Tekstweergave van EC_1870_06_08_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I! li i t e n 1 a n (I. I-Iet ligt in don geest en de rieliting des tijds, dat de grenzen, waardoor, althans in ons werelddeel, de landen en volken van elkander gescheiden zijn, meer en meer worden uitgewischt. Telegraafdraad en spoorwegrails geven daaraan allengs eene meer denkbeeldige befeekenis. Ue volken beginnen zóó in en met en order malkaar te leven, dat. zij hunne onderlinge geschillen hoe langer hoe meer trachten te vergeten, in zeden en gewoonten, maatschappe¬ lijke gebruiken en instellingen van dag tot dag meer tot elkander naderen, en liefst zoo weinig mogelijk meer weten willen van die willekeurige afzondering, waarin zij vroeger, misleid door allerlei valsche staat- en staatshuishoudkundige berekeningen, hun heil en hunne glorie zochten. Voorzeker, een even gunstig als veelbelovend toe¬ ken des tijds, waardoor de hoop op eene steeds voort¬ gaande verbroedering onder het menschelijk geslacht niet weinig wordt aangewakkerd. Naarmate echter, onder den invloed daarvan, de punten van aanraking tussehen ons en andere volken in gewicht en aantal toenemen, en naarmate de som grooter wordt der be langen die wij met hen gemeen hebben, moeten wij ook met te meer belangstelling den blik gericht hou¬ den naar hetgeen buiten onze vaderlandsche grenzen voorvalt. De Redactie der Enkhuizer Courant heeft daarom ook gemeend, dat eene rubriek voor berich¬ ten, die van daar tot ons komen, niet geheel in haar blad mocht ontbreken. Doch zij heeft tevens geoor¬ deeld, dat het hare roeping niet was, hetgeen de eigenlijke dagbladen zich in dit opzicht tot taak zien gesteld, op verkleinde schaal na te volgen. Wat zij alzoo beoogt, is niets minder dan liet wekelijks geven van een staatkundig overzicht, dat uit den aard der zaak hoogst onvolledig zou moeten blijven, en elders veel beter gevonden kan worden. Zij wenscht zich eenvoudig te bepalen tot het mededeelen van enkele berichten, die haar bijzonder merkwaardig toeschijnen, bij voorkeur zulke, die op het leven en de ontwikke¬ ling der volken betrekking hebben. Het doel, dat zij zich daarmede" voorstelt, is, de voornaamste feiten te verzamelen en onder de aandacht harer lezers te brengen, waardoor, in ons werelddeel en daarbuiten, de gang der beschaving teruggang mogelijk hier en ginds - wordt afgespiegeld, terwijl zij zich bij de keuze dier feiten ook vooral wenscht te laten lei¬ den door de vraag, welk voordeel wij, Nederlanders, voor de verbetering onzer eigene maatschappelijke toestanden, van de kennisneming daarvan trekken kunnen. Moge zij, in de bloemlezing die zij op deze wijze wenscht te geven, op den duur veel goeds en verblijdends, in elk geval veel leerrijks, vinden op te teekenen, en inzonderheid lang of voor altoos ver¬ schoond blijven van de droevige noodzakelijkheid, om van het uitbreken of woeden van een oorlog te gewagen, die, hoe nauwer de volken onderling verbonden wor¬ den, ook meer het aanzien en karakter zou aannemen van een afschuwelijken broederkrijg! E'as-sj*. 28 Mei. Volgens een ten vorigen jare te Bazel genomen besluit, zou het Arbeiders-Congres dit jaar alhier zijn gehouden. Ten gevolge echter van de maatregelen, tegen een aantal leden der „Interna¬ tionale" in Frankrijk genomen, is het hoofd-comité op dit besluit terug gekomen en heeft het thans Mainz als plaats van bijeenkomst aangewezen. De opening van het Congres is op den. 5'lea September bepaald. Harlsrnlie, 30 Mei. In het Groothertogdom Baden is, onder het opschrift „op, voordat het te laat is!" eene oproeping aan de Duitsche katholieken in het licht verschenen, waarbij dezen worden aangespoord, i een meer werkzaam deel te nemen aan den strijd, die door de meeste Duitsche bisschoppen op dit oogenblik tegen de onfeilbaarverklaring van den paus wordt gevoerd. De oproeping sluit met deze woorden: i „Duitsche Katholieken! wij willen onze bisschoppen in deze gewichtige ure niet verlaten; hun heldhaftige strijd blijve niet zonder de ondersteuning van hunne 1 getrouwe kudde, en, kunnen wfj de wereld niet bescher¬ men tegen de antichristelijke