Tekstweergave van EC_1873_01_01_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ge daarvan, om van den verminderden bloei van som¬ mige bedrijven niet te spreken, ook kapitale gebou¬ wen als het Oeconomisch werkhuis en het Boet- en taanhuis onder des sloopers bijl gevallen zijn? Inderdaad, wij zien ook hier slechts hetzelfde als elders: veel licht, maar ook veel donkerheid! Veel verblijdends ongetwijfeld, welks herinnering mag strek¬ ken tot verhooging van den moed, waarmede wij de toekomst tegengaan. Maar daarbenevens ook veel, dat ons niet zonder alle zorg een nieuw jaar doet in¬ treden, en waarvoor wij ons dan eerst tot dankbaarheid jegens den Bestuurder onzer lotgevallen kunnen ge¬ stemd voelen, wanneer het de waarheid staaft, dat, onder zijne leiding en onze medewerking, ook uit het kwade zelfs het goede kan voortkomen. ■Zoo zij 't! S5 u i t e n I an d. Frankrijk. Er is in de laatste dagen veel ge¬ sproken over een door den hertog de Gramont ■—- mi¬ nister van Buitenlandsche Zaken van het Keizerrijk toen dit den oorlog aan (Duitschland verklaarde en vóór dien tijd fransch gezant te Weenen in la Cor¬ respondence Européenne openbaar gemaakt schrijven, waarin een tweetal verklaringen worden bestreden, die door den heer Thiers voor de commissie van en- quete naar de optreding en de daden van het Septem- ber-Gouvernement zijn afgelegd. Eene dier verkla¬ ringen was, dat Pruisen naar het inzien van den heer Thiers door den oorlog verrast is geworden en in het begin van 1870 geene buitengewone wapenin¬ gen heeft bewerkstelligd. Dit beweren heeft de her¬ tog de Gramont getracht met een beroep op de open¬ bare meening te ontzenuwen, die, naar zijn gevoelen, reeds voorlang van het tegendeel overtuigd is. Het andere punt, 't welk de gewezen minister van Bui¬ tenlandsche Zaken in zijnen brief behandelde, betrof de volgende zinsnede uit het getuigenis van den Pre¬ sident-: „De heereu von Beust en Andrassij hebben mij te Weenen ten stelligste verklaard, dat zij, voordat de candidatuur vaD den Prins von Hohenzollern voorzien werd, den heer de Gramont in algemeene bewoordin¬ gen te kennen hadden gegeven, dat men aan het Gouvernement van Keizer Napoleon III geenerlei illu¬ sie moest laten behouden, maar het integendeel er wel 'van behoorde te doordringen, dat, in geval het Duitsli- land den oorlog verklaarde, Oostenrijk Frankrijk niet ter zijde zou staan." De hertog de Gramont heeft bepaald ontkend, dat eene zoodanige taal tot hem ge¬ voerd was geworden. Volgens hem, hadden de twee genoemde oostenrijksche staatslieden verklaard, dat „Oostenrijk Frankrijks zaak als de zijne beschouwde en zooveel als in zijn vermogen stond tot de zegepraal zijner wapenen zou bijdragen." „Dit (vervolgde de "heer de Gramont) heeft men mij opgedragen tot het fransche Gouvernement te zeggen, en anderen 1.ebben in last gehad het te herhalen. Ik haal die woorden niet uit mijn geheugen aan, maar uit een voor mij 'liggend document, en ik kan dan ook bewijzen wat ik beweer." In een schrijven uit uit Rome van 23 December wordt aan het Agentschap-Havas te Parijs bericht, dat de ambassadeur bij den II. Stoel, graaf de Bour- going, zijn ontslag heeft gevraagd en bij die aanvraag is blijven volharden ofschoon de heer Thiers hem met den telegraaf had uitgenoodigd om op zijn besluit terug te komen. Volgens den romeinschen bericht¬ gever, ligt de aanleiding voor den stap van den am¬ bassadeur in tnsschen de twee te Rome geaccrediteerde vertegenwooedigers van het fransche Gouvernement gerezen oneenigheden. De President der Republiek heeft het japansche gezantschap op den tweeden Kersdag, te twee ure des namiddags, op het Paleis van het Elysée ten ge- hoore ontvangen. Dit heeft met veel plechtigheid en militair vertoon plaats gehad. Op het voorplein van het Elysée stond, als