Tekstweergave van EC_1872_01_18_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No, 2D. weeée %aargan£ ir -v*- ■w EMHUIZER 1872, f'. T \j I 1; BIIÜWS- ER- DONDERDAG Dit blad verschijnt elke week des DONDERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ 0.65 Franco per post „0.75. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post¬ directeuren. Brieven franco aan den Uitgever J. GROOT. ADVERTENTIEBLAD 18 JANUARI. De prijs der Advertentien van 1—6 regels is 60 centen; voor eiken regel meer 10 centen. Vóór Dinsdag middag 12 uur gelieve men de Advertentien in te zenden. Ingezonden stukken .minstens één dag vroeger. kennisgeving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge¬ meente Enk hui zen, gelet op de art. 26 en 99 der wet van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.) Brengen ter kennisse van de daarbij belangheb¬ benden, dat het inschrijvingsregister der Nationale Militie met de Alphabetische naamlijst, voor de ligting van 1872, van heden tot en met den twintig¬ sten aanstaande (de Zondag daarvan uitgezonderd,) van des voormiddags 10 tot des namiddags_ 1 ure, ter Secretarie dezer gemeente voor elk en een iegelijk ter lezing is nedergelegd en dat zij, die daartegen be¬ zwaren mochten hebben, deze binnen den termijn daar¬ van voor de ternederlegging bepaald, door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoek¬ schrift, op ongezegeld papier, doch behoorlijk getee- kend, bij den Burgemeester moeten inbrengen, die het vervolgens terstond tot het doen eener uitspraak aan Heeren Gedeputeerde Staten opzendt. Ekkhtjizek, den 11 Januari 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BRUIJNIS. De Secretaris, RIJXEN ENGELSMAN. Vérkottpiag te EEssklisalzesB VAK eenice Linden en IJpenboomen, op WOENSDAG den 24 Januari 1872 des voormid¬ dags ten 11 ure, aanvangende achter de Drie Banen. ZEGT HET VOORT. De nationale gedenkdagen «le®es jaars. In ons laatstvoorgaand artikel wezen wij op de nuttige strekking der viering van nationale gedenk¬ dagen in het algemeen. Maar mogen wij nu zulk eene strekking ook toekennen aan de gedenkdagen, die op dit oogenblik in aantocht zijn? De oplossing van eene vraag als deze, eene vraag, die in on¬ zen tijd eigenlijk niet meer moest behoeven gesteld te worden, hangt in ons oog geheel af van het ant¬ woord op deze wedervraag: zijn die dagen ware nationale gedenkdagen, al dan niet? Kan de Neder- landsche natie als natie aan de viering daarvan deel¬ nemen, of strekken zij tot herinnering aan zekere ge¬ beurtenissen, die alleen voor deze of gene partij ten onzent waarde en beteekenis hebben, en door wier herdenking derhalve oude veeten slechts kunnen worden opgerakeld ? Het laatste wordt, gelijk wij weten, door sommigen beweerd, die zich in weerwil daarvan voorstanders van Oranje helaas een wat al te veel totwit-geel verbleekt Oranje! noemen. Wij, echter, voor ons schromen niet dezulken in het aangezicht te weer¬ spreken. Wij doen dat met het oog zoowel op de feiten, die herdacht staan te worden, als op do stem¬ ming waarin door de groote meerderheid van het Neder- landsche volk van dezen tijd daarop wordt teruggezien. Wat ons door dagen als 1 April, 21 Mei enz. in het geheugen geroepen wordt, is nietAle overwinning van de eene partij op de andere; er bestonden in 1572 zelfs geene eigenlijke partijen in ons land, en de Spaan- sclie dwingelandij vond hare tegenstanders onder roomschen en onroomschen beiden; het is eenig en alleen de grondvesting van Nederlands staatkundige onafhankelijkheid. Spaanscligezind was in 1572 nau- welijksch iemand meer in ons geheele vaderland. De bloedplakkaten en moordschavotten, waaraan de on- scliuldigsten vaak slechts konden ontkomen door zich in ballingschap te begeven, en waardoor onophoudelijk schrik en angst in allerlei kringen verspreid werden, waren meer dan voldoende geweest om in het gemoed van den" landzaat alle liefde uit te dooven voor het op 't Escuriaal gezetelde schrikbewind. Men snakte algemeen naar lucht en vloekte weinig minder alge¬ meen den man, die onze vrijheden één voor één vertrapte, onze privilegiën schond, door het opleggen van ondra¬ gelijke lasten, gelijk door de inlegering zijner woeste krijgsbenden, ons meende te moeten straffen voor het¬ geen in zijn oog een misdaad was, doch eene misdaad, die in elk geval slechts het geweten betrof en waar¬ voor men dus, ook naar het reeds toen meer en meer veldwinnend geloof, alleen tegenover God verantwoor¬ delijk gesteld kon worden. Het eenige, althans voornaamste, verschil betrof de vraag, die ook later nog in de Engelsche geschiedenis zoozeer op den voorgrond trad, of men wel recht had tegen zijn wet¬ tigen vorst in opstand te komen. De meer bezadigde lieden, vooral onder hen die in regeeringscollegies ge¬ zeten waren, meenden op die vraag een bepaald ont¬ kennend antwoord te moeten geven, 't Was dan ook eenvoudig een concessie aan de voorstanders van dit gevoelen, dat, nog