Tekstweergave van EC_1871_12_28_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
het
rechtsgeding
tegen
Brigham
Young,
wegens
veel¬
wijverij,
gisteren
aanvangen.
De
President
zegt
in
zijne
Boodschap
nadrukkelijk,
dat
de
veelwijverij
in
de
Vereenigde-Staten
moet
worden
uitgeroeid,
en
dat
de
Mormonen
niet
wegens
hunne
godsdienstige
leer¬
stellingen,
maar
wegens
de
barbaarsche
gruwelen,
welke
zij
onder
den
dekmantel
hunner
godsdienst
ple¬
gen,
worden
vervolgd
en
hij
oppert
het
denkbeeld,
dat
het
Congres
eene
wet
zal
uitvaardigen,
inhouden¬
de
dat
alle
kinderen,
welke
voor
een
in
de
wet
vast
gestelden
termijn
in
Utah
geboren
zijn,
zullen
kun¬
nen
gewettigd
worden.
—
Richard
B.
Conollij,
de
gewezen
controleur
der
financien
van
Nieuw-York,
die,
wegens
verduistering
var,
gelden
uit
de
schatkist
der
stad,
door
het
„co¬
mité
der
70"
vervolgd
wordt,
is,
daar
hij
de
van
hem
geëischte
borgstelling
van
één
millioen
dollars
niets
heeft
kunnen
vinden,
in
hechtenis
genomen.
Ook
te¬
gen
Hall,
den
mayor
der
stad,
is
dergelijk
geding
aangevangen,
en
ook
dit
lid
der
Tammany-club
doet
tot
dus
vei'
vergeefsche
pogingen
om
eene
borgstel¬
ling
tot
een
gelijk
bedrag
te
vinden.
Bij
het
door
den
minister
J.
Simon
in¬
gediende
wetsontwerp
op
het
lager
onderwijs
wordt
bepaald,
dat
alle
kinderen
van
beiderlei
kunne,
die
den
ouderdom
van
zes
jaren
bereikt
en
dien
van
dertien
jaren
nog
niet
voleindigd
hebben,
hetzij
in
de
gemeenteschool,
hetzij
in
eene
bijzondere
school
of
wel
aan
huis
een
minimum
van
onderwijs,
de
verplichte
vakken
omvattende,
moeten
ontvangen,
waarvan,
aan
het
einde
van
elk
wettelijk
schooltijd¬
vak
bij
een
examen
zal
moeten
blijken.
Kinderen,
buiten
het
gezin
in
fabriek
of
op
het
land
gebezigd
wordende,
zullen,
op
machtiging
van
den
geweste¬
lij
ken
Raad,
op
zekere
tijden
des
jaars
met
het
bij¬
wonen
van
eene
enkele
schoolklasse
daags
kunnen
volstaan.
Tot
de
plaatselijke
school-commissien
zullen,
behalve
de
maire
en
de
pastoor
of
predikant,
o.
a.
behooren
drie
vaders
van
huisgezinnen,
van
welke
er
minstens
één
lid
van
den
Gemeenteraad
moet
zijn.
Wanneer
een
kind
driemalen
in
eene
maand
zonder
wettige
verontschuldiging
van
de
school
wegblijft,
zal
de
vader,
voogd
of
verzorger
voor
de
schoolcommissie
moeten
verschijnen,
om
aan
zijnen
plicht
herinnerd
te
worden.
Bij
herhaling
zal
do
commissie
de
namen
der
overtreders
veertien
dagen
of
eene
maand
lang
aan
de
pui
der
mairie
kunnen
doen
ten
toon
hangen
of
wel
de
bedeeling
dier
personen
doen
inhouden.