eerewacht, een geheel bataillon der Parijsche bezetting, met twee muziekcorpsen, ge¬ schaard. De japansche ambassadeusr droegen een eu- ropeesch gala-gewaad, 't welk veel geleek op dat der Senaatsleden vau het tweede Keizerrijk: blauwe, rijk mot goud geborduurde rok, witte lange broek met breede gouden streep en claque met witte pluim. Le Bien Bublic spreekt de geruchten tegen, die op nieuw omtrent het voeren van financiële onder¬ handelingen, met de ontruiming van het grondgebied in verband staande, in omloop zijn gebracht. „Wij hebben reeds gezegd (aldus leest men in het officieuse orgaan,) dat de beschikbare fondsen maandelijks tot geen hooger bedrag dan van 200 millioen fr. naar Pruisen worden gezonden, ten einde het gevaar eener geldcrisis te vermijden. Nadat het vierde milliard op die wijze zal zijn afbetaald, zal het eerst te pas komen om eene regeling met het pruisische Gouvernement te maken omtrent het storten van het vijfde milliard in acceptabel handelspapier, hetgeen niet vóór de maand Juni van het volgende jaar zal kunnen geschieden." ISuUsehlaild. Een Berlijnsch berichtgever der Augsburgsche Allgemeine Zeitnng verklaart de on¬ verschilligheid, waarmede de pruisische Regeerings- organen de mededeelingen van den heer de Gramont hebben ontvangen, door de buitengewoon vriendschap¬ pelijke verstandhouding, die tegenwoordig tusschen de Kabinetten van Weenen en Beriijn bestaat. „Maar een aangenamen indruk (voegt hij er bij) heeft deze ont¬ maskering der in 1870 door Oostenrijk gevolgde staat¬ kunde hier geenszins gemaakt, omdat liet beweren van den voormaligen franschen minister moeielijk te we¬ derleggen zal zijn en daarom eene donkere schaduw werpt op de goede trouw van het Weener Hof. Men zal moeten afwachten, of graaf von Beust pogingen zal aanwenden om zijne vroegere staatkunde te zuiveren van de verdenking van dubbelhartigheid. Op onze staatkundige kringen echter zullen dergelijke pogin¬ gen weinig indrnk maken, daar zij reeds seder gerui men tijd uit andere bronen weten, dat graaf von Beust inderdaad zeer geneigd was om „tot de zegepraal der fransche wapenen zooveel mogelijk bij te dragen", en daarin alleen verhinderd is door de bedreiging van Rusland om met 300,000 man in Hongarije binnen te rukken, indien Oostenrijk voor Frankrijk tegen Duitsch- land partij mocht kiezen." Het tweede deel der door den Generalen Staf uitgegeven geschiedenis van den fransch-duitschen oorlog is thans verschenen en omvat de dagen van 1 tot 5 Augustus. Het begint met oen overzicht van het terrein van van dit gedeelte van den veldtocht en van de bewegingen der verschillende legerafdeelingen ; daarin vindt men tevens eenige opheldering omtrent het spoedig daarna aan den general von Steinmetz gegeven ontslag als bevelvoerend generaal van het lste leger onder gelijktijdige benoeming tot gouver¬ neur-generaal van Posen. Vervolgens komt de ge¬ schiedenis van de gevechten bij Saarbrucken (2 Au¬ gustus) en Weiszenburg (4 Augustus,) om den lezer daarna voor te bereiden op de veldslagen van Wörth en Spichern (6 Augustus,) die in het 3de deel beschre¬ ven zullen worden. Men weet, dat er reeds sedert geruimen tijd ijverig gewerkt wordt aan den aanleg van gedetacheerde forten rondom Straatsburg op den linker oever van den Rhijn. De Groothertog van Baden heeft den 20sten dezer een besluit onderteekend betreffende den aanleg van drie dergelijke forten op den rechter oever nabij Kehl, zoodat Straatsburg binnen betrek¬ kelijk korten tijd omringd zal zijn door eene reeks van gedetacheerde forten, die het tegen eene her¬ haling van het bombardement van 1870 zullen be¬ veiligen. 