Tekstweergave van EC_1871_01_05_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vrie
blo<
vloi
van
die
pol
zal
op
bui
sec
kw
vol
lijl
da
tot
ka
da
ge
be
ze
he
vc
di
n?
f>]
P
wijze
voortaan
natelaten,
zullen
de.
groote
forten
bij
Metz
thans
voor
het
opnemen
der
gevangenen
mede
gebruikt
worden.
Omstreeks,
12,000
of'
14,000
fran¬
sehe
gevangenen
zal
men
in
deze
forten
en
andere
openbare
gebouwen
van
Metz
onder
dak
kunnen
hrengen,
en
hunne
bewaking
levert
aldaar
geene
grootere
bezwaren
op
dan
in
eene
duitsche
vesting.
Het
aantal
gevangenen,
die
in
de
verschillende
ge¬
vechten
bij
Orleans,
Beaugeney,
Parijs,
Amiens
en
Rouaan
door
onze
troepen,
van
27
November
tot
nu
toe,
gemaakt
zijn,
schat
men
op
20,000
man.
Vele
van
deze
ongelukkigen
komen
ziek,
door
koude
en
honger
half
uitgeput,
ligt
gekleed,
dikwijls
zon¬
der
schoenen
en
kousen
hier
door.
Zelfs
bij
den
veldtocht
van
1812
in
Rusland
kan
de
jammer
en
ellende
niet
veel
grooter
geweest
zijn,
dan
men
hier
dagelijks
moet
aanschouwen.
Ook
onder
de
arme
bevolking
van
Frankrijk
neemt
de
honger
en
ellende
telkens
toe;
scharen
van
bedelaars
trekken
reeds
rond,
en
indien
de
strenge
koude
nog
lang
aanhoudt,
wordt
de
toestand
vreeselijk."
-
Te
Keulen
is
een
koopman
gearresteerd,
die
het
ongeluk
had
op
zijne
declaratie
van
te
ontvangen
goe¬
deren
cachepots
met
chassepots
te
verwisselen.
Na
opheldering
werd
de
man
vrijgelaten.
-
In
een
stadje
in
den
Elzas
komt
om
de
drie
dagen
eene
courant
uit,
welke
in
do
twee
talen
moet
geredigeerd'lfzijn.
De
Pruisische
kommandant
is
met
de
censuur
belast
en
hij
leest
dan
ook
trouw
het
Duitsche
gedeelte
van
het
blad;
want
Fransch
verstaat
hij
niet.
Hoe
de
redacteur
zich
van
zijne
taak
kwijt,
moge
blijken
uit
het
volgend
voorbeeld.
Men
leest
in
de
Duitsche
kolom:
Fransehe
kolom:
De
laatste
uitval
der
De
laatste
uitval
der
Parij
zenaars
heeft
het
Parijzenaars
heeft
aan
insluitingsleger
nog
na¬
der
bij
do
stad
gebracht.
De
troepen
hebben
eene
duchtige
nederlaag
ge¬
leden
van
de
dappere
Wurtembergers.
Gene¬
raal
Duerot
is
gesneu¬
veld.
Z.
M.
dc
Koning
van
Pruisen
heeft
dat
bericht
geseind
aan
Ko¬
ningin
Augusta.
het
insluitingsleger
zwa¬
re
verliezen
berokkend.
De
troepen
hebben
eene
duchtige
nederlaag
toe¬
gebracht
aan
de
Wur¬
tembergers.
Generaal
Duerot
heeft
zijn
eed
gehouden.
Z.
M.
de
Ko¬
ning
van
Pruissen
zal
dit
wel
niet
seinon
aan
Ko¬
ningin
Augusta.
Dc
kommandant,
na
kennis
genomen
te
hebben
van
de
Duitsche
kolommen,
vindt
dat
de
courant
in
goeden
zin
wordt
geschreven
en
steekt
zijn
grootste
Duitsche
pijp
op.