Bij
vernieuwde
overtreding
zal
aan
de
schuldigen
door
den
vrederechter
eene
geldboete
van
één
tot
tien
fr.
worden
opgelegd,
die
bij
verder
verzuim
ver¬
dubbeld
zal
worden,
en
bij
verdere
herhaling
dei-
overtreding
zal
de
correctioneele
rechtbank
eene
geld¬
boete
van
twintig
tot
vijftig
fr.
kunnen
opleggen,
die
bij
volharding
in
het
verzuim
insgelijks
zal
kunnen
worden
verdubbeld,
al
dan
niet
met
intrekking
der
burgerschapsrechten
voor
don
tijd
van
drie
jaren
of
van
de
bevoegdheid
om
gedurende
een
gelijk
tijds¬
verloop
als
arbeider
of
in
eenige
andere
betrekking
in
Rijkswerkplaatsen
te
worden
geömployeerd.
Wordt
het
kind,
buiten
liet
gezin,
in
fabriek,
werkplaats
of
boerenbedrijf,
gebezigd,
dan
kunnen
aan
de
in
ge¬
breke
blijvende
meesters
of
patroons
dezelfde
straffen
worden
opgelegd.
Aan
dertienjai
ige
kinderen,
die
van
hun
zesde
jaar
af
geregeld
de
openbare
of
bijzondere
school
hebben
bezocht
of
die
geregeld
huisonderwijs
hebben
genoten
zal
door
de
schoolcommissie
een
getuigschrift
worden
afgegeven.
Blijkt
het
bij
het
daartoe
attencmen
exa¬
men,
dat
de
huisleerling
geen
voldoend
onderricht
ge¬
noten
heeft,
dan
kan
de
correctioneele
regtbank,
op
verzoek
der
commissie
of
van
den
schoolinspecteur,
aan
de
in
gebreke
zijnde
ouders
het
maximum
dei-
voornoemde
geldboeten
en
straffen
opleggen.
Te
be¬
ginnen
met
1880,
zal
geen
burger,
den
ouderdom
van
21
jaren
bereikt
hebbende,
op
de
kiezerslijsten
kun¬
nen
worden
gebracht,
wanneer
hij
het
bedoelde
certi¬
ficaat
niet
kan
overleggen,
tenzij
hij
in
de
mairie,
in
tegenwoordigheid
van
den
maire
en
van
twee
Raads¬
leden
eigenhandig
een,
aan
den
Raad
gericht
verzoek
schrijve
om
alsnog
op
die
lijst
te
worden
opgenomen.
Bij
het
openvallen
een
er
onderwijzersplaats
zal
aan
den
Gemeenteraad
moeten
gevraagd
worden,
of
de
directie
der
school
aan
een
wereldlijken
onderwijzer,
dan
wel
aan
een
lid
eener
congregatie
moet
worden
opgedragen;
op
de
deliberatie
van
den
Gemeenteraad
zal
het
advies
van
den
departementalen
Raad
en
van
den
departementalen
inspecteur
worden
ingewonnen;
bij
verschil
van
gevoelen
hangt
de
beslissing
van
den
Hoogen
Raad
voor
het
openbaar
onderwijs
af.
—
Van
1
Januari
1876
af,
zal
niemand
met
de
leiding
eener
school
meer
kunnen
worden
belast,
die
niet
de
acte
van
bekwaamheid,
vermeld
bij
de
wet
van
15
Maart
1850,
kan
overleggen.
Geestelijke
zusters,
die
op
ge¬
noemd
tijdstip
vier
jaren
lang
het
beroep
van
onder¬
wijzeres
hebben
uitgeoefend,
zijn
van
het
overleggen
dier
acte
ontheven.
—
In
elk
der
departementen
zal
eene
kweekschool
voor
onderwijzers
en
eene
voor
onder¬
wijzeressen
moeten
bestaan.
De
minister
van
Onderwijs
zal
echter,
op
eene
daartoe
door
de
betrokken
geweste¬
lijke
besturen
te
doene
aanvraag,
kunnen
vergunnen
om
zoodanige
scholen
voor
meer
dan
één
departement
te
doen
dienen.
