaar gesteld. Ook zou de directeur van het postkantoor eene militaire wacht hebben gevraagd, maar dit verzoek zou zijn afwezen. Verleden zaterdag is een poging tot inbraak ge¬ daan in een der drukste gedeelten van 's Gravenliage, namelijk op den hoek van de Houtstraat en Kalver¬ markt, in den goud- en zilversmidswinkel van den Heer K., tevens horologiemaker. In den vooravond hebben 3 mannen, geene Hagenaars, de winkel,uit met een scherp voorwerp uitgesneden en begonnen zij de daarvoor geplaatste voorwerpen weg te nemen. De winkelier, gedruisch hoorende, en daarop ziende, dat zij bezig waren met liet inpakken van zilveren voorwerpen, snelde een achterdeur van zijn huis uit en hot gelukte hem de dieven bij den kraag te krijgen en terstond aan de politie over te leveren. KRONIEK VAN ENKHUIZEN EN OMSTREKEN. In 1872 zijn alhier geboren 190 kinderen en wel 86 van liet mannelijk en 103 van bet vrouwelijk ge¬ slacht. Levenloos aangegeven: 13 kinderen, en wel 7 van 't manneljjk en 8 van 't vrouwelijk geslacht. Overleden zijn : 90 ongehuwden, 30 gehuwden, 9 weduwnaars en 9 weduwen. Gesloten huwelijken : 45, en wel 35 tusschen jonge mans en jongedocliters, 3 tusschen weduwnaars en jongedochters en 7 tusschen weduwnaars en weduwen. 181 personen hebben zich in de gemeente geves¬ tigd, terwijl 275 personen de gemeente hebben ver¬ laten. De bevolking bedroeg, op 31 December 1872, 5430 z elen, en wel 2624 van het mannelijk en 2796 van hot vrouwelijk geslacht Onwillekeurig zijn wij verhinderd geworden onzen lezers, voor zoo ver ze de tweede volksvoordracht van t een zoo onheusche wijze een pennestrijd zien voeren als te- geuwoordig in het uwe door (of namens) N. S. N. S. is begonnen met het openbaar ouderwijs en de openbare onderwijzers op eene onbillijke manier te bekladden, daarbij spekuleerende op drie bekende ei¬ genschappen van ons volk: zuinigheid, godsdienstzin en gehechtheid aan het Vorstenhuis. Was het wonder, dat er van onderscheiden kanten stemmen opgingen om N. 8. in zijne scheeve voorstel¬ lingen te bestrijden? leder ander mensch zou dit niet anders dan na¬ tuurlijk en billijk vinden; voor N. 8. was het echter onverdrageliik. Gebelgd, dat er personen waren, die zijne ondoor¬ grondelijke wijsheid durfden aanvallen en'zich de on¬ gehoorde stoutheid veroorloofden om zijne stellingen maar niet zoo dadelijk als onfeilbaar aan te nemen, zoekt hij zich te verdedigen door de pene onbeleefd¬ heid (ik zou haast zeggen onbeschoftheid) op de an¬ dere to. stapelen. v. E.. wordt bestreden door het bewijs, dat het i door dien heer ingezondene volkomen juist was. Een wondervreemde weerlegging! Niettemin wordt v. E. plomp weg voor een onkundige verklaard. I E wordt al even vreemd en (waan)wijs be- j antwoord. In ellenlange verklaringen, die eigenlijk niets afdoen en meestal over bijzaken loopen, wordt hij uitgemaakt voor een leugenaar, een twistzoeker, een stumper, die wil , meepraten maar (wie zou daaraan durven twijfelen?) het tegen N. 8. onmogelijk kan volhouden en wel ge¬ noodzaakt zal zijn zijsprongen te doen om zich te redden. Zou N. S. meenen dat E zijn geschrijf tot voorbeeld zou kiezen? Nog al tamelijk verwaand,zou ik meenen. Niets en niemand wordt in dit schrijven doorN. S. ontzien, zoo hij slechts kans ziet om daardoor ten minste de onn idenkende menigte de oogen te verr blinden. Zoo wordt iu zijn laatste stuk de hooge lands-re- geering voorgesteld als een vereeniging van speku- lanten (of minstens ondernemers van publieke werken, die nu en dan eens bijeenkomen om te beraadslagen of er nog niet iets is op te richten, waardoor de staat een stuivertje apart verdienen kan. - Waarlijk, zóó iets kon hj alleen bedenken, de overige wereld is daartoe alweer veel te dom. v. d. 8. eindelijk heeft ook ai niet te roemen over eene fatsoenlijke behandeling. Wanneer twee schooljongens (altijd van de minst ontwikkelde) twisten en de oen den ander uitscheidt, hoort men dikwijls geen ander antwoord als: „dat ben jij 1" ook al rooit het in de verste verte niet." Daarnaar vraagt echter die tweede jongen niet. De zaak is maai, dat h j niet in staat is zich te verdedigen en toch wat zeggen wil. Zoo ook met N. S. in zjne beantwoording van v. d. S. Niet in staat diens schrijven deugdelijk te weer¬ leggen, vergenoegt hij zich met de aangewezen fout de grootst mogelijke aangroeting te doen ondergaan en dan op v. d. S. terugtevverpen als een kolossale fout extra kolossaal. ' Als of nu iedereen maar zoo dadelijk die bluffende woorden voor goede munt zou aannemen en met ontzag opzien naar den man, die dergelijke tale sprak. 't Is niet de eerste maal, dat N. 8. zijn toevlucht neemt tot grove onwaarheid; ook in zijn schrijven tesen F..... heeft dit plaats. Eilieve! waa.r schuilt dio onnoembaar groote fout? 8. wjst uie niet aan ('t zou hem ook moeieljk vallen) maar wel toont hij, door de onzinniqe opvoe¬ ring van die slechts iu zijne buitengewone geleerdheid vermeende fout, evenmin begrip te hebben van getal, als van taal, stijl, redeneering, lezen enz. Door grooten bluf, gepaard aan logen en beleedi- ging zoent N. S. zich uit zijne scheeve positie te red¬ den, maar tevens zich te doen voorkomen als de eeni-'o man van kennis. Zijne pogingen daartoe zijn echter zoo ongelukkig, dat zijne meer dan professorale wijsheid meer en meer het kenmerk aanneemt van eene andere soort wijsheid, die men gewoonlijk bestrydt in gestichten zooals Meer - en-Berg, Mocht N. S. of zijn Secretaris (ik hoor van ter ziide, dat hij zelf niet de opsteller is van het onder- z ia naam ingezondene) hot te eeniger tijd door ijverig lezen en gezet nadenken zoover brengen, dat hij in staat zij de geuite meeniugenb ehoorlijk, onder aaavoe-