De
Fransehe
abonnés
nemen
met
den
dag
toe,
en
de
kommandant
acht
dit
een
bewijs
voor
de
goede
gezindheid
der
Elzassers.
ISerSÜBï,
27
December.
De
maatregelen,
in
den
jongsten
tijd
genomen,
niet
slechts
om
het
leger
vol¬
tallig
te
houden,
maar
ook
om
de
manschappen
te
verkrijgen,
vereischt
ter
bewaking
van
de
zich
steeds
verder
uitstrekkende
etappen-wegen,
voor
het
bezet¬
ten
van
vestingen,
voor
het
waarnemen
van
de
gar¬
nizoensdienst
in
Duitschland
en
voor
het
toezicht
op
de
krijgsgevangenen,
zijn,
gelijk
reeds
van
tijd
tot
tijd
gemeld
is
van
ontzaglijken
omvang.
Thans
ver¬
neemt
men,
dat
ook
de
jonge
manschappen,
die
in
den
afgeloopen
herfst
dienstplichtig
geworden
zijn,
reeds
volkomen
zijn
geoefend,
zoodat,
behalve
de
manschap¬
pen
der
oudere
jaargangen
van
de
landweer,
die
voor
het
meerendeel
reeds
opgeroepen
zijn,
thans
alleen
aan
jonge
manschappen
met
den
lsten
Januari
145,000
man
nieuwe
troepen
beschikbaar
zullen
zijn.
Indien
men
aan
sommige
berichtgevers
geloof
moet
schenken,
zijn
de
verliezen
ten
gevolge
van
ziekten
en
vermoeienis
hij
enkele
troepen-afdeelingen
zeer
groot.
„Ik
wil
slechts
één
voorbeeld
aanvoeren
(schrijft
een
hier
gevestigd
berichtgever)
:
een
regiment
infanterie,
dat
uit
de
forsche
zonen
van
Achter-Pom-
meren
gerecruteerd
wordt,
heeft
in
de
verschillende
gevechten
niet
meer
dan
2
officieren
en
20
man
ver¬
loren.
Toen
het
uitruk!
e
was
het
voltallig
(3000
man);
in
den
loop
van
den
veldtocht
heeft
het
meer
dan
900
man
reserve
ontvangen,
maar
thans
is
het
niet
meer
voltallig;
meer
dan
900
dapperen
derhalve,
die
door
de
fransehe
kogels
gespaard
waren,
zijn
het
slachtoffer
geworden
van
de
vermoeienissen
van
de
belegeringsdienst
voor
Metz
en
Parijs."
29
December.
Men
heeft
hier
uit
Madrid
ver¬
nomen,
dat
gisteren-avond
op
het
rijtuig
van
den
ge¬
neraal
Prim,
toen
deze
zich
van
de
vergaderzaal
der
Cortes
naar
het
departement
van
Oorlog
begaf,
is
ge¬
schoten
De
generaal
en
een
zijner
adjudanten
zouden
gekwetst
zijn;
do
eerste
niet
gevaarlijk.
Ten
gevolge
der
door
de
regeering
genomen
maatregelen
is
de
goede
orde
niet
gestoord
geworden.
—
Uit
Petersburg
wordt
aan
de
Kolonische-Zeitung
geschreven:
„De
russische
spoorwegen
hebben,
gelijk
men
weet,
een
breeder
spoor
dan
in
het
buitenland.
Aan
die
inrichting
ligt
eene
militaire
bedoeling
ten
grondslag,
namelijk
dat
treinen
van
buitenlandsche
spoorwegen
de
grenzen
van
Rusland
niet
zullen
kun¬
nen
overschrijden.
Om
evenwel
niet
ook
dezerzijds
het
bezwaar
te
ondervinden,
dat
een
russische
trein
niet
op
de
buitenlandsche
spoorwegen
zou
kunnen
worden
overgebracht
heeft,
men
thans
een
groot
aantal
wagens
doen
vervaardigen,
waarvan
de
wielen
digter
bfj
elkander
kunnen
gebracht
worden.