28 December. De Spenerscke Zeitnng schrijft, onder het opschrift „de nieuwe Benedetti," het volgende. „De authentieke latijnsche tekst van de jongste allo¬ cutie van den Paus'ligt thans voor ons. Wat daar¬ van tot dusver bekend werd, was ontleend aan de italiaansche vertaling van het Jezuitenblad la Voce della Verita, en de waarlijk ongehoorde, in liet Vati- caan gevoerde taal was daar blijkbaar opzettelijk ver¬ zwakt. Wij geven den latijnschen tekst van de woorden, die op Duitschland betrekking hebben. Indien wij daarvan eene nauwkeurige duitsche ver¬ taling gaven, stond ons zeer zeker eene vervolging van het Openbaar Ministerie te wachten ; de door ons gekozen vorm sluit, naar onze meening, den animus injuriandi buiten. „De reeks van zware beleedigingen, welke de Kerk vorst van zijne hooge standplaats, in zijne aanspraak aan de kardinalen, het Duitsche Rijk en zijn verhe¬ ven Hoofd in het aangezicht waagde te slingeren, met het doel om die aan de geestelijkheid en de leeken der gansche Christen-wereld bekend te maken, vindt hare wedergade in de moderne geschiedenis niet. De onbeschaamdheid van Benedetti (de Paus gebruikt het woord impudenter) jegens den Koning is hier ver overtroffen. Het duitsche volksbewustzijn zal zich echter tegenover Rome evenmin verloochenen, als het zulks tegenover Frankrijk heeft gedaan. Wat hier den Keizer wordt aangedaan, is eene grootere beleediging dan het gebeurde te Ems. De Speneische Zeitung geeft vervolgens den latijn¬ schen tekst van de volzinnen der allocutie, welke op Duitschland betrekking hebben. In den Antwerpschen gemeenteraad is zaturdag beraadslaagd over een door het gemeentebe¬ stuur, naar aanleiding van het onlangs tusschen de geestelijkheid en de burgerlijke overheid over het vraagstuk der begraafplaatsen opgerezen geschil, in¬ gediend ontwerp-reglement op het begraven. Uit¬ gaande van het beginsel, dat het beheer en de be¬ schikking over de begraafplaatsen tot het burgerlijk domein behooren, en dat de geestelijkheid zich even¬ min in de tot dat gebied behoorende aangelegenheden mengen mag als de burgerlijke overheid in geestelijke aangelegenheden tusschenbeide mag komen, is in dat ontwerp bepaald, dat de thans op de begraafplaatsen bestaande afscheidingen weggeruimd of opgeheven en de graven voortaan in geregelde volgorde, het eene naast het andere, gedolven zullen worden; terwijl de vrijheid van godsdienst zal worden gewaarborgd door aan hare bedienaren te vergunnen, de bij de verschil¬ lende Eerediensten gebruikelijke plechtigheden op elk afzonderlijk graf te verrichten, ingeval zij daartoe door de betrekkingen van een overledene worden uitgenoo¬ digd. De burgemeester de Wael heeft dit reglement toegelicht in eene breedvoerige, herhaaldelijk loege- juichte rede. Door verscheidene leden werd er op aangedrongen om het reglement staande de zitting goed te keuren. Daartegen heeft de burgemeester zich echter verzet, op grond dat de commissie voor de contentieuse zaken het ontwerp met eenige artike¬ len ter regeling van de bij de begrafenissen in acht te nemen formaliteiten moest aanvullen. Huweiyken b|j vraag en aanbad Indien zoo lezenwe in de Pall Mall Gazette 't huwelijk de haven van bestemming is van de meeste mannen, 't hoofddoel en ideaal van bijna alle vrouwen dan mag men niet loochenen, dat 't der vrouw ge¬ oorloofd moet zijn om, door alle betamelijke middelen, naar deu huwelijken staat te trachten. Toch tot dusver was men algemeen van gevoelen, dat de mannelijke adspirant den eersten stap behoorde te doen, aan hem stond 't nemen van initiatief tot opening der onderhandelingen, en ouders of naaste be¬ trekkingen handelden gewoonlijk, tot definitieve slui¬ ting van eene overeenkomst, als zaakgelastigden van de jonge maagd. Hoe nu echter met mannen, die zich tot eenig ini¬ tiatief in Hymen's hof onbekwaam rekenen, en met vrijsters, die 't ongeluk hebben noch ouders, noch wel¬ willende betrekkingen te bezitten? Is voor hen.geen heil weggelegd? Moeten zij in eenzaamheid