—
Het
Journal
des
Débats
wenscht
de
Prinsen
van
Orleans
geluk
met
hun
besluit
om
in
de
Natio¬
nale
Vergadering
zitting
te
nemen,
waardoor
zij
een
einde
gemaakt
hebben
aan
een
onregelmatigen'
staat
van
zaken,
welks
voortduring
door
geenerlei
belang
werd
gevorderd.
—
Le
Siècle
zegt,
dat
de
Prinsen
het
bewijs
hebben
geleverd,
dat
zij
zich
weinig
sto¬
ren
aan
aangegane
verbindtenissen.
Versailles,
19
Dec.
De
heden
gehouden
zit¬
ting
*der
Nationale
Vergadering
werd
door
de
Prin¬
sen
van
Orleans
bijgewoond,
die
in
het
rechter
cen¬
trum
hunne
plaatsen
gekozen
hadden.
—
Het
eindcijfer
der
begrooting
van
uitgaven
voor
1872
beloopt
2415
millioen
fr.,
waaronder
niet
be¬
grepen
zijn
de
uitgaven
voor
de
departementale
administratie,
noch
eenige
transitoire
uitgaven,
die
met
den
jongsten
oorlog
in
verband
staan.
Het
ver¬
schil
tusschen
dit
eindcijfer
en
dat
der
onder
het
Keizerrijk
vastgestelde
begrooting
van
uitgaven
voor
1871
is
op
563
millioen
fr.
begroot,
zoodat
er
vermoedelijk
een
overschot
van
14
millioen
op
de
dienst
zal
zijn.
Het
verschil
tusschen
de
middelen
van
1871
en
1872
bedraagt
548
mill.,
terwijl
bovendien
eene
mindere
opbrengst
der
belastingen
van
100
millioen,
ten
gevolge
van
het
verlies
van
den
Elzas
en
van
Lotharingen
als
anderzins,
te
gemoetgezien
wordt,
zoodat
de
meerdere
last,
welken
de
belastingschuldigen
in
1872,
in
vergelijking
van
1871,
te
dragen
zullen
hebben,
ongeveer
650
millioen
fr
bedraagt,
waaronder
echter
begrepen
zijn
200
millioen
voor
amortisatie
van
staatsschuld
en
38
millioen
wegens
gedeeltelijke
aflossing
der
schuld
van
den
Staat
aan
de
departe¬
menten,
ter
zake
van
voor
de
gemobiliseerde
nationale
garden
gedane
uitgaven.
—
De
fransche
Regering
heeft
eene
commissie
benoemd,
welke
eerstdaags
in
het
gebouw
der
pre¬
fectuur
te
Arras
zal
vergaderen,
ten
einde
een
onder¬
zoek
te
doen
aangaande
het
plan
eener
nieuwe
stoom¬
vaart
tusschen
het
Admiraliteitshoofd
te
Dover,
en
eene
nieuwe,
te
Calais
aanteleggen
haven.
Aan
het
hoofd
der
voorgenomene
onderneming
staat
de
heer
Dnpuy
de
Lhöme,
handelende
in
zijn
eigen
naam,
en
in
naam
der
Maatsahappij
van
smederijen
en
timmer¬
werven
der
Middellandsche-zee
en
van
andere
maat-
sohappijen
van
gelijken
aard.
De
hoofdtrekken
van
het
plan
zijn
het
bouwen
van
drie
stoombooten
en
het
aanleggen
der
bedoelde
haven.
De
stoombooten
zullen
45Ö
voeten
lang
en
50
voeten
breed
zijn,
en
zullen
elk
een
spoortrein
van
30
wagens
kunnen
opnemen
en
overvoeren;
de
overtoeht
zal
bij
goed
weder
in
één
uur
en
tieu
minuten
kunnen
geschieden,
en
men
stelt
zich
voor
2680
personen
en
2640
ton
goederen
per
dag
te
zullen
kunnen
overbrengen.