pogingen van de meerder¬ heid van het Concilie, dan willen wij ten minste Dnitschland daarvoor behoeden door het stichten van . eene afzonderlijke Duitsche Kerk, in welke de christelijke liefde nog een toevluchtsoord vindt!" Liasabon, 25 Mei. In de gisteren gehouden zitting der Coites is een koninklijk besluit voorgelezen, [waarbij de bijeenkomsten der Kamer tot den 2CBten . Juni worden geschorst. Nadat in de kamer der Afgevaardigden door een der leden, den Heer da Sal- : veira, op nieuw tegen de verkrachting der Constitutie door een gedeelte van het leger geprotesteerd was . geworden, heeft een ander Afgevaardigde, de Heer Santos e Silva, de kamer, met het oog op een door hem verwachten nieuwen coup d' état, bezworen, de plechtige verklaring af te leggen, dat zij eiken aan¬ slag tegen de nationale onafhankelijkheid met al de kracht van haren wil en van hare overtuiging zou te keer gaan. Vol geestdrift hebben de Afgevaardigden aan deze uitnoodiging gehoor gegeven. Zij zijn allen opgestaan en hebben, met opgeheven hand, met de plechtige verklaring van hunnen ambtgenoot ingestemd. Daarna hebben zij allen de vergaderzaal verlaten. Do Portugesche bladen maken twee nota's van den Spaanschen gezant alhier aan den hertog van Saldanha openbaar, de dagteekeuiug van gisteren en eergisteren dragende, en waarin uit naam van liet Madridsclie gouvernement de stelligste verzekering ge¬ geven wordt, dat Spanje geen ander plan koestert, dan om de. onafhankelijkheid van Portugal stipt te eerbiedigen. Madrid, 29 Mei. De Minister van koloniën, de heer Moret, heeft een wetsontwerp ingediend tot af¬ schaffing der slavernij in de Spaansche koloniën. Volgens dat ontwerp zullen vrij verklaard worden: l!l al de kinderen van slaven na de omwenteling' van 1868 geboren. De Regeering zal die kinderen van de eigenaars afkoopen tegen 50 kroonen voor ieder kind; al de kinderen die na de afkondiging dezer wet geboren worden; 3 ' de slaven die voor Spanje gestreden hebben; 4o de slaven boven de 65 jaren oud. De Regeering geeft bovendien het voornemen te kennen, om de toekomstige afschaffing der slavernij af te kondigen voor allen die niet in deze wet begrepen zijn. De wet is met geestdrift door de Cortes ontvangen. 'Washington, i Juni. Men verzekert, dat het rapport van den Minister van financien eene vermindering van de openbare schuld zal aanwijzen ten bedrage van meer dan elf millioen. Van Penians-plannen hoort men niets'meer. Jaren achtereen, wij meenen sedert 1865, woedde aan de oevers der Plata-rivier, in Zuid-Amerika, een oorlog, die, na geruimen tijd met afwisselende kans gevoerd te zijn, schatten verslonden en aan duizenden mensehen het leven gekost te hebben, ten slotte in het voordeel der overmachtige partij is uitgeloopen en nu onlangs met de tenonderbrenging van een vroeger zeer bloeiend, thans geheel uitgeput land geëindigd is. Aan de eene zijde stond het keizerrijk Brazilië met zijne bondgenooten, de Staten der Argen- tijnsehe republiek; aan de andere zijde het kleine doch heldhaftige Paraguay. Twisten over de grensschei¬ ding, en vooral over de vaart op de Plata-rivier, hadden tot het uitbreken van een krijg geleid, die met meer hardnekkigheid werd voortgezet, naarmate de eer van weerszijden er meer mede gemoeid scheen, en naarmate het volhouden van den strijd meer goud en meer bloed had geëischt. Nu ten slotte Brazilië en zijne bondgenooten overwinnaars gebleven zijn, het half woeste opperhoofd van Paraguay, de dictator Lopez, zijn tot het uiterste gedreven tegenstand met den dood op het slagveld heeft moeten bekoopen, en aan zijne laatste aanhan¬ gers geene andere keuze werd overgelaten, dan zich te onderwerpen aan de overmacht, nu derhalve alles en voor goed geëindigd is - - nu vraagt men zich af, welke voordeelen de behaalde zege den verbondenen heeft opgeleverd, die tegen de daarvoor gebrachte offers kunnen opwegen. Volgens een bericht, voor¬ komende in de Indépendance van 25 Mei, heeft de Minister van buitenlandsche zaken in Brazilië antwoord op die vraag zoeken te géven in eene circulaire, aan de diplomatieke agenten van Brazilië gericht, waarin hij, als het