hnnkai- ren zien grijs worden? Geenszins. De moderne maatschappij heeft ook voor hen een pad tot echte¬ lijk geneugt geopend. Zij hebben slechts teadvertee- ren in de Matrimonial News. Voor een kleinigheid helpt dat blad hen aan een portuur, of geeft hun on¬ misbare wenken in zaken van vrijage. Da affaire wordt te goeder trouw gedreven, geheimhouding wordt strict in acht genomen, en indien we den redacteur gelooven mogen kwamen door zijn toedoen reeds honderden huwelijken tot stand. Ziehier de modus operandi: De candidaat vertrouwt zijn naam, adres en pho- tographisch portret aan den redacteur toe. De adver¬ tentie verschijnt hierop en 't blad staat nu ten- dienste van candidaat en reflecteerenden, voor corres¬ pondentie. Die correspondentie geschiedt aanvanke¬ lijk onder nummers, No. 5678 doet aan No. 8765 we¬ ten, dat 't aanbod hem of haar lijkt, en dat hij of zij portretten wenscht te wisselen. Voor die wisseling zorgt de redacteur. Op verlangen van beide partijen stelt vervolgens de redacteur hen in de gelegenheid tot directe kennismaking, hetzij schriftelijk, hetzij per¬ soonlijk, en verder berust de transactie natuurlijk bij de partijen zelf. Curieus is 't, de advertentien in de Matrimoniat News te lezen. De meeste onderscheiden zich niet zoozeer door der schrijvers gemis aan ingenomenheid met hunne of hare persoonlijke aantrekkelijkheden, als wel door een zeldzame belangeloosheid op 't punt van geld. Mannen „van ruime middelen" schrijven uitdruk¬ kelijk, dat vermogen van de zijde der dame geen ver- eischte is. Slechts enkele zijn baatzuchtig genoeg om stoffelijk gewin ter sprake te brengen. Bij voorbeeld: „Een jongere zoon uit een deftige plattelands-familie, Z9 jaar oud, blond, 5 voet 10 duim lang, met toegang tot de beste gezelschappen, huiselijk, een minnaar van 't buitenleven, een goed schutter, knap ruiter, wenscht te trouwen doch moet een vrouw met middelen zoeken." „Een geestelijke, met een fraai talent, wenscht kennis te maken met een jonge, schoone, wel¬ opgevoede dame", en hij voegt er tot zijn eeuwige eer bijl Fortuin, hoewel een aanbeveling, is geen ver- ei'sehte". Daarentegen vraagt „Achilles, die een schrij¬ ver is en een man van beschaving en positie, met een toereikend inkomen, onafhankelijk van zijn letterkundi¬ gen arbeid", niets dan „gezond verstand en vrouwe¬ lijke gratie in een dame onder de veertig". Da da¬ mes eonstateeren in den regel dat ze blond of zwart, kort of rijzig, gevuld of sl nk zijn, verder, dat ze lief¬ hebbend zijn, een warm en gevoelig hart, of eene naar 't hoogere smachtende ziel bezitten, en dat ze door-en¬ door huislijk zijn. Sommigen durven zediglijk er op zinspelen, dat de wereld ze „schoon", „aanvallig", of „van imposante gestalte" acht. Eene „gevoelt zich overtuigd, dat ze een minnende gade wezen zou". Eene andere beroemt zich op hare standvastigheid", Eene derde verzekert dat ze „zindelijk" is. Eene vierde, dat ze „vrij gezet, doch zacht van aard, zon¬ der gebreken en van blozende complexie is met een huis en een ferme zaak, maar dat ze zich verlaten gevoelt, en dus een levensgezel verlangt". Eene vijfde „heeft een aardig vermogen, en een taille a la Juno." Eene zesde zou de voorkeur geven aan een geestelijke, zoo mogelijk een weduwnaar. Vele bezitten „bétooverende manieren", en zijn van goeden huize en fijn beschaafd. Vau de weduwen die wel weten moeten wat de mannen aantrekt —- zijn verreweg de meeste Jolig". Niet weinige bekennen ruiterlijk, dat ze niet aan te bieden hebben dan die joligheid", benevens een goeden wil en een trouw en liefhebbend hart, doch enkele beschikken over jaar- lijksche inkomsten van 150,200 en 350 p. st. - met do" meer in 't vooruitzicht. Eén weeuwtje heeft gou¬ den lokken en een klein jaarlijksch inkomen", een ander „hoewel arm en niet zonder gebreken, is voor