Deskundigen
hebben
de.
bruikbaarheid
van
deze
wagens
zeer
ge-
!
roemd.
De
wagens
zijn
militair
eigendom
en
ook
slechts
voor
militaire
doeleinden
vervaardigd.
—
Den
24sten
zijn
hier
onder
sterk
escorte
3
fransehe
officieren
doorgekomen,
die
tot
dusverre
te
Keulen
geïnterneerd
waren
en
thans
naar
de
vesting
Lötzen
werden
overgebracht.
Zij
staan
onder
de
verdenking
van
de
krijgsgevangen
soldaten,
die
nabij
Keulen
bewaakt
werden,
tot
een
opstand
te
hebben
aangezet,
welke
den
23sten,
des
avonds,
had
moeten
uitbreken.
Ook
uit
Coblenz
en
Mainz
zijn
berichten
ontvangen,
die
van
eene
gisting
oneer
de
krijgsgevangenen
gewag
maken.
Voorts
schijnen
kisten
met
wapenen
ontdekt
te
zijn,
welke
aan
het
adres
van
fransehe
officieren
waren
afgezonden.
De
rechte
toedracht
der
zaak
is
niet
hekend,
en
van
de
vele
verhalen,
die
in
omloop
zijn,
zijn
wel
de
meeste
verdicht
of
overdreven.
Ze¬
ker
is
het,
dat
het
toezicht
op
de
krijgsgevangenen
in
den
laatsten
tijd
verscherpt
is
en
de
wachthebbende
manschappen
versterkt
zijn.
$'<»rssiiil«kS,
29
December.
Den
27sten
heeft
de
luitenant-kolonel
von
Bottenstem,
aan
het
hoofd
van
zes
eompagniën,
een
escadron
en
twee
kanonnen,
tusschen
Montoire
en
la
Chartre
een
hevig
gevecht
geleverd.
Het
gelukte
den
vijand
ten
slotte,
dit
detache¬
ment
te
omsingelen,
doch
Bottenstern
sloeg
er
zich
doorheen
en,
terwijl
hij
ongeveer
100
man
verloor,
nam
hij
evenwel
nog
10
officieren
en
230
man
ge¬
vangen.
—
Den
28sten
slaagde
de
belegeringsartillerie
vóór
het
oostelijk
front
van
Parijs
er
in,
nadat
zij
den
vorigen
dag
het
geschut
van
Mont
Avron
tot
zwijgen
had
gebracht,
de
spoorwegstation
van
Noisy-
le-Sec
met
goed
gevolg
te
beschieten
en
de
in
Bondy
cantonnerende
vijandelijke
artillerie
te
verdrijven.
Het
verlies
aan
onze
zijde
bedroeg
3
man.
Heden
werd
Mont-Avron
door
eene
afdeeling
van
het
12de
Saksi¬
sche
legerkorps
bezet.
Vele
affuiten,
geweren,
ammuni¬
tie,
alsook
een
aantal
gesneuvelde
vijanden,
werden
er
gevonden.
De
vijandelijke
afdeelingen,
welke
zich
nog
buiten
de
forten
bevonden,
trokken
naar
Parijs
terug.
Aan
onze
zijde
werd
geen
verlies
geleden.
Van
het
noordelijk
leger
wordt
gemeld,
dat
de
vesting
Perronne,
na
eenige
gevechten,
den
27sten
omsingeld
werd.
Het
noordelijk
leger
des
vijands
wordt
steeds
verder
ver¬
volgd.
§So!"«Ss*ï®8ax.
28
December.
De
Pruisen
heb¬
ben
St.
Calais
den
25sten
gedurende
een
uur
ge¬
plunderd.
Men
meldt
de
komst
van
duitsche
veldontdekkers
nabij
Aubigny,
in
het
departement
van
de
Cher.
De
koude
in
Frankrijk
is
buitengewoon.
—
Dezer
dagen
is
gemeld,
dat
de
bevolking
van
Be-
santjon
den
generaal
Garibaldi
een
eeredegen
wilde
aanbieden.