groote resultaat van deu gevoerden oorlog, voorstelt de vrije vaart op de Paraguay. De Engelsche gezant, Matthew, heeft deze mededeeling beantwoord met de gebruikelijke gelukwenschen, doch tegelijk te kennen gegeven, dat zijn gouvernement verlangend is te vernemen, welke de bedoelingen zijn van het Braziliaansche gouvernement, met betrekking tot de wijzigingen inden regeeringsvorm, dien de bevolking- van Paraguay geroepen moet worden zich geheel naar haren vrijen wil te geven. De Russische minister, Glinka, is niet uitgeput in heilwenschen en loftuitingen op Brazilië, dat een einde gemaakt heeft aan het barbaarsche bewind, waaronder Paraguay tot hiertoe zuchtte, en, na zijne geschonden nationale eer gewroken te hebben, de overwonnelingen met de grootste lankmoedigheid bejegend heeft. De vertegenwoordiger der Vereenigde Staten, daar¬ entegen, Henry Blow, neemt eene vrij wat minder opgewonden houding aan. Hij bepaalt er zich toe, zijne blijdschap te betuigen, dat Brazilië en zijne bondgenooten aan de Plata den vrede hebben terug erlangd. Brazilië, dus zegt de Heer Blow, heeft, even als de Vereenigde Staten, in de laatste jaren de treurige ondervinding opgedaan, dat men geenerlei oorlog moet ondernemen, tenzij wanneer de eer of het welzijn der natie dit gebiedend noodzakelijk maakt. Ofschoon die noodzakelijkheid, wat den oorlog met Paraguay betreft, nog altoos betwist kan worden, en de daardoor verkregen uitkomsten in geene verhouding staan tot de vreeselijke'verliezen die hij veroorzaakt heeft, zoo moet men thans echter hopen, dat de afloop bevordelijk moge zijn aan de algemeene belangen van handel en scheepvaart. Ook de Heer Blow dringt er op aan, dat men aan de bevolking van Paraguay het recht zal laten, dat zij, ofschoon overwonnen, niet verloren heeft, om zich de regeering te kiezen, die haar het meest behaagt. Wanneer, dus zegt hij, de republiek van Paraguay, door geen nieuwe gevaren van de zijde harer voormalige tegenstanders bedreigd, tot vorigen voorspoed is wedergekeerd, zal zij ten bewijze strekken, dat vrede en rust noodwendig aan de boorden van de Plata moeten heerschen, indien verbondenen en vijanden zich zullen herstellen van de gevolgen dei- doorgestane worsteling en er de weldadige vruchten van zullen kunnen zegenen. De les van den Amerikaanschen minister, zoo voegt de Indépendance er ten slotte bij, en wij vereenigen ons daarmede ten volle —- is even menschelijk van strekking als op zijn pas aangebracht, en zulk een # ropde, van zooveel gezond verstand getuigende diplomaten-taal verdient in ons oog verre de voorkeur boven die der vertegenwoordigers van Rusland en Engeland. B i n n e n 1 a n d. De tegenwoordige toestand van ons vaderland heeft zijne schaduwzijden; doch het ontbreekt hem toch ook. niet aan een aantal lichtpunten, waarop het oog van den vriend van beschaving en vooruitgang met dank¬ baarheid staart. Zulk een lichtpunt is thans vooral J| de aanneming door de Tweede Kamer der Staten<6-ene-j» raai van het wetsontwerp, waarbij de doodstraf, de gevallen van noodweer uitgezonderd, voor goed wordt afgeschaft. De Redactie der Enkhuizer courant acht liet een voorrecht, dat zij onder den nog verschen in¬ druk dier gebeurtenis hare taak mag aanvaarden. Zij ziet daarin eene belangrijke zegepraal, niet van de liberalen op de conservatieven, maar van de echte humaniteit op eene den nieuweren staat onwaardige ruwheid en barbaarschheid, en van den echt christelijken geest op eene richting, die zoozeer in den dienst der letter bevangen is, dat zij de regeling der hedendaag- sche maatschappij zou willen laten afhangen van de zeer betwistbare beteekenis van een liebreeuwsch voor¬ zetsel. Ook ducht zij van de invoering der wet vol¬ strekt niet de noodlottige gevolgen, waarop door de ongeluksprofeten zoo dreigend wordt heengewezen. De toeneming, immers, der misdaden hangt veel min- ™*°* der af van den aard en de zwaarte der straffen, die op het bedrijven er van gesteld zijn, dan van de samenwerking van een aantal andere voorafgaande oorzaken. Die oorzaken zooveel mogelijk weg te ne¬ men, is het groote vraagstuk van den tegenwoordigen tijd, en