De
ontwerpers
vragen
van
de
fransche
Reegering:
1°
machtiging
tot
het
bouwen
van
eene
zee-station
of
dok,
op
eigen
risico;
2°
dat
de
brug,
welke
dit
dok
met
de
kust
eu
met
den
franschen
Noorder-spoorweg
verbinden
zal,
zal
worden
gebouwd
op
kosten
betzij
van
het
Rijk,
hetzij
van
de
Noorder-Spoorweg-Maat-
schappij;
3°
dat
de
fransche
Regeering
hare
goede
diensten
znl
leenen
ten
einde
de
Engclsche
regeering
overtehalen
om
te
Dover
de
werken
te
doen
uitvoeren,
welke
noodig
zijn
voor
het
inschepen
en
ontschepen
der
door
de
stoomponten
overtebrengen
spoortreinen;
4°
dat
de
fransche
Regeering
een
mail-contract
zal
sluiten
voor
den
tijd
van
20
jaren,
en
met
een
jaarlijksch
subsidie
van
230,000
fr.
De
ontwerpers
hopen
der¬
gelijke
contract
met
de
engelsche
Regeering
te
zullen
sluiten,
en
in
twee
en
een
half
jaar
met
de
uitvoering
van
het
plan
gereed
te
zullen
zijn.
—
Bij
den
brand,
die
dezer
dagen
in
de
vermaar¬
de
manufacturen-Magasins
du
Louvre
te
Parijs
uitbrak
gaf
een
der
directeuren,
de
heer
Hóriot
een
merkwaar¬
dig
voorbeeld
van
koelbloedige
beradenheid.
Hij
woont
niet
aan
het
magazijn,
en
een
der
bedienden
ging
hem
derhalve
aan
zijn
domicilie
de
ramp
verkondigen
In
het
schrijfvertrek
van
den
heer
Hériot
toegelaten,
deel¬
de
hij
hem
in
de
grootste
ontsteltenis
mede
„dat
de
afdeeling
der
zijden
stoffen
no.
47
in
lichtelaaije
vlam
stond!"
„Zoo
no.
47?"
was
al
wat
de
directeur
ant¬
woordde,
terwijl
hij
bedaard
eene
pen
opnam
en
het
volgende
telegram
schreef:
„Aan....,
te
Lyon.
Zend
onmiddelijk
per
eersten
sneltrein
al
wat
gij
van
zijde
no.
47
beschikbaar
hebt."
Breng
die
dépêche
dadelijk
aan
het
telegraafkantoor,
voegde
hij
er
bij,
en
de
bediende
vertrok.
De
tweede
jobsbode,
die
spoedig
volgde
en
hem
den
brand
van
een
ander
deel
der
ma¬
gazijnen
kwam
mededeelen,
werd
op
dezelfde
wijze
aangehoord
en
met
de
expeditie
van
een
telegram
be¬
last.
En
zoo
vervolgens.
Toen
de
brand
gebluscbt
was,
waren
inmiddels
de
sneltreinen
met
de
bestelde
goederen
aangekomen,
de
balen
ontpakt,
al
het
ver¬
nielde
was
geremplaceerd
en
de
zaken
ondervonden
geen
oogenblik
stagnatie,
dank
zij
dei'
echt
praktische
handelwijze
van
den
koelbloedigen
directenr.
W'Sïeaaesa.
18
December.
De
verkiezingen
voor
de
vijf
Landdagen,
die
door
het
ministerie-Auer-
sperg
onmiddelijk
na
zijn
optreden
ontbonden
waren,
zijn
afgeloopen,
en
de
uitslag
is,
dat
de
duitscli-libe-
rale
partij
in
drie
Landdagen,
die
van
Moravie,
Boven-
Oostenrijk
en
do
Bukowina,
de
meerderheid
verkregen
heeft;
in
Krain
en
Vorarlberg
daarentegen
is
de
meerderheid
natiouaal-clericaal
gebleven.
Deze
Land¬
dagen
hebben
nog
geene
Afgevaardigden
voor
den
Rijksraad
gekozen,
—
zij
komen
eerst
heden
bijeen;
maar
men
berekent,
dat
omstreeks
100
stemmen
in
den
Rijksraad,
welke
den
27sten
April
zal
bijeenkomen,
voor
de
Verfassungs-partij,
ruim
70
voor
de
federa¬
listen
zullen
zijn;
ongeveer
20
zetels
zullen,
naar
men
meent,
ledig
blijven,
daar
er
tot
dus
ver
geene
reden
bestaat
om
aan
te
nemen,
dat
de
ezechische
Afge¬
vaardigden
aan
hun
beginsel
ontrouw
zullen
worden
en
den
Rijksraad
erkennen
door
zitting
te
nemen.
Bij
de
bovenstaande
berekening
zijn
de
38
stemmen
der
Polen
onder
de
federalisten
begrepen.
Zonder
hen
zal
de
Regeering
over
eene
meerderheid
in
den
Rijks¬
raad
kunnen
beschikken,
maar
om
'2/a
der
stemmen,
noodig
tot
het
brengen
van
veranderingen
in
de
Constitutie,
voor
hare
plannen
te
winnen,
zal
de
Regeering
de
medewerking
der
Polen
niet
kunnen
ontberen,
en
het
is
te
verwachten,
dat
dezen
van
de
gelegenheid
gebruik
zullen
maken
om
hunne
eischen
niet
al
te
laag
te
stel¬
len.
Voorts
maakt
men
op
die
berekening
de
aanmer¬
king,
dat
het
nog
lang
niet
zeker
is,
of
de
Czechen
bij
de
voor
Bolieme
uitgeschreven
rechtstreeksche
ver¬
kiezingen
niet
meer
dan
20
mandaten
zullen
verkrij¬
gen.
De
bolieemsch
e
groote
grondbezitters
verkiezen
heden
hunne
Afgevaardigden.
Derlfjn,
19
December.
Uit
Weenen
wordt
aan
de
Augsburgsche
Allgemeine-Zeitung
verzekerd,
dat
zich
sedert
eenigen
tijd
aan
het
italiaansche
Hof
eene
geneigdheid
openbaart
om
tot
eene
goede
verstand¬
houding
met
den
Paus
te
geraken
en
te
dien
einde
verzoenende
stappen
te
doen.
Ter
bevestiging
van
dat
onder
den
16den
dezer
medegedeelde
bericht,
zegt
de
berichtgever
der
genoemde
courant,
onder
dagteeke-
ning
van
den
17den
te
kunnen
melden,
dat
Koning
Victor
Emmanuel
gelast
heeft,
dat
de
italiaansche
wachtpost,
„die
tot
dus
ver
ten
spijt
van
alle
vertoo-
gen
aan
den
ingang
van
het
Vaticaan
gehandhaafd
was",
onmiddelijk
zal
worden
ingetrokken.
Voorname¬
lijk
echter
ten
gevolge
van
het
heerschen
van
die
stemming,
zou
het
tegenwoordige
italiaansche
ministe¬
rie,
naar
de
berichtgever
meent,
weldra
zijn
ontslag
nemen.
—
De
Kreuz-Zeitung
is
in
staat
gesteld
om
de
nota
openbaar
te
maken,
welke
de
rijks-kanselier,
prins
Bismarck,
aan
den
gezant
graaf
von
Arnim
te
Parijs
gericht
heeft
ter
zake
van
de
vrijspraak,
die
aan
twee
moordenaars
van
Duitsche
soldaten,
aan
Bertin
te
Melun
en
aan
Tonnelet
te
Parijs,
ten
deel
gevallen
is.
De
nota
is
gedagteekend
van
7
Decem¬
ber
1871.
Prins
Bismarck
wijst
er
herhaaldelijk
op,
dat
de
Duitsche
regeering
er
ver
van
verwijderd
is
om
de
Fransche
regeering
in
eenig
opzicht
verantwoordelijk
te
stellen
voor
de
uitspraken
der
gezworenen
te
Melun
en
te
Parijs.
Hij
wenscht
alleen,
dat
de
gezant
over
deze
aangelegenheid
met
den
minister
de
Rémusat
zal
spreken
om
het
verwijt
te
voorkomen,
dat
de
Duitsche
regeering
haar
oordeel
over
de
gevolgen,
die
zich
aan
eene
herhaling
van
dergelijke
feiten
konden
vastknoopen,
niet
tijdig
kenbaar
had
gemaakt.
De
meening
der
Duitsche
regeeiing
wordt
vervol¬
gens
in
dezer
voege
uiteengezet.
Voor
het
geval
dat
de
daders
van
dergelijke
misdrijven
voortaan
in
handen
der
duitsche
overheden
vallen,
verzekert
de
staat
van
beleg,
waarin
de
geoccupeerde
departemen¬
ten
verkeeren,
eene
rechtvaardige
rechtspleging
en
worden
alle
moeielijkheden
van
internationalen
aard
vermeden.
Maar
voor
-
het
geval
dat
de
daders
in
handen
der
fransche
overheden
vallen
en
de
uitleve¬
ring
geweigerd
werd,
zou
de
duitsche
Regeering
ge¬
noodzaakt
zijn,
fransche
burgers
als
gijzelaars
naar
Duitschland
te
voeren
„en
in
het
uiterste
geval
trach
ten
door
nog
verder
gaande
maatregelen
haar
verlan
•
gen
te
doen
vervullen."
Toen
de
uitlevering
van
Bertin
en
Tonnelet
geweigerd
werd,
had
de
duitsche
Regeering,
in
het
vertrouwen
op
de
fransche
rechts¬
pleging,
niet
op
haar
verlangen
nader
aangedrongen
;
voortaan
evenwel
zou
zij
wegens
de
verontwaardiging
der
duitsche
natie
over
het
gebeurde
dergelijke
ge¬
matigdheid
niet
in
acht
kunnen
nemen.
Prins
Bismarck
brengt
vervolgens
in
herinnering,
dat
de
jongste
onderhandelingen
met
den
minister
Pouyer
Quertier
gevoerd
zijn
in
het
vertrouwen,
dat
ook
de
thans
nog
geoccupeerde
departementen
vroeger
ontruimd
zouden
kunnen
worden
dan
in
het
vredes-
tractaat
bepaald
is.
Die
mogelijkheid,
zegt
de
Rijks¬
kanselier,
is
op
den
achtergrond
getreden,
nu
het
gebleken
is,
welke
stemming
jegens
Duitschland
ook
in
de
meer
ontwikkelde
kringen
in
Frankrijk
heerscht:
welke
verbittering
er
bestaat
over
het
feit,
dat
Duitsch¬
land
zich
zegevierend
verdedigd
heeft
toen
het
ten
vorigen
jare
zonder
reden
door
Frankrijk
werd
aan¬
gevallen,
tot
zelfs
in
die
kringen,
waartoe
de
ge¬
zworenen,
de
ambtenaren
van
het
openbaar
ministe¬
rie,
de
advocaten
en
de
rechters
behooren,
niet
min¬
der
ook,
daar
het
gebleken
is,
dat
de
vrienden
des
rechts
en
der
orde
in
de
fransche
dagbladpers
zich
niet
sterk
genoeg
gevoeld
hebben
om
het
gedrag
dei-
gezworenen,
der
bij
bet
gebeurde
te
Melun
en
te
Pa¬
rijs
betrokken
rechtsgeleerden
en
van
het
toejuichende
publiek
openlijk
af
te
keuren,
„De
weinige
stemmen,"
zegt
prins
Bismarck
ten
slotte,
„die
den
moed
tot
eene
schuchtere
afkeuring
gehad
hebben,
beroepen
zich
slechts
op
het
utiliteits-argument,
dat
de
Duitschers
door
hunne
occupatie
thans
nog
in
staat
zijn
Frank¬
rijk
te
benadeelen,
maar
geenszins
op
het
feit,
dat
de
wijze
van
rechtspraak,
die
plaats
gevonden
heeft,
met
de
eeuwige
beginselen
van
rechtvaardigheid,
van
staats-