nadat de vaan van den opstand reeds lang ontrold was, alle wetten en besluiten hier te lande nog in naam van den koning van Spanje wer¬ den uitgevaardigd. Daarover echter was men 't schier algemeen eens, dat het niet kon blijven zooals het was; dat de toestand door al het voorafgegane onhoudbaar was geworden, en dat óf de regeering met hare on- menschelijke dwangmaatregelen moest wijken, óf dat men daar tegenover tot een, hetzij dan lijdelijk of daad¬ werkelijk, verzet de toevlucht moest nemen. Onder zulke omstandigheden nu moest het wel tot het laatste komen, en Goddank! zeggen wij, kinderen van een latei- geslacht, dal het er toe gekomen is. Ai keuren wij ook niet onvoorwaardelijk goed al wat ten gevolge daar¬ van op onzen bodem is voorgevallen, wij zijn en blijven toch vau ganscher harte erkentelijk voor de uitkomst, waartoe het besluit onzer vaderen om Span- je's dwangjuk af tc schudden onder hooger bestuur heeft geleid. Wij verheugen ons nog steeds over de inneming van den Briel, al was die dan ook aan „boeven en piraten" te danken, omdat zij het eej-ste sein tot den meest gewettigden opstand ook aan an¬ dere steden gegeven heeft. Wij verheugen ons over het besluit van Enkhuizens burgerij om de Spaansche zijde te verlaten en die van den Prins te kiezen, om¬ dat haar moedig voorbeeld een even heilzamen als krachtigen invloed heeft geoefend op de bevrijding van geheel ons overige vaderland. Wij denken aan deze en meer dergelijke gebeurtenissen nog met zekeren trots terug, en meenen dat dit door allen gedaan zal worden, onverschillig tot welke staatkundige of kerkelijke partij zij behooren, in wie een echt Neder- landsch harte klopt 'en die daarom uit volle borst kunnen instemmen met het lied, waarmede onze jong¬ ste meeting zoo eigenaardig besloten werd: Wij leven vrij, Wij leven blij, Op Neerlands dierbren grond, enz. u i i e ii I a n d S®»rf|S- De Keizer van Brazilië en zijne gemalin houden zich nog steeds te Parijs op. Zondag ji. heeft de Keizer met zijnen behuwdbroeder, den Prins van Joinville, bij den President Thiers liet middagmaal gebruikt. Het dinér is door eene schitterende receptie gevolgd, die door de genoemde vorstelijke personen insgelijks is bijgewoond. Naar door een te Versailles gevestigden berichtgever van 1' Indépendance Beige gemeld wordt, heeft Keizer Dom Pedro den mede te¬ genwoordig zijn'den minister J. Simon geluk gewenscht met de door hem ingediende wet op het lager onderwijs, en er zijne bevreemding over te kennen gegeven, dat die voordracht zoo veel tegenstand ontmoet. Verschei¬ dene Afgevaardigden hebben, zegt de correspondent, bij die gelegenheid met verwondering uit 's Keizers mond vernomen, dat het onderwijs in Brazilië ver¬ plichtend is en kosteloos wordt gegeven. Twee dagen vroeger heeft de Keizer de zitting van het Parijsche Acclimatatie-Genootschap bijgewoond, De president Drouyn de Lhuys heeft in zijne korte toespraak tot den vorstelijken gast te kennen gegeven, dat men, bij diens ontvangst, overeenkomstig zijn ver¬ langen, alle ceremonieel achterwege had gelaten. „In niets (zeide hij) wordt van de steeds gevolgde gewoonte afgeweken; er is slechts een doorluchtig geleerde te meer in ons midden tegenwoordig. Andere Vorsten kwamen weleer onzen luister aanschouwen en deel aan onze feesten nemen. Gij echter, Sire! komt, uu onze glans verdwenen is, in Frankrijk het genot zijner intellectueele schatten zoeken, die zijnen bloei en zijne weelde overleefd hebben, gelijk de ziel het lichaam overleeft." Maandag jl. heeft de Keizer van Brazilië een door¬ liet Parijsche Genootschap voor den vrijen handel ge¬ geven feestmaal bijgewoond en op den hem daarbij door den president 'dier Vereeniging, den heer Passy, wegens zijne vrijzinnige handelspolitiek toegebrachten lof geantwoord, dat deze niet hem, maar alleen het door hem geregeerde land kon gelden, 't welk met ijver en belangstelling de stappen gadesloeg, die dooi¬ de op het gebied van den vrijen handel het verst ge¬ vorderde Staten werden gedaan, en dat voorbeeld trachtte na te volgen. Wersaallcs, 10 jan. In de zitting der Nationale Vergadering van heden heeft de heer Buisson rapport uitgebracht over het voorstel van den Afgevaardigde Duchatel omtrent de verplaatsing der Vergadering en van het Gouvernement naar Parijs. De met 20 tegen 10 stemmen vastgestelde conclusie der commissie strekt om het voorstel niet in overweging te nemen. BerElfal. Op verzoek van den minister van Oorlog- heeft de minister van Koophandel, naar de Kreuz- Zeitung meldt, gelast, dat voor het transport der re¬ kruten', die het occupatieleger in Frankrijk moeten aanvullen, niet zoogenaamde militaire transportwa¬ gens gebruikt zullen worden, die niets anders zijn dan voor het vervoer van militairen eenigszins in¬ gerichte goederenwagens, maar gewone wagens dei- Me klasse. Voorts bericht de genoemde courant, dat de minister van Oorlog een uit 6 wagens bestaanden „saniteitstrein"