de voortgaande oplossing daarvan de roeping' Juni van den modernen staat. Het middel daartoe vindt hare deze in het bestrijden van domheid en onwetendheid de { bij zijne burgers, het ontsluiten van nieuwe bronnen aanli van vertier en welvaart, liet ondersteunen en bevor- disci deren van een gezonden ondernemingsgeest. Terwijl de - de afschrikkingstheorie haren tijd heeft gehad en door digli de ondervinding duizendmaal veroordeeld is, ligt nu zijne vooral het onderwijs aan de beurt. Hoe beter dit ge- Frar regeld wordt, des te meer zullen de gevangenissen zelf, ontvolkt worden, en des te minder zullen ook de voorstan- polit: ders der doodstraf over de afschaffing van het schavoi Eavi behoeven te treuren. Dat is ten minste onze over- bean tuiging; eene overtuiging zóó vast en diep geworteld, polit: dat wij reeds met zekerheid den tijd zien naderen, lossa wanneer zij door allen gedeeld wordt, en er niemand Thie gevonden wordt, die niet met een gevoel van huivering °P d terugziet op die goede oude dagen, toen men nog bang het was om veel geld voor onderwijs uit te geven, maar kund er niet tegen opzag, om er een beul en beulsknechten en o op na te houden, en door de hand van dezen, onder ^ milit: toeloop van het janhagel, menschen dood te maken!... des la laoura, 24 Mei. Men verneemt met zekerheid, dat wel i de nieuwe stoomboot, „de stad Hoorn," voor rekening van i der vereeniging alhier voor de stoomvaart op Amsterdam zijn, gebouwd, reeds van stapel is geloopen en dus waar- geest schijnlijk reeds in Juli, of welligt nog vroeger, in in di de vaart zal komen. Zij moet er, naar men zegt, op strek, gebouwd zijn, om den overtocht in hoogstens 2'4 uur hng ; te kunnen doen. zoo 's «ravenliage 27 Mei. In de heden gehou- gedee den zitting der Eerste Kamer zijn de beraadslagingen hoe 1 over het ontwerp van wet tot wijziging der bestaan- de s( de armenwet voortgezet en ten einde gebracht. Na wapei van onderscheiden zijden door leden der Kamer, en grond vervolgens ook door den Minister van biimenlandsche men zaken met nadruk verdedigd te zijn, is het aangenomen met de aanzienlijke meerderheid van 32 tegen 4 stemmen, heer 'sMage. 28 Mei. Het wetsontwerp ter verbetering gezan der haven van Harlingen is lieden door de Eerste heeft, Kamer aangenomen met 24 tegen 9 stemmen. Augsl 31 Mei. In de heden gehouden zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het wetsontwerp tot nadere regeling der suikercultuur, na verwerping van alle amendementen, aangenomen met 42 tegen 35 Het stemmen. het Cc De Amsterdamse-héKanaal-Maatschappij heeftop recht den 29^en Mei hare j aarlij ksche algemeene Vergadering Om gehouden onder presidium van den heer S. W. Josephusi leerste Jitta, die bij de opening mededeelde, dat Z. K. 11.• op de de Prins van Oranje, eerevoorzitter, blijkens van van d hem ontvangen bericht, verhinderd was tegenwoor- kundig dig te zijn. Vertegenwoordigd was een kapitaal kratie van ƒ435.000, en door de 41 opgekomen deelhebbers versta werden uitgebracht 182 stemmen. Door den voorzitter' sche 1 werd verslag gedaan van den staat der Maatschappij, keurin Daaruit bleek de belangrijke vooruitgang der werkzaam- ^ heeft, heden; inzonderheid werd de aandacht gevestigd op ; met be het onlangs gevierde feest ter gelegenheid van het van p plaatsen van den koninklijken gedenksteen in de gekom Zuiderzee-sluis, welke met Zr. M-. toestemming deu en zie naam „Oranje-sluis" zal dragen. Uit de overgelegde dit éé rekening bleek, dat de ontvangsten ƒ3,188,878 en de het Cc uitgaven ƒ 2.774.465 hebben bedragen, en dus op 1 _,Gew Jan. 1870 beschikbaar was een saldo van ƒ 414.413. De liepen, vergadering bekrachtigde de door commissarissen reeds jzekere aan de rekening geschonken goedkeuring, waarna zij de kra in de, door aftreding of overlijden, in het eollegie van: meeniu commissarissen ontstane vacatures voorzag door de het zij: herbenoeming van de HH. O. P. van Eeghen en C. varen, A. E. van den Honert, en de benoeming van de HH. eenige J. R. Oorver Hooft en G. A. Croockewit, He ( Uit het verslag, dat in de onlangs gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der Ned.