Die
krijgsman
heeft
den
lOden
December
uit
Autun
geantwoord:
„Ik
beschouw
een
door
Frank¬
rijk
geschonken
degen
als
het
roemruchtigste
aller
geschenken,
en
gij
zult
dan
ook
gewis
verwonderd
zijn,
dat
ik
den
mij
aangebodene
niet
aanneem.
Maai¬
de
deur
voor
alle
eercblijken
ten
behoeve
van
hen,
die
mij
vergezellen,
gesloten
hebbende,
mag
ik
ten
mijnen
behoeve
geene
uitzondering
dulden.
Na
den
afloop
des
oorlogs
zal
ik
met
hen
aannemen
wat
het
repuhlikeinsche
Frankrijk
ons
zal
willen
toewijzen,
vóór
dien
tijd
—
niets."
—
Ter
gelegenheid
van
het
op
den
18den
Decem¬
ber
to
Parijs
gevierde
israëlietische
kerkelijke
feest,
is
eene
soort
van
lijkrede
uitgesproken
over
de
Isra¬
ëlieten,
die
in
de
in
het
begin
dezer
maand
onder
Parijs
voorgevallen
gevechten
gesneuveld
zijn,
en
zijn
openbare
gebeden
voor
de
bevrijding
van
Parijs
en
van
geheel
Frankrijk
gehouden.
Daarbij
hebben
het
woord
gevoerd
de
opperrabbijn
van
Parijs
en
die
van
Frankrijk,
de
heeren
Khan
en
Isidore,
alsmede
de
secretaris
van
het
Parij
sche
Israëlitische
kerkbe¬
stuur,
de
heer
Cohn.
De
laatstgenoemde,
een
twin¬
tig
jaren
geleden
genaturaliseerde
Pruis,
heeft
o.
a.
gezegd:
„Er
zijn
meer
dan
honderd
duizend
Israë¬
lieten
in
het
pruisisehe
leger,
die
hunnen
plicht
als
Pruisen
doen,
maar
wier
hart
fransch
is;
want
aan
het
zegevierende
Frankrijk
van
1792
zijn
zij
hunne
onafhankelijkheid
verschuldigd.
Laat
ons
voor
hen
bidden,
mijne
vrienden!
en
tevens
hier
onzen
dank
brengen
aan
den
rechtschapen
Franschman,
die
aan
liet
hoofd
staat
der
Buitenlandsche
aangelegenheden
(den
heer
Jules
Favre.)
In
een
israelietische
woning,
te
Ferrières
(het
kasteel
der
familie
Rothschild),
heeft
hij
edele
woorden
des
vredes
gesproken;
maar
het
was
ook
onder
een
israelietisch
dak,
dat
onze
vijanden
den
God
der
barmhartigheid
en
der
menschelijkheid
gehoond
hebben,
door
zich
niet
te
verwaardigen
om
aan
die
woorden
gehoor
te
geven.
De
rechtvaardig¬
heid
Gods
zal
bevredigd
worden!"
De
heer
Cohn
heeft
ten
stotte
den
wenseh
geuit,
dat
de
gemeente
het
kerkelijke
feest
('t
welk
acht
dagen
duurt)
mocht
kunnen
besluiten
met
het
aanheffen
van
een
overwin¬
ningslied.
De
heer
Isidore
heeft
o.
a.gezegd:
„God
zegent
de
heilige
oorlogen,
de
bevrijdings-oorlogen,
maar
vervloekt
de
oorlogen,
welke
uit
eerzucht
of
ve.overingzuclit
worden
gevoerd.
Maechabeen,
David
wiens
Psalmen
wij
zingen,
waren
de
uitverkoren
Gods,
maar
de
met
bloed
bevlekte
en
met
gouden
lauweren
prijkende
veroveraars
zijn
Gode
een
gruwel!"
Le
Mans,
26
December.
De
generaal
Chansy
heeft
aan
den
duitschen
commandant
van
Vendóme
een
protest
gezonden
tegen
de
voor
geene
qualificatie
vat¬
bare
gewelddadigheden,
welke
de
Duitschers
te
St.
Calais,
ofchoon
de
duitsche
gekwetsten
goed
behan¬
deld
werden,
hebben
bedreven.
„Bij
die
gewelddadig¬
heden
(aldus
zegt
de
generaal)
hebben
de
Duitschers
de
moedwillige
beleediging
gevoegd
van
te
beweren,
dat
wij
overwonnen
zijn,
hetgeen
onwaar
is.
Wij
hebben
u
bevochten
en
u
van
den
4den
December
af
in
bedwang
gehouden.
Wij
zullen,
het
koste
wat
het
wil,
tot
het
uiterste
toe
worstelen,
zonder
verpoozin
of
mededoogen.
Wij
bestrijden
niet
meer
een
loyaler?
vijand,
maar
eene
horde
van
verwoesters,
die
den
ondergang
en
de
schande
willen
van
eene
natie,
welke
er
op
staat,
hare
eer,
hare
onafhankelijkheid
en
haar
bloed
te
behouden.
Do
edelmoedigheid,
waarmede
wij
onze
gekwetste
gevangenen
behandelen,
wordt
door
u
met
onbeschaamdheid,
met
brandstich¬
ting
en
plundering
beantwoord.
Hiertegen
protesteer
ik
in
naam
der
menschelijkheid
en
van
het
volken-
[
recht,
hetwelk
gijlieden
met
voeten
treedt."
SiOiislCïi.
Dr.
Russell
schrijft
uit
Versailles
onder
anderen
het
volgende
aan
de
Times:
„Ik
heb
de
nieuwe
werken
om
Mont-Valérien
dagelijks
waar¬
genomen
en
met
den
dag
zien
vorderen;
mijne
belang¬
stelling
nam
steeds
toe,
en
ik
ben
thans
voor
mij
zeiven
tot
de
zekerheid
gekomen,
dat
de
generaal
Trochu
onder
het
fort
vuur
van
het
Valérien
een
uitge¬
breid
geretraucheerd
kamp
gereed
maakt,
waarin
hij,
wanneer
Parijs
zoogoed
als
uitgehongerd
wezen
zal,
en
de
bevolking
lastig
zal
worden,
denkt
terug
te
trekken.
Het
fort
is
op
zich
zelf
eene
kleine
stad;
het
is
bui¬
ten
schot;
het
bestrijkt
Parijs,
Dag
aan
dag
heb
ik
lange
convooijen
van
karren
den
weg
van
Courbevoye
naar
de
keel
van
het
fort
langzaam,
alsof
zij
zwaar
geladen
waren,
zien
volgen,
en
uit
de
grootere
snel¬
heid,
waarmede
die
karren
terugkeerden,
maakte
ik
op
dat
zij
alsdan
ledig
waren.
De
arbeid,
die
aan
de
veldwerken
besteed
wordt,
en
de
uitgebreidheid
dier
werken,
verraden
een
of
ander
groot
plan.
Op
goede
kaarten
wordt,
ongeveer
800
meters
ten
west¬
noord-westen
van
Valérien,
een
windmolen
aangewe¬
zen.
Deze
is
het
centrum
van
eene
der
groote
redou-
ten.
Er
is
nog
eene
andere
en
nog
grootere
redoute,
zuidelijk
van
de
batterij
van
den
molen
—
dat
is:
digter
bij
de
duitsche
stellingen
—
opgeworpen.
Omtrent
de
bestemming
van
deze
geretrancheerdc
stel¬
lingen
kan
geen
twijfel
bestaan:
zij
kunnen
eene
zeer
groote
strijdmacht
beschermen,
en
evenmin
kan
men
er
aan
twijfelen,
of
de
Duitschers
zijn
van
plan
om
de
deugdelijkheid
van
het
fransehe
geschut
op
de
proef
te
stellen
door
een
vuur
te
openen
op
verschil-
leude
punten,
welke
trefbaar
schijnen.
Dit
zal
voor
.
't
minst
de
duitsche
troepen
opwekken,
en
zou
-
want
in
den
oorlog
kan
niemand
de
gevolgen
voor¬
spellen
—
tot
belangrijke
veranderingen
in
de
houding
der
verdedigers
kunnen
leiden.
De
kanonnen
der
Duitschers
dragen
ontzaggelijk
ver;
hunne
stukken,
die
projectilen
van
170
pond
werpen,
zijn
geduchte
aanvalsmiddelen;
maar
ik
ben
er
niet
zeker
van,
of
het
fransehe
jlOduims
scheepsgeschut,
in
een
eerlijken
tweestrijd,
niet
blijken
zal
de
duitsche
stukken
de
baas
tê
wezen.
lie
Franschen
hebben
echter
geene
middelen
om
den
grooten
houwitser-mortier
te
beant¬
woorden."
—
Een
berichtgever
der
Londensehe
Times
heeft,
onder
dagteekening
van
den
14den
December,
een
brief
uit
Saverne
geschreven,
waarin
hij
onder
anderen
meldt,
dat
hij
te
Phalsbourg,
na
de
inneming
dier
stad,
den
heer
Erckmann
ontmoet
heeft,
wiens
be¬
schrijving
der
blokkade
in
1814
en
1815
van
dezefde
vesting
eene
europesche
vermaardheid
verkregen
heeft.
In
den
loop
van
het
gesprek
had
de
heer
Erckmann
.
den
berichtgever
medegedeeld,
dat
hij
van
plan
is
om
een
tweede
le
Blocus,
eene
beschrijving
namelijk
van
de
jongste
belegering
van
Phalsbourg,
in
het
licht
te
geven.
Hij
had,
naar
het
getuigenis
van
den
briefschrijver,
over
zijne
letterkundige
loopbaan
het
volgende
gezegd:
„Gij
moet
weten,
dat
ik
van
afkomst
*
en
wat
mijne
voorliefde
aangaat
een
Duitscher,
en
dat
ik
Protestant
ben.
Hetgeen
ik
thans
zie,
veroor
zaakt
mij
eene
onuitsprekelijke
smart.
Toen
ik
mijn
waarden
mede-arbeider,
den
lieer
Chatriau,
voor
het
eerst
hier
ontmoette,
en
toen
wij
onze
letterkundige
loopbaan
aanvingen,
heb
ik
tot
hem
gezegd:
„Laten
wij
ons
leven
aan
een
edel
doel
wijden;
laat
het
onze
eer¬
zucht
en
ons
streven
zijn
om
deze
twee
groote
anta¬
gonistische
rassen,
welke
elkaar
over
en
weder
zulke
ontzaglijke
voordeelen
kunnen
aanbrengen,
te
verzoe¬
nen.
Die
taak
was
niet
gemakkelijk.
In
Engeland
bestaat
zulk
eene
verscheidenheid
van
smaak
en
ka¬
rakter,
dat
een
schrijver
een
ruim
veld
heeft.
Geheel
anders
is
het
in
Frankrijk;
daar
moet
men
binnen
engere
grenzen
arbeiden.
Wij
hebben
het
in
som¬
mige
vakken
ver
gebracht,
maar
wij
hebben
behoefte
aan
eene
ruimere
ontwikkeling,
aan
een
meer
vcel-
omvattenden
smaak.
Wij
moesten,
om
de
aandacht
van
het
publiek
te
trekken,
aanvangen
met
kleiq$
verhalen
en
schetsen
te
schrijven,
welke
ons
eigen
oordeel
niet
bevredigden;
maar
wij
bleven
getrouw
aan
onze
overtuigingen,
en
zijn
eindelijk
geslaagd.
Van
de
populaire
uitgave
onzer
werken
trekken
wij
slechts
een
tienden
stuiver
per
aflevering
voordeel,
en
zij
heeft
ons
toch
reeds
330,000
francs